Nieuwste berichten
Berichten over Wetgeving
Nieuwe oplossing voor mestprobleem
2 mei 2011
Door de milieuwetgeving neemt het mestoverschot in Nederland toe. Maar als EU akkoord gaat met het ‘mineralenconcentraat’, kunnen veeboeren en akkerbouwers kunstmest vervangen door dierlijke mest. Lees verder
Nieuwsbrief Melk & mineralen 2 – december 2005
2 mei 2011
In deze nieuwsbrief aandacht voor: mogelijkheden tot evenwichtsbemesting van fosfaat in duingebieden; Effect van mestwetgeving op economie en rantsoen; Effecten van snijmais telen in gras- of klaverzode bij twee melkveehouderijen Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : gevolgen van het nieuwe mineralenbeleid met aanvoernormen voor Telen met Toekomst en BIOM bedrijven
2 mei 2011
In 2006 gaat het nieuwe mestbeleid op basis van gebruiksnormen van start. In veel gevallen zullen de gebruiksnormen de totale aanvoer van mineralen sterker begrenzen dan Minas. PPO heeft voor een aantal Telen met Toekomst (TmT) en BIOM bedrijven doorgerekend wat de gevolgen kunnen zijn. Lees verder
Samen zoeken naar lange termijn oplossingen voor de biologische glastuinbouw
2 mei 2011
De prestaties van de biologische glastuinbouw op het gebied van energieverbruik, uitspoeling van mineralen naar het grond- en oppervlaktewater en de onderdrukking van (bodemgebonden) ziekten en plagen zijn nog zeer onvoldoende. De biologische sector wordt echter geacht een koppositie in te nemen op het gebied van duurzaamheid. Dit vraagt grote innovatieve stappen op diverse terreinen. In deze publicatie worden een aantal toekomstbeelden besproken, zoals de Bioproductiekas en de Biostadskas. Voor belangrijke knelpunten binnen de bodemproblematiek zijn een aantal korte en lange termijn oplossingsrichtlijnen gedefinieerd. Een belangrijke conclusie is, dat de huidige teeltwijze met een eenzijdige jaarrondteelt een risicovol en kwetsbaar teeltsysteem is. Omschakeling naar ruime vruchtwisseling en inbouw van rustperioden is voor telers nog onhaalbaar. Innovaties die hiervoor nodig zijn worden momenteel getest in projecten als Biowisselkas en Biobodemvitaalkas. Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : een beslismodel voor graslandvernieuwing
2 mei 2011
Grasland in Nederland wordt in de praktijk vaak gescheurd en opnieuw ingezaaid met gras of een ander gewas, zoals maïs, aardappelen of bloembollen. In totaal wordt in Nederland ca. 13% van het graslandareaal jaarlijks omgezet. Door het onderploegen van de graszode wordt een grote hoeveelheid makkelijk afbreekbaar organisch materiaal aan de bodem toegevoegd. Dit leidt tot een toename van het risico op stikstof- en fosfaatverliezen naar het milieu. Het onderzoek in het project “Effecten van scheuren van grasland op stikstof- en fosfaatverliezen” van programma 398-II, is gericht op het ontwikkelen van adviezen en richtlijnen voor de praktijk, zodat de nutriëntenverliezen beperkt kunnen worden. Bestaande kennis wordt gesynthetiseerd en omgezet in een beslismodel. In het project wordt ook ‘nieuwe’ kennis gegenereerd (proeven in Nederland en België), die voor toetsing van het model gebruikt wordt Lees verder
Nutriënten boomteelt
2 mei 2011
Deze poster geeft informatie over nutriënten in de boomteelt, waarbij de minas-norm geen probleem is en de kansen op een goede afstemming van de stikstofbemesting, inzet van dierlijke mest, die afgestemd wordt op behoeften van Tagetes en het zaaien van een vanggewas direct nà Tagetes Lees verder
Stikstofwerking van dierlijke mest
2 mei 2011
De stikstofwerking van dierlijke mest geeft aan welk percentage van een bepaalde gift aan stikstof (N) in deze mestvorm even werkzaam is als kunstmest. De forfaitaire waarden, waarmee boeren volgens de wet moeten rekenen, zijn bepalend voor de aanvullende kunstmest N-giften die binnen de wettelijke gebruiksnormen toegediend mogen worden. Op verzoek van het ministerie van LNV liet de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) door Wageningen UR onderzoeken of de forfaits, zoals die in de Meststoffenwet staan, volgens de meest actuele inzichten nog kloppen. Bij dat onderzoek zijn recente proeven en modelstudies betrokken. Dit infoblad vat de bevindingen van de CDM samen Lees verder
Economische gevolgen van bestaande regelgeving voor de Nederlandse varkenshouderij
2 mei 2011
Op verzoek van LNV is berekend wat de gevolgen voor de varkenshouderij zijn als bedrijven (na de overgangstermijn) moeten voldoen aan de eisen in het Varkensbesluit en Ammoniak- en Nitraatrichtlijn. Op basis van individuele varkensbedrijven in het Bedrijven-Informatienet is nagegaan of bedrijven de noodzakelijke investeringen kunnen financieren en of na de investering nog een inkomen uit het bedrijf resteert. Ook is nagegaan of varkensbedrijven alternatieve vormen van huisvesting toe kunnen passen die minder vergaande investeringen vergen. Het beleid waarvoor de overgangstermijn per 2013 verstrijkt heeft vergaande gevolgen voor de gehele varkenssector. Lees verder
Mest- en mineralenkennis voor de praktijk : optimale bemesting van gras- en maïsland binnen de gebruiksnormen
2 mei 2011
In de nieuwe wettelijke gebruiksnormen voor stikstof is de hoeveelheid werkzame stikstof die op grasland en maïsland mag worden aangewend beperkt. Het is daarbij de vraag of zowel gras als maïs evenredig gekort moeten worden in bemesting of dat één van beide gewassen relatief minder gekort dient te worden. Daarnaast is het van belang om rekening te houden met het verschil in NLV tussen percelen. Wat zijn de gevolgen voor de bodemvruchtbaarheid? In dit infoblad wordt op deze vragen ingegaan en wordt door middel van een voorbeeld aangegeven hoe de totaal wettelijk toegestane hoeveelheid stikstof het best verdeeld kan worden over de verschillende gewassen en percelen Lees verder
Toevoegen van nitrificatieremmer aan dunne rundermest op grasland, 2003 : literatuurstudie en oriënterend veldonderzoek
2 mei 2011
In het voorjaar is de periode tussen het toedienen van de meststoffen en de oogst van een snede gras vrij lang. In deze periode is de hoeveelheid neerslag vaak groter dan de vochtonttrekking door het gewas en de verdamping. De stikstof (N) kan dan verloren gaan door uitspoeling of denitrificatie. Onderzoek in het verleden heeft aangetoond dat het gebruik van voorjaarsmeststoffen als ammoniumsulfaatsalpeter (ASS) en zwavelzure ammoniak (ZA) een positief effect heeft op de opbrengst en de N-benutting. Voorjaarsmeststoffen bevatten meer N in de vorm van ammonium dan van nitraat. Door het toevoegen van een nitrificatieremmer aan de kunstmest wordt dit positieve effect nog vergroot. Een voorbeeld van een nitrificatieremmer is dimethylpyrazolfosfaat (DMPP). Entec26 is ASS waaraan deze nitrificatieremmer is toegevoegd. Dit rapport bevat een literatuurstudie over het gebruik van DMPP als nitrificatieremmer en geeft de resultaten van een praktijktoets in 2003 op drie ‘Koeien & Kansen’-bedrijven, waar bij het uitrijden van de dunne rundermest DMPP aan die mest is toegevoegd Lees verder