Nieuwste berichten
Onderwerp: Uitrijden
Teelthandleiding groenbemesters : gele mosterd (Sinapis alba)
6 juni 2011
Gele mosterd behoort, evenals bladrammenas, tot de kruisbloemigen. Onder gunstige groeiomstandigheden kan het gewas in korte tijd veel organische stof produceren. Gele mosterd vormt dan een lang (1-2 m) en massaal gewas met een beperkte stevigheid. Meestal is een voorbewerking nodig (klepelen, maaien) om het gewas goed te kunnen onderploegen. Zijn de omstandigheden minder gunstig dan zal de groei tegenvallen. Gele mosterd wordt veelal gebruikt als groenbemester op laat vrijkomend land. Het gewas heeft een stevige penwortel die zich niet verdikt. In zes weken tijd is de grond tot zo’n 70 cm doorworteld. Gele mosterd is sterk (nacht)vorstgevoelig. Bij een flinke nachtvorst vriezen de waterige stengels en bladeren al kapot. Gele mosterd stelt niet veel eisen aan de grond en kan op de meeste grondsoorten geteeld worden. Alleen zure gronden zijn niet erg geschikt voor de teelt. Gele mosterd wordt vooral voor de toevoer van organische stof verbouwd en als antistuif-gewas, vrijwel nooit voor voederdoeleinden. Voor bestrijding van bietencysteaaltjes is de zaaitijd van het gewas meestal te laat Lees verder
Organische (nieuwe) meststoffen, (gewenste) samenstelling en werking
6 juni 2011
Doelstelling van dit project van het Masterplan Mineralenmanagement (MMM) is om de aanwezige kennis op het gebied van de beschikbaarheid van mineralen uit organische meststoffen beter te ordenen, te actualiseren en toegankelijk te maken. Hiervoor wordt een rekenmodule ontwikkeld, waarmee akkerbouwers meer inzicht krijgen in de beschikbaarheid van mineralen uit organische meststoffen en de gewasvraag. Lees verder
Naar andere aanwending van mest op kleigrond
6 juni 2011
In seizoen 2005/2006 wordt het uitrijden van drijfmest op kleigrond in de maanden december en januari verboden. Bovendien wordt de najaarstoepassing ontmoedigd door het hanteren van een forfaitaire werkingscoëfficiënt voor stikstof in drijfmest van 30% . Deze werkingscoëfficiënt wordt de volgende jaren verhoogd tot die van voorjaarstoepassing. De verbodsperiode wordt bovendien de komende jaren uitgebreid tot een verbodsperiode van 15 september tot 1 februari. De nieuwe wetgeving heeft grote gevolgen voor de mesttoepassing op kleigrond. Nu wordt bijna alle dierlijke mest op kleigrond immers juist in het najaar uitgereden. Het is nog onduidelijk hoe in de nieuwe mestwetgeving wordt omgegaan met toepassing van vaste mestsoorten en met de vaste, rulle fractie van gescheiden mest. In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de akkerbouwer op kleigrond heeft om ook in de toekomst dierlijke mest te gebruiken. Voorjaarstoepassing van mest en toepassing van de vaste, rulle fractie van gescheiden drijfmest in het najaar bieden het meeste perspectief. Lees verder
Organische stof heeft nog veel geheimen
6 juni 2011
Voldoende organische stof in de bodem is de beste garantie voor een goede kwaliteit bodem. Dat is wat vaak beweerd wordt. Maar is dat wel zo, en wat is voldoende? Een overzicht van de zegeningen van organische stof, maar ook van wat er nog niet bekend is. Lees verder
Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaat tuinbouw op zand; Van Lierop 2008-2010
6 juni 2011
In het kader van een heroriëntatie op bemesting in de biologische tuinbouw op zandgrond is een veldproef aangelegd op het bedrijf van Jan van Lierop in Mierlo, Noord-Brabant. Gezien de nieuwe regels op het gebied van de mestwetgeving werd gezocht naar manieren om de mineralenaanvoer te verlagen zonder de opbrengst te verlagen. In 2008, 2009 en 2010 is volgens vijf verschillende varianten bemest. In alle drie de jaren was er een reactie van het gewas wat betreft opbrengst (venkel in 2008, prei in 2010) of productkwaliteit (andijvie in 2009) op de voor het gewas beschikbaar gekomen hoeveelheid stikstof. In drie jaar lijkt er een positief effect zichtbaar van de compost op structuur en beworteling. Geen van de onderzochte varianten kan rechtstreeks gebruikt worden als alternatieve strategie voor het huidige bemestingsregime. Ze zijn té eenzijdig gericht zijn op gewas (vinasse, luzerne) óf zetten te zwaar in op bodemverzorging (Compost + vinasse). De mineralenbalansen vertonen in alle gevallen tekorten of zware overschotten (compost + vinasse). Een combinatie van beide strategieën ligt voor de hand. Lees verder
Nieuwe bijmestsystemen en -strategieën in aardappelen
6 juni 2011
Beschrijving van het project ‘nieuwe bijmestsystemen en -strategieën in aardappelen’ van het Masterplan Mineralenmanagement (MMM). De stikstofbenutting van het gewas aardappel is vrij slecht. Na de teelt blijft hierdoor veel reststikstof in de bodem achter. In de winter spoelt dit vooral op zand- en lössgronden gemakkelijk uit. Door bemesting beter op de stikstofbehoefte van het gewas af te stemmen kan de stikstofefficiëntie worden verbeterd. Met nieuwe sensortechnieken dienen zich mogelijkheden aan, om het bijmesten adequaat en praktisch inpasbaar te maken. Lees verder
Teelthandleiding groenbemesters : bladrammenas (Raphanus sativus)
6 juni 2011
Bladrammenas is een weinig knolvormende vorm van rammenas en is geschikt voor alle grondsoorten. Het gewas heeft een snelle beginontwikkeling en vormt in korte tijd een massaal gewas dat gemakkelijk onkruid onderdrukt. De begingroei is wel iets minder vlot dan van gele mosterd. Bladrammenas is, vergeleken met gele mosterd, minder gevoelig voor nachtvorst. Daardoor kan het nog vrij lang doorgroeien en ook bij late zaai nog voldoende gewas vormen om het land ’s winters te beschermen. Wanneer echter de vorst intreedt vriest ook bladrammenas dood. De planten hebben penwortels, maar door de beperkte hoeveelheid zijwortels is de doorworteling van de grond en de wortelopbrengst veel minder dan bij grasgroenbemesters. De stengels en bladeren van het gewas zijn behaard. Bij vroege zaai komt bladrammenas snel in bloei, maar er zijn grote rasverschillen. Bladrammenas wordt geteeld vanwege de toevoer van organische stof, als N-vanggewas, als bietencysteaaltjesbestrijder en als bescherming van de grond tegen verstuiven Lees verder
Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaten tuinbouw op klei. Rozendaal, courgette 2009
6 juni 2011
In het kader van het project Minder en Anders Bemesten is op het bedrijf van Jan en Hans van Lierop een vervolgonderzoek uitgevoerd. In een veldexperiment in herhalingen is getracht de productie van courgette gelijkmatiger in het seizoen te verdelen door op twee peilers te steunen: een bescheiden bemesting om de productie in het begin van het seizoen te verhogen, en grasklaver als voorvrucht om de productie verderop in het seizoen te verhogen. De resultaten tonen dat deze aanpak werkt: met een relatief kleine bemesting is er geen sprake van een verlaagde opbrengst in de eerste helft van de productieperiode. Verder is de bodemstructuur verbeterd door de grasklaver en is de mestgift lager dan anders het geval zou zijn geweest. Lees verder
Weinig opbrengsteffect van extra fosfaatgift op zandgrond
3 juni 2011
Ten zuiden van Roosendaal loopt het Interregproject ‘Interactief fosfaatbeheer Molenbeek’, dat wordt uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut en Royal Haskoning in opdracht van de ZLTO. Doel is om door middel van praktisch toepasbare maatregelen te werken aan een lagere fosfaatbelasting van de Molenbeek. Bij Piet de Regt, één van de deelnemende melkveehouders, is het effect van het weglaten van extra fosfaatbemesting op grasland onder de loep genomen. Lees verder
Verbeteren mogelijkheden groenbemesters + nieuwe groenbemesters
1 juni 2011
In fase 1 van dit onderzoek wordt de kennis over optimale teelt en effect van groenbemesters geïnventariseerd en worden de witte vlekken in beeld gebracht. In de studie wordt gefocust op de meer gangbare groenbemesters en nieuwe groenbemesters met perspectief. Ook wordt nagegaan of onbekende groenbemesters functies kunnen vervullen waaraan de bekende groenbemesters niet of onvoldoende voldoen. In fase 2 worden proeven en demonstraties aangelegd. Met de in dit project verzamelde kennis wordt een groenbemester kieswijzerIn één oogopslag moet de teler een keuze kunnen ten aanzien van ‘groenbemesters’. en groenbemester teelttabelIn één oogopslag moet de teler een keuze kunnen ten aanzien van ‘groenbemesters’. opgesteld. Lees verder