Onderwerp: Uitrijden

Dierlijke mest, zuiveringslib en kunstmeststoffen mogen niet het hele jaar worden uitgereden. Het hangt af van de grondsoort, de mestsoort, het type mest en of het om gras- of bouwland gaat. Er zijn veel regels en daarmee gepaard gaande nieuwsberichten. Hieronder vindt u het laatste nieuws over het uitrijden van mest.

Wees kritisch bij de bemesting van suikerbieten

2 mei 2011

Bij het vaststellen van de hoogte van de stikstof-, fosfaat- en kaliumgiften en de keuze van de meststoffen moet u (ook) rekening houden met de kosten van de meststoffen. Vooral de kunstmeststoffen zijn duurder geworden. De hoogte van de stikstofgift heeft geen invloed op de mate van optreden van bladvlekkenziekten. Het aminostikstofgehalte van de biet was in 2008 vaak erg laag. Dit hoeft niet te betekenen dat de stikstofbemesting te laag is geweest. In dit artikel wordt nader op deze onderwerpen ingegaan Lees verder

Bennie en Thea Bomers in Eibergen: “wat we in het begin van het seizoen aan opbrengst en (eiwit-) gehalten missen, halen we aan het eind terug, drijfmest werkt lang na!”

2 mei 2011

Het melkveebedrijf van de familie Bomers uit Eibergen volgt de maatschappelijke gewenste ontwikkelingen, van intensief naar extensief, van gangbaar naar biologisch. En dat we van doen hebben met creatieve ondernemers blijkt uit het feit dat er gekozen is voor een nog verdere verbreding van het bedrijf door agrotoerisme Lees verder

Service contract “Integrated measures in agriculture to reduce ammonia emissions”, Assessment of most promising measures

2 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : evenwichtsbemesting met fosfaat op grasland

2 mei 2011

De maatschappelijke discussie over fosfaatnormen heeft de aandacht gericht op de veeljarige effecten van fosfaat evenwichtsbemesting. Invoering van de gebruiksnormen voor fosfaat en het streven naar evenwichtsbemesting met fosfaat op landbouwgronden geven een nieuw impuls aan deze discussie. In 1995 werd de fosfaatdeskstudie uitgevoerd. Daaruit bleek dat er onzekerheid bestaat over de (landbouwkundige) gevolgen van fosfaatevenwichtsbemesting op middenlange en lange termijn. Die onzekerheid werd in verband gebracht met de hoeveelheid fosfaat die nodig is om de fosfaattoestand van de bodem, de opbrengst en kwaliteit te handhaven. Bij evenwichtsbemesting mag net zoveel fosfaat aangevoerd mag worden via dierlijke mest en kunstmest als afgevoerd wordt met gewas. In de nieuwe mestwetgeving wordt de toegestane fosfaatbemesting (inclusief weidemest) stapsgewijs afgebouwd naar de onttrekking door het gewas in 2015. Fosfaatevenwichtsbemesting en de landbouwkundige gevolgen op grasland is nu acht jaar onderzocht. Dit nieuwsblad geeft recente resultaten van veldonderzoek Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : is ‘bovengronds’ een alternatief voor zodebemesting?

2 mei 2011

Sommige veehouders hebben een hekel aan zodebemesting. Zij wijzen er op dat zware machines bodem en gewas kunnen beschadigen en benadrukken dat niet alleen de gebruikte machine het ammoniakverlies bepaalt, maar ook de ‘mestkwaliteit’ en de weersomstandigheden. Daarnaast speelt de intensiteit van een bedrijf een rol via de totale jaarlijkse mestgift. De wetgeving differentiëert niet voor die variabelen. Onderzoek ID, IMAG, PRI en PV doen samen onderzoek aan de effecten van ‘mestkwaliteit’ op verliezen en benutting. Dat onderzoek geeft aan dat het eiwitgehalte van een rantsoen een belangrijke invloed heeft op de samenstelling van mest Lees verder

Strategieën voor duurzaam bodemmanagement : ervaringen uit de biologische landbouw

2 mei 2011

Vele wegen leiden naar een duurzamer beheer van de bodem. Voor elk bedrijf is dé duurzame strategie een andere, voortkomend uit een andere visie, leidend tot andere keuzes in de bedrijfsvoering. De vijf strategieën die in deze brochure centraal staan geven mogelijkheden aan voor rendabele akkerbouwsystemen met beperkte druk op het milieu en veelal een positief effect op de opbouw van bodemvruchtbaarheid en op de klimaatdoelstellingen zoals het behoud van organische stof in de bodem. Lees verder

Precise soil management as a tool to reduce CH4 and N20 emissions from agricultural soils

2 mei 2011

Landbouwgronden zijn een belangrijke bron van de relatief sterke broeikasgassen lachgas (N2O) en methaan (CH4). Bodemverdichting als gevolg van het gebruik van zware machines op het land stimuleert de emissie van N2O en CH4. In dit rapport worden de gegevens gepresenteerd over emissies uit een akkerbouwgrond waar bodemverdichting gereduceerd werd door het gebruik van het rijpadensysteem. De emissie van N2O en CH4 bij rijpaden en minder bodemverdichting was aanzienlijk lager dan de emissie uit controlevelden waar het land op traditionele wijze bewerkt werd. Op grond van veld- en laboratorium waarnemingen hebben we een eenvoudig model opgesteld waarin de emissie van N2O beschreven wordt als functie van het gasgevulde poriegehalte en de bodemrespiratie. De landbouwers op kleigronden hebben (naar verwachting) het meeste voordeel van toepassing van het rijpadensysteem: ze kunnen zo na een natte periode eerder het land op, kleigrond is gevoeliger voor verdichting dan zand, en de vermeden emissie is op klei het grootst. De invoering van het rijpadensysteem zal kunnen leiden tot een vermindering van de N2O emissie vanuit de Nederlandse akkerbouw van ~169 ton N2O-N per jaar Lees verder

Grip op groei en bloei

2 mei 2011

Hoe stuur je Rhododenron en Pieris? De markt stelt steeds hogere eisen aan het geleverde product. Hoe zorg je er als kweker voor dat planten op precies het juiste moment bloeien en het juiste formaat hebben? PPO onderzocht het Lees verder

Bij belichten vooral kali/calcium-verhouding goed in de gaten houden : aangepast bemesten bij belichte teelten

2 mei 2011

Met het belichten van gewassen in de winterperiode probeert een teler de groei jaarrond op hetzelfde niveau te houden, maar moet hij dan het voedingsschema wel of niet aanpassen? Lees verder

Optimalisatie N-bemesting wintertarwe m.b.v. chlorophylmeting

2 mei 2011

In 2001 is het N-adviessysteem voor wintertarwe op basis van chlorophylmeting op een 50-tal praktijkpercelen geïntroduceerd. Tarwepercelen in het Noordoosten (Oldambt), midden (Oostelijk en Zuidelijk Flevoland) en Zuidwesten (Hoekse Waard en Noord Beveland) werden bezocht. Omdat het voorafgaande bemestingsonderzoek was uitgevoerd bij het ras Ritmo hadden percelen ingezaaid met dit ras de voorkeur. Echter ook percelen Vivant, Bercy en Drifter waren geschikt om aan het onderzoek mee te doen; inde periode 1998-2000 waren de verschillen in groenheid van enkele rassen t.o.v. Ritmo vastgelegd Lees verder