Nieuwste berichten
Onderwerp: Teelt
Minder en anders bemesten : resultaten van een vierjarig project over innovatieve bemesting
8 juni 2011
In dit rapport worden samenvattingen gegeven van diverse onderzoeken gedurende drie jaar op vier verschillende bedrijven. Daarbij komt vooral de opbrengst aan de orde en in mindere mate mineralenbalansen en productkwaliteit. Het project richtte zich op minder en anders bemesten in diverse bedrijfstypen met gelijke of hogere opbrengsten, verbetering van de productkwaliteit en handhaven of verbeteren van de duurzame bodemvruchtbaarheid. Het rapport eindigt met een lijst met conclusies die laat zien dat er vele middelen mogelijk en nodig zijn om een flinke slag te kunnen maken in de efficiëntie waarmee (aangevoerde) nutriënten benut kunnen worden. Lees verder
Tip – Inzaai rietzwenk als groenbemester
8 juni 2011
Op de DLV-nfo-avonden “Bouwvoor in beeld” is aandacht besteed aan de aanvoer van organische stof met o.a. rietzwenk als groenbemester. Kennis over deze werkwijze is tot op heden nog beperkt. Voor- en nadelen worden gegeven. Lees verder
Energiekompas voor de Veenkoloniën : voorlopige resultaten onderzoek 2007
7 juni 2011
In het voorliggende rapport worden de resultaten weergegeven van de proeven die in 2007 in het kader van het project “Energiekompas voor de veenkoloniën” zijn uitgevoerd. Het betrof proeven met maïs, soedangras en sorghum waarbij de effecten zijn onderzocht van: rassen, zaaidichtheid, zaaitijdstip, oogsttijdstip, bemesting, beregening en groenbemesters. In de diverse proeven zijn de verschillen in verse opbrengst, drogestof opbrengst en biogasopbrengst bepaald. Lees verder
Ontwikkeling van geleide bemestingssystemen bij de teelt van zetmeelaardappelen
7 juni 2011
In het kader van LNV-onderzoeksprogramma Mest- en Mineralen verrichten PPO en PRI onderzoek aan systemen van geleide bemesting. Geleide bemesting heeft tot doel om het aanbod van nutriënten beter af stemmen op de gewasvraag, zodat bij optimale productie en kwaliteit de mestgift zo klein mogelijk is en de verliezen naar het milieu worden beperkt. De stikstofbemesting in de zetmeelaardappelteelt is gericht op het behalen van een optimaal financieel rendement, waarbij de stikstofgift niet te laag en niet te hoog mag zijn. De stikstofgift wordt afgestemd op het ras en vaak in één keer vóór poten toegediend. Echter, de wisselende en moeilijk te voorspellen mineralisatie van stikstof maakt het lastig om de optimale gift goed te kunnen bepalen. Om hier beter op in te kunnen spelen, zijn bijmestsystemen ontwikkeld, waarbij met een lagere stikstofgift wordt gestart en in de zomer wordt bijbemest. De hoogte van de bijmestgift wordt bepaald na meting van de stikstofvoorraad in de bodem of de stikstoftoestand van het gewas Lees verder
Onderzoek en interpretatie : het hoe en wat over grasveldonderzoek in de US of A
7 juni 2011
Tijdens de Penn State-velddagen in Pennsylvania presenteren de professoren hun vorderingen in grasveldonderzoek. “Geen machines kijken, zoals tijdens de Demo-Dagen op Papendal, en hoe je gras moet maaien,” schrijft Niels Dokkuma in dit artikel, “maar meer de uitwerking evalueren van verschillende producten, doseringen en de timing. Tijdens de Penn State-velddagen gaat het om de groei van het gras!” Lees verder
Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaten tuinbouw op klei. Rozendaal, courgette 2009
6 juni 2011
In het kader van het project Minder en Anders Bemesten is op het bedrijf van Jan en Hans van Lierop een vervolgonderzoek uitgevoerd. In een veldexperiment in herhalingen is getracht de productie van courgette gelijkmatiger in het seizoen te verdelen door op twee peilers te steunen: een bescheiden bemesting om de productie in het begin van het seizoen te verhogen, en grasklaver als voorvrucht om de productie verderop in het seizoen te verhogen. De resultaten tonen dat deze aanpak werkt: met een relatief kleine bemesting is er geen sprake van een verlaagde opbrengst in de eerste helft van de productieperiode. Verder is de bodemstructuur verbeterd door de grasklaver en is de mestgift lager dan anders het geval zou zijn geweest. Lees verder
Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaat tuinbouw op klei. Rozendaal, courgette 2008
6 juni 2011
Op een kleigrond werd in samenwerking met een tuinbouwer een systeem ontwikkeld voor de teelt van courgette na gras/klaver voorvrucht. Het betreft de teelt op bedden met een aangepaste bemesting. De resultaten laten zien dat het systeem voor courgette nog niet bedrijfsklaar is. De praktijkbehandeling had in eerste instantie grotere planten en een hogere opbrengst. Dit had te maken met meer beschikbaar N in een wat vroeger stadium van het groeiseizoen. In een later stadium had vooral de behandeling van courgette na gras/klaver op gespitte en gefreesde bedden in de gras/klaver een hogere opbrengst dan die van de praktijkbehandeling. Hierdoor was in totaal de opbrengst van de courgette praktijk vergelijkbaar met die van de courgette na gras/klaver op gespitte en gefreesde bedden. We concluderen dat de courgetteteelt verder geoptimaliseerd kan worden wat betreft timing van de beschikbaar komende stikstof. Lees verder
Perspectief druppelirrigatie en -fertigatie in consumptieaardappelen op droge zandgrond valt tegen
6 juni 2011
De toediening van stikstof en water via druppelslangen werd enkele jaren geleden beschouwd als één van de mogelijke oplossingen voor het verkleinen van het stikstofoverschot op droge zandgronden. PPO heeft deze methode onderzocht in de teelt van consumptieaardappelen, maar het perspectief ervan viel tegen Lees verder
Teelthandleiding groenbemesters : bijlage: organische stof
6 juni 2011
Om het humusgehalte op peil te houden dienen jaarlijks meerdere mogelijkheden benut te worden om organische stof toe te voegen aan de bodem. Slechts een fractie van de organische stof die aan de bodem wordt toegevoegd zet zich om in humus. Dit gedeelte noemt men de effectieve organische stof (= gedeelte van de toegevoerde organische stof dat na een jaar nog in de bouwvoor aanwezig is) Lees verder
Teelthandleiding groenbemesters : gele mosterd (Sinapis alba)
6 juni 2011
Gele mosterd behoort, evenals bladrammenas, tot de kruisbloemigen. Onder gunstige groeiomstandigheden kan het gewas in korte tijd veel organische stof produceren. Gele mosterd vormt dan een lang (1-2 m) en massaal gewas met een beperkte stevigheid. Meestal is een voorbewerking nodig (klepelen, maaien) om het gewas goed te kunnen onderploegen. Zijn de omstandigheden minder gunstig dan zal de groei tegenvallen. Gele mosterd wordt veelal gebruikt als groenbemester op laat vrijkomend land. Het gewas heeft een stevige penwortel die zich niet verdikt. In zes weken tijd is de grond tot zo’n 70 cm doorworteld. Gele mosterd is sterk (nacht)vorstgevoelig. Bij een flinke nachtvorst vriezen de waterige stengels en bladeren al kapot. Gele mosterd stelt niet veel eisen aan de grond en kan op de meeste grondsoorten geteeld worden. Alleen zure gronden zijn niet erg geschikt voor de teelt. Gele mosterd wordt vooral voor de toevoer van organische stof verbouwd en als antistuif-gewas, vrijwel nooit voor voederdoeleinden. Voor bestrijding van bietencysteaaltjes is de zaaitijd van het gewas meestal te laat Lees verder