Onderwerp: Teelt

De mestnormen worden nog steeds naar beneden bijgesteld. Lagere mestnormen vragen om een beter teeltmanagement om toch voldoende opbrengst van gewassen te blijven halen. Dit geldt voor zowel de (melk)veehouderij als de akkerbouw. De mestnormen verschillen per grondsoort: klei en veen en zand en löss, en het maakt uit of er sprake is van gras- of bouwland. Hieronder vindt u het laatste nieuws over mestnormen en teeltmanagement.

Strooien voor droge koeien : Jan Hollander: “Deze kunstmest is eigenlijk meer een medicijn dan een meststof” : special Gras

2 mei 2011

De kation-anionbalans in droogstandsrantsoenen heeft invloed op de intensiteit, waarop melkziekte voorkomt. Agrifirm en Hendrix UTD ontwikkelden in het kader hiervan een meststof om de kab-waarde van gras te verlagen. Maar is dit niet een te extreme manier van bemesting? Lees verder

reactie van melkveehouders op zanden lössgrond op veranderingen in de voorschriften met betrekking tot graslandvernieuwing

2 mei 2011

In juli 2004 heeft Nederland overeenstemming bereikt met de Europese Commissie over het Derde Nederlandse Actieprogramma (2004-2009) als implementatie van de EU-Nitraatrichtlijn. In dit actieprogramma staan onder meer maatregelen voor het scheuren van grasland. Ze hebben vooral gevolgen voor zand- en lössgrond. Daar mag vanaf 2006 de graszode alleen tussen 1 februari en 10 mei worden vernietigd. Dat houdt in dat het niet langer mogelijk is in de meest gebruikelijke periode (de nazomer) ‘blijvend’ grasland te vernieuwen. Bovendien worden beperkingen gesteld aan de keuze van gewassen die men op gescheurd grasland teelt, wordt bodembemonstering verplicht en moet men de bemesting van het volggewas op de analyseresultaten daarvan afstemmen. Deze laatste beperkingen hebben gevolgen als grasland met bouwland wordt afgewisseld (wisselbouwsituaties). Om de effecten van de veranderingen in de wetgeving voor de Nederlandse melkveehouderij in beeld te brengen is een casus-benadering gevolgd. In september 2005 is tijdens keukentafelgesprekken aan vijf melkveehouders die deelnemen aan het project Koeien & Kansen gevraagd beargumenteerd aan te geven hoe ze met de nieuwe regels denken om te gaan Lees verder

Grondteelt onder permanente overkapping : duidelijkheid in het nieuwe mestdecreet

2 mei 2011

Het nieuwe mestdecreet houdt op een paar punten rekening met de specifieke productie-omstandigheden van groenteteelten onder permanente overkapping. In deze bijdrage wordt opgesomd wat er in het nieuwe mesdecreet specifiek van toepassing is voor grondteelt onder glas Lees verder

Stikstofbemestingsproeven Teff (Eragrostis tef) PPO-Lelystad en PPO-Kooijenburg 2004

2 mei 2011

De stikstofbemestingsproeven vonden zowel in Lelystad als op Kooijenburg plaats. Op iedere locatie werd één qua opzet en uitvoering gelijkvormige proef, aangelegd. Over het verloop en de resultaten van deze stikstofbemestingsproeven met hetgewasTeff wordt in dit rapport verslag gedaan Lees verder

Sturing opbrengst en onderwatergewicht van zetmeelaardappelen door aanpassing van de stikstofbemesting

2 mei 2011

De stikstofbemesting is een factor die de loofontwikkeling en de opbrengst en de kwaliteit (onderwatergewicht) van de knollen sterk beïnvloedt. Daardoor is het van groot belang de stikstofbehoefte per ras te kennen. Door deling van de stikstofbemesting – een beperkte basisgift en naar behoefte bijbemest – is de gewasontwikkeling beter te sturen. Met een beperkte basisgift wordt het gewas niet onnodig verlaat. Van belang voor de opbrengst is, dat de eventuele aanvullende stikstofgift op het juiste moment wordt gegeven. Voor het bepalen van de noodzaak en het tijdstip van de aanvullende gift zijn hulpmiddelen nodig die de stikstofbehoefte van het gewas snel kunnen meten Lees verder

Stikstofbeheer in akkerbouw en vollegrondsgroententeelt

2 mei 2011

Stikstof speelt in twee opzichten een sleutelrol in de biologische akker- en tuinbouw. Stikstof bepaalt in belangrijke mate de potentiële opbrengst, en stikstof is een contaminant in geval van uitspoeling en NOx-emissie. De EU-gestuurde nationale wetgeving en de EKO-normering (naar 100% bio mest) zullen aangescherpt worden. Reden genoeg dus om goed te weten hoe de stikstofdynamiek van uw bedrijf in elkaar steekt en om te weten waar sturingsmogelijkheden liggen. Het computerprogramma NDICEA levert hiervoor betrouwbare en perceelspecifieke informatie op. Lees verder

Effect of manure application technique on nitrous oxide emission from agricultural soils

2 mei 2011

Effect van de uitstoot van kunstmeststoffen. Lees verder

Meningen over vloeibare kunstmest blijven verdeeld : Wim Bussink : “Alleen prijs en arbeid zijn bepalend voor de keuze tussen vloeibare of korrelkunstmest, niet de opbrengst

2 mei 2011

Vloeibare meststoffen zijn al een flink aantal jaren op de markt, maar maken nog steeds geen grote opgang. De opbrengstcijfers vanuit onderzoeken zijn allesbehalve eenduidig. Het gebruik van vloeibare meststoffen is een afweging tussen kostprijs, arbeid, efficiëntie, precisie en milieu” Lees verder

Biologisch telen doe je in de grond : handleiding voor een vruchtbare kasbodem

2 mei 2011

Intensieve glastuinbouw zonder vruchtwisseling leidt vroeg of laat tot grondgebonden ziekten & plagen. Als antwoord op deze grondproblemen heeft de reguliere Nederlandse vruchtgroenteteler de bodem ingeruild voor substraat. Hardnekkige bodemgebonden plagen behoren voor deze telers tot het verleden. Hiermee is ook kennis over de kasbodem op de achtergrond geraakt en onderzoek naar de bodem in relatie tot bodemleven en specifieke eigenschappen stil komen te staan. Biologische teelt onder glas is grondgebonden, maar ook bloemen onder glas wortelen in de bodem. Zowel binnen het onderzoek aan biologische glastuinbouw als in studiegroepen van biologische telers staat de bodem bovenaan de agenda. Deze brochure, het resultaat van samenwerking tussen biologische bedrijfsnetwerken glastuinbouw, bollen & bloemen en het onderwijs, gaat in op omschakeling naar het biologisch bedrijfssysteem, bodemvruchtbaarheid, bodemanalyse, organische stof, bemesting en bodemgebonden plagen en ziekten Lees verder

Ammoniakemissie bij alternatieve mesttoedienigsmethoden : deskstudie

2 mei 2011

Eind vorige eeuw is emissiearme mesttoediening geïmplementeerd binnen de regelgeving met het doel de ammoniakemissie vergaand te reduceren. Binnen de raamwerken van het Nederlandse beleid wordt ingestelde regelgeving van tijd tot tijd geëvalueerd. In het verleden zijn ook alternatieven onderzocht om de emissie bij het uitrijden te reduceren. Bij deze alternatieven werd de mest veelal bovengronds toegediend. Een overzicht van deze technieken met bijbehorende effecten op de ammoniakemissie ontbreekt. Voor de evaluatie van emissiearme mesttoediening is het ook van belang inzicht te hebben in deze alternatieven. In een deskstudie zijn de alternatieve mesttoedieningsmethoden op een rij gezet met bijbehorende (verwachte) ammoniakemissie en achtergronden over de toepassing van deze technieken. Het overzicht is gericht op methoden voor grasland. Eventuele gewaseffecten, optredende geur en afwenteling van emissies naar andere compartimenten zijn in deze rapportage niet meegenomen Lees verder