Onderwerp: Teelt

De mestnormen worden nog steeds naar beneden bijgesteld. Lagere mestnormen vragen om een beter teeltmanagement om toch voldoende opbrengst van gewassen te blijven halen. Dit geldt voor zowel de (melk)veehouderij als de akkerbouw. De mestnormen verschillen per grondsoort: klei en veen en zand en löss, en het maakt uit of er sprake is van gras- of bouwland. Hieronder vindt u het laatste nieuws over mestnormen en teeltmanagement.

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : stikstofmonitoring gescheurd grasland op praktijkvelden (2003 – 2004)

2 mei 2011

In het project ‘Scheuren van grasland’ is in 2003/2004 onderzoek verricht om zicht te krijgen op de stikstofdynamiek bij de teelt van tulpen en aardappelen op gescheurd grasland in praktijksituaties. Hiervoor zijn op verschillende momenten minerale stikstof (Nmin) metingen uitgevoerd om een indruk te krijgen van de stikstofvoorziening tijdens het groeiseizoen en van de hoeveelheid Nmin in november om een schatting te kunnen maken van de risico’s op stikstofuitspoeling gedurende het winterseizoen. Bij tulp gaat het om 8 percelen op kleigrond in West-Friesland (NH) en bij aardappel betreft het 10 percelen op klei- en zandgrond verspreid over Nederland Lees verder

Hulpmeststoffen : beschikbaarheid en opname van stikstof in de biologische teelt van zomertarwe

2 mei 2011

In 2007 heeft het Louis Bolk Instituut onderzoek gedaan naar de eigenschappen van 12 hulpmeststoffen die gebruikt kunnen worden in de biologische landbouw. De doelstelling van het onderzoek in het eerste jaar is een zo goed mogelijke karakterisering van de meststoffen, wat betreft nutriënteninhoud en het vrijkomen van minerale stikstof in de bodem, door middel van een veldexperiment. De meststoffen zijn toegepast in een bemestingsexperiment in zomertarwe (Lavett) op zeeklei. Er zijn significante verschillen gevonden in kwaliteit van de tarwe tussen de verschillende meststoffen, maar door de extreme weersomstandigheden (een droog en warm voorjaar heeft gezorgd voor een slechte kieming en uitstoeling van de tarwe) kunnen hier geen harde conclusies uit getrokken worden. Lees verder

Minder reststikstof met doordacht bemesten : reductie van reststof in de vollegrondsteelt

2 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Bemesting Buxus in vollegrond kan efficiënter

2 mei 2011

Binnen de scherpe stikstofnorm blijven, en toch een kwalitatief goede Buxus in de vollegrond telen? Na twee jaar van onderzoek heeft PPO’er Theo Aendekerk aangetoond dat dat in de praktijk mogelijk moet zijn Lees verder

Mest- en mineralenkennis voor de praktijk : voorjaarstoediening van drijfmest op maïsland op kleigrond

2 mei 2011

In de nieuwe mestwetgeving wordt het aanwenden van drijfmest na 15 september op kleibouwland in de komende jaren stapsgewijs beperkt, tot een volledig verbod in 2009. Voor bedrijven die derogatie aanvragen geldt dit al vanaf 2006. Wat zijn de mogelijkheden om mest in voorjaar toe te dienen? Lees verder

Optimalisatie van stikstofbenutting na het scheuren van grasklaver

2 mei 2011

Voor de biologische landbouw is het van groot belang de stikstofverliezen zo veel mogelijk te beperken en de beschikbare mest, samen met de door vlinderbloemigen vastgelegde stikstof, zo efficiënt mogelijk te benutten. Metingen laten zien dat de nitraatuitspoeling onder biologisch grasland veelal laag is, maar dat de nitraatconcentraties na het scheuren van grasland voor graslandvernieuwing of voor de teelt van voedergewassen hoog oplopen. Deze nitraatcijfers worden veroorzaakt door hogestikstofmineralisatie na scheuren van grasklaver. Ondanks deze hoge stikstofbeschikbaarheid wordt in de praktijk snijmaïs nog met 20-40 m3 drijfmest bemest. Vraag is of dit wel een efficiënt gebruik van de beschikbare mest is. Daartoe is in de afgelopenjaren een aantal experimenten bij praktijkbedrijven uitgevoerd, waarbij bemestingsniveau, tijdstip van grondbewerking en gewaskeuze werden gevarieerd en de effecten daarvan op de N-mineraalhuishouding in de bodem en de productie zijn bepaald. In ditrapport worden deze experimenten geanalyseerd, nadat eerst de biologische snijmaïsteelt en nitraatuitspoeling na het scheuren van grasklaver zijn beschreven Lees verder

Voorjaarsbemesting: de basis voor een goed speelseizoen

2 mei 2011

In Nederland worden we in toenemende mate geconfronteerd met relatief warme winters en een vroeg voorjaar. Gras groeit in die periode langzaam door en gebruikt voeding, ook al zijn er ook in onze milde winters periodes van vorst en sneeuw. Voorjaarsbemesting moet daarom al vroeg beginnen om te voorkomen dat het de reserves op zijn. De keuze van de meststof bepaalt in grote mate hoe het gras zich in de loop van het jaar zal ontwikkelen. Hieronder wordt de greenkeeper een aantal tips gegeven, die hij kan gebruiken bij de keuze van zijn bemestingsstrategie. Lees verder

Voedingselementen in het voetlicht (6) – Spoorelementen

2 mei 2011

Als laatste in deze serie over voedingsstoffen behandelen we de spoorelementen. Zoals de naam al doet vermoeden zijn ze in veel geringere hoeveelheden nodig dan de hoofdelementen. Maar net als bij de hoofdelementen dient een grasplant ook van de spoorelementen een minimale hoeveelheid op te nemen. Indien dat niet gebeurt, gaat de plant toch gebrekverschijnselen vertonen. Hoe gering dus ook, spoorelementen zijn evenzo essentieel voor een grasplant dan elementen als stikstof of kalium. Welke spoorelementen er zijn en welke rol ze vervullen? Dat wordt in onderstaand artikel behandeld. Lees verder

invloed van toemaak op de kwaliteit van veevoer en inname door grote grazers : invloed van bodemverontreiniging op de kwaliteit van veevoer en de gehalten aan lood faeces en orgaanvlees van koeien en schapen in het veenweidegebied

2 mei 2011

Om de kwaliteit van veevoer te bepalen op bodems met toemaakdek is gedurende drie maanden grond, gras en faeces bemonsterd op vier locaties in het Veenweidegebied van de provincie Zuid Holland. Daarnaast is het loodgehalte bepaald van nieren en levers van in totaal zeven geslachte koeien en schapen. Het betreft dieren die vrijwel niet zijn bijgevoerd waardoor de opgebouwde loodgehalten vooral bepaald zijn door het eten van gras van de onderzochte percelen. De analyse van faeces van runderen toont aan dat de loodgehalten van het voer (gras en ingenomen grond) hoger zijn dan die in gras. Tevens blijkt dat er naast aan gras aanhangende grond, ook direct grond wordt ingenomen. De loodgehalten van het voer (2 tot 22 mg Pb kg-1 voer) overschrijden echter niet de norm voor groenvoeder (30 mg Pb kg-1 voer). Lees verder

gele strontvlieg op zijn hoogtepunt

2 mei 2011

Wie door weilanden en natuurgebieden wandelt komt ze regelmatig tegen: koeienvlaaien, paardenvijgen en schapenkeutels. Verse mest kan je in het voorbijgaan vaak herkennen door de wolk van vliegjes die er van opstijgt en die soms hinderlijk in je gezicht komt. Een van die vliegjes is de gele strontvlieg die nu door het koelere weer op zijn hoogtepunt zit Lees verder