Nieuwste berichten
Onderwerp: Voer
Voer beperkt ammoniakuitstoot
1 mei 2011
Om de ammoniakvervluchtiging uit melkveestallen te verlagen is meer mogelijk dan verlaging van het ureumgetal in de melk (door een lagere stikstofuitstoot van de koe als gevolg van minder eiwit in het rantsoen). Het Nutriënten Management Instituut onderzoekt de mogelijkheden van andere parameters in het voer. Bepalend voor de ammoniakvervluchtiging is de zuurgraad van de mest; een hogere zuurgraad betekent dat meer stikstof in de mest blijft in de vorm van ammonium. De zuurgraad is te beïnvloeden door een lagere kationen-anionenverhouding in het voer (toevoeging van bijv. extra cloride) en door een hoger gehalte onverteerbare ruwe celstof (bijv. door een structuurrijkere kuil of het voeren van beheersgras). Als via simpele aanpassingen van het rantsoen de ammoniakvervluchtiging te beperken zou zijn is dat voor melkveehouders interessanter dan de bouw van dure emissiearme stallen Lees verder
Gras-klaver als turbomotor : teelttechnische en economische voordelen blijken aanzienlijk
1 mei 2011
Sinds 1998 is gras-klaver (als vervanging van haver) opgenomen in het bouwplan van het biologisch-dynamisch bedrijf van het OBS te Nagele. De teelttechnische, milieukundige en bedrijfseconomische effecten van deze verandering. Zowel opbrengst als onkruidbestrijding in de volggewassen zijn sterk verbeterd. Er is een betere stikstofbenutting en een lagere uitspoeling en lagere overschotten voor zowel stikstof, fosfaat als kali. Het saldoverlies van gras-klaver t.o.v. haver wordt ruimschoots goedgemaakt door de besparing op handwiedwerk en de meeropbrengst van de volggewassen Lees verder
voedingsstoffen voor de plant: bemesting
1 mei 2011
Een plant heeft naast water en lucht (zuurstof en koolzuur) een aantal basisstoffen nodig: de voedingsstoffen. Deze stoffen noemt men meststoffen Lees verder
Te snel afbouwen stikstofbemesting kost opbrengst
1 mei 2011
In het nieuwe bemestingsadvies ligt voor de stikstofbemesting meer nadruk op de eerste sneden van het groeiseizoen. In de zomerperiode wordt sneller afgebouwd. Bij verlaagde jaarniveaus wordt geadviseerd alle sneden gelijkmatig te korten. Met het oog op behoud van opbrengst en kwaliteit in het voorjaar kan bij verlaagde jaarniveaus ook gekozen worden voor eenzelfde voorjaarsbemesting en een nog snellere afbouw in de zomer. De totale jaaropbrengst loopt hierdoor echter sterk terug en de kans op kroonroest in de zomer neemt toe Lees verder
Zonder AMGB en koper 30 g minder groei : financieel resultaat desondanks hoger
1 mei 2011
In een experiment op het nieuwe varkensproefbedrijf De Waiboerhoeve (Lelystad) is onderzoek gedaan naar het effect van gelijktijdig weglaten van AMGB (antimicrobiële groeibevorderaars) en verlaging van het kopergehalte in varkensvoer op de dierprestaties van biggen en vleesvarkens (groei, voederconversie, saldo). Het weglaten kost 30 gram groei per dier per dag in zowel de opfokperiode als de vleesvarkensfase. Ook blijkt dat het positieve effect van groeibevorderende stoffen tijdens de opfokperiode volledig verloren gaat als daarna wordt overgeschakeld op voer zonder groeibevorderende stoffen. Het weglaten van AMGB komt echter wel de economische resultaten ten goede. Het saldo per afgeleverd vleesvarken verbetert met 40 eurocent wanneer de groeibevorderende stoffen tijdens het hele traject uit het voer worden weggelaten Lees verder
Chemische processen in de achtertuin [thema: bodem en bemesting]
1 mei 2011
De beschikbaarheid van nutriënten is afhankelijk van chemische bodemprocessen. De pH-waarde is hierbij essentieel, maar ook de kationenuitwisseling (C.E.C.) en de C/N-verhouding zijn belangrijk Lees verder
Kringlopen in de biologische landbouw: best belangrijk! : de verschillende sectoren staan voor hun eigen uitdagingen
1 mei 2011
In het meerjarige onderzoeksprogramma ‘Intersectorale samenwerking binnen de biologische landbouw’ wordt gezocht naar concepten voor samenwerking, met als doel kringlopen binnen biologische landbouwsystemen beter te sluiten. De huidige kringloop binnen de Nederlandse biologische landbouw kan gekenschetst worden als open en onevenwichtig, met tegenover een export van nutriënten naar de maatschappij een import van gangbare mest, hulpstoffen en buitenlandse veevoergrondstoffen. De grootste uitdaging bij het beter sluiten van kringlopen vormt het terugdringen van deze importen door een combinatie van maatregelen: terugdringen van verliezen naar de maatschappij, intensiveren van de interne uitruil van voer en mest, en organiseren van acceptabele retourstromen uit de maatschappij. Wat dit in concreto voor uitdagingen en knelpunten oplevert binnen de verschillende sectoren wordt besproken Lees verder
Biologische grondstoffenhandel : strengere normen vormen goede stimulans voor een biologische grondstoffenhandel
1 mei 2011
Uitleg over de mogelijkheden voor biologische bedrijven om grondstoffen uit te wisselen (koppelbedrijven, intermediairs en handelaren, en fax-mail lijsten of websites) en ideeën om uitwisseling tussen bedrijven te stimuleren (vanuit de ervaringen van koppelbedrijven). De komende EU-regeling m.b.t. de biologische herkomst van uitgangsmateriaal, voer en mest, en de steeds strenger wordende eisen van certificeerders op dit gebied, maken het voor biologische bedrijven steeds meer noodzakelijk om grondstoffen uit te wisselen. In aparte kaders uitleg over de marktontwikkelingen en prijsvorming voor biologische mest. Veranderingen in vraag en aanbod als gevolg van veranderde regelgeving kunnen leiden tot forse prijsschommelingen Lees verder
Grondanalyse: snapt u het nog?
1 mei 2011
Grond is de basis voor een geslaagde teelt. Grondtype en -samenstelling verschillen echter nogal. Een grondanalyse geeft hierin inzicht. In deze aflevering van Telen met Toekomst achtergronden bij de huidige grondanalyses Lees verder
Kennis en gedrag : een studie binnen het kader van de eindevaluatie actieplan nitraatprojecten
1 mei 2011
In opdracht van de stuurgroep Nitraatprojecten van de ministeries van LNV en VROM heeft LEI Wageningen UR een evaluatie uitgevoerd naar de mate waarin kennis vanuit het Actieplan Nitraatprojecten is doorgestroomd naar de brede praktijk: alle Minas-plichtige agrarische ondernemers in Nederland. De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) heeft een essentiële bijdrage geleverd aan deze evaluatie bij de opzet van het onderzoek en de interpretatie van de resultaten. Doel van het Actieplan dat in deze studie is geëvalueerd, was het tot stand brengen van projecten die zich richten op het in de agrarische praktijk ontwikkelen en verspreiden van kennis met betrekking tot mineralenmanagement, gericht op het tijdig realiseren (onderschrijden) van de Minas-eindnormen en de bijbehorende emissies. Het gaat daarbij om mineralenmanagement in ruime zin: het verbeteren van de bedrijfsopzet en/of de bedrijfsvoering om de benutting van mineralen te vergroten, dus inclusief het optimaliseren van het gebruik van dierlijke mest en het aanpassen van de mestafzet. Specifiek zijn in het onderzoek de doeltreffendheid en het doelbereik onderzocht; dat wil zeggen dat gekeken is naar de relatie tussen het instrument ‘Nitraatprojecten’ en het gedrag van ondernemers. Er is in dit deelonderzoek geen antwoord gegeven op de doelmatigheid en/of het proces van het Actieplan. Lees verder