Nieuwste berichten
Onderwerp: Uitrijden
Nieuwsbrief nummer 7 – februari 2007
2 mei 2011
In deze nieuwsbrief aandacht voor efficiënter bemesten, bijzondere bemesting, Bedrijfsstrategieën, Bedrijfsnetwerk Bodemvruchtbaarheid en Project Nut en Natuur Lees verder
Hulpmeststoffen
2 mei 2011
De stikstof in de hulpmeststoffen die zijn toegestaan in de biologische landbouw, is voornamelijk in organische vorm aanwezig. Dat betekent dat de stikstof geleidelijk vrijkomt, en er dus met vooruitziende blik bemest moet worden. Het duurt bijvoorbeeld twee tot vier weken voor het effect van bloedmeel zichtbaar wordt. Wanneer de meststoffen worden ondergewerkt, is de werking sneller dan wanneer de meststoffen worden gestrooid en ingespoeld Lees verder
technisch advies : aanwenden van mest op weinig draagkrachtige gronden
2 mei 2011
Het bemesten van grasland en bo0uwland op minder daadkrachtige gronden in het voorjaar is niet eenvoudig. De mst is bedoeld om de gewassen te laten groeien en moet daarom zo goed mogeiljk bij de worteld van de plant worden geplaatst. Ook wil je de ammoniakuit de mest zo goed mogelijk in de grond krijgen. De benutting van de meststoffen wordt daarmee zo groot mogelijk. Lees verder
Bemesten naar behoefte van de plant bespaart geld en energie: meer aandacht voor watergebruik met meststoffengiften lonend
2 mei 2011
Op de bedrijven van Wim Peters in Someren worden de tomatenplanten meteen op het plantgat gezet, in plaats van ernaast. Toch kunnen ze heel generatief telen door een aangepaste watergift. Het is een voorbeeld van goed sturen via het substraat, onderdeel van precision growing. Volgens de steenwolfabrikant valt er nog veel te besparen op de watergift en het meststoffengebruik door meer aan te sluiten op de actuele behoefte van de plant. Dat spaart geld en energie. Lees verder
Duurzaamheid organische stof : methoden om de kwaliteit van organische meststoffen te meten en beoordeling kwaliteit van organische stof van digestaat : tussenrapportage 2009
2 mei 2011
Door de opgang van mestvergisting en mestbewerkings- en mestverwerkingsmethoden komen er nieuwe mestproducten in de handel. Dit roept vragen op over de waarde van deze nieuwe producten en hoe deze waarde vooraf vastgesteld kan worden. In dit onderzoek zijn digestaat en de dikke fractie van gescheiden digestaat vergeleken met enkele vanouds bekende mestsoorten (vaste mest, drijfmest, compost) die daarbij als referentie dienden. Aan de meststoffen zijn verschillende analyses uitgevoerd. Het resultaat van de respiratiemeting is op basis van de literatuurstudie als meest betrouwbare parameter beschouwd om de kwaliteit van een organische meststof te beoordelen. Hoewel er wel verschillen tussen de meststoffen en proefvelden zijn gevonden, kan men op basis van één jaar nog geen echte conclusies trekken. Wel is duidelijk dat elke analysemethode een ander aspect meet. Op basis van één analysemethode kan de waarde van de meststof dus onvoldoende gekarakteriseerd worden. Lees verder
Begin niet te vroeg met bemesting : teeltadvies
2 mei 2011
Door de voorraadbemesting te mengen met groencompost voorkomt men hoge schadelijke zoutconcentraties doordat de compost de mest eerst buffert Lees verder
Emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen: knelpunten en oplossingen
2 mei 2011
Powerpoint presentatie van de Themabijeenkomst Potanthurium 2009 waarbij de aandacht gericht was op de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten Lees verder
Nieuwe techniek nodig : concentraat heeft toekomst
2 mei 2011
In de veehouderij wordt mineralenconcentraat gebruikt voor de bemesting van gras- en maïsland. De eerste ervaringen zijn positief Lees verder
Opletten en kennis verzamelen in Engeland : meer begrip van wetenschap en management op golfbaan
2 mei 2011
Frank Bielders, hoofdgreenkeeper van golfbaan ‘Hoge Klei’ te Leusden volgde bij het STRI in Bingley een vierdaagse topcursus met betrekking tot het golfbaanonderhoud. De presentaties van toonaangevende deskundigen op dit gebied werden ondersteund door de faciliteiten van het STRI Lees verder
Literatuurstudie chrysant los van de grond : met specifieke aandacht voor de case MobyFlowers
2 mei 2011
De mogelijkheden van chrysantenteelt los van de grond worden al sinds de opkomst van substraatteelt in de jaren ‘70 onderzocht. De wens om los van de grond te komen wordt door meerdere drijfveren ingegeven. De belangrijkste drijfveer voor het ontwikkelen van de teeltsystemen sinds de jaren ’90 zijn de mogelijkheden om emissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het grond- en oppervlaktewater te reduceren. Daarnaast spelen teelttechnische en bedrijfsorganisatorische aspecten: betere teeltsturing, uniformiteit, productieverhoging, ruimtebesparing en arbeidsbesparing. Toch is er nog geen rendabel systeem in de markt voor de chrysantenteelt op substraat. Deze literatuurstudie geeft een overzicht van de teeltsystemen en knelpunten, en daarmee een overzicht van ontwikkelingsrichtingen voor de chrysantenteelt los van de grond. Daarnaast geeft de studie nieuwe inzichten en aanbevelingen voor het versterken van het systeem bij MobyFlowers Lees verder