Nieuwste berichten
Onderwerp: Uitrijden
Strooi met verstand
18 augustus 2011
Een goed afgestelde kunstmeststrooier beperkt verspilling van kostbare kunstmest. Dave Ryan adviseert akkerbouwers hoe zij hun strooier het beste kunnen gebruiken. Lees verder
Afscheid van Betacal om fosfaatbijtelling
18 augustus 2011
Herman Hendriks spreekt heel positief over Betacal als meststof vóór de bietenteelt. Jaarlijks liet hij er steevast 250 ton van aanrukken. De fosfaatbijtelling voor de gebruiksnormen noopt hem afscheid te nemen van deze meststof. Lees verder
Organische stof houdt grond gezond
17 augustus 2011
Door het strenge mineralenbeleid wordt het voor akkerbouwers steeds lastiger om gebruik te maken van dierlijke mest. Tegelijkertijd groeit de belangstelling voor stro en andere ‘restproducten’ om er groene energie uit te winnen. Beide ontwikkelingen leiden tot een verminderde aanvoer van verse organische stof. Een extra bedreiging voor de bodem, die het toch al niet gemakkelijk heeft. Lees verder
Fertigation; Anlagen zur Düngunereinspeisung
12 augustus 2011
Een eenvoudig bemestingssyteem voor de vollegronds groenteteelt. Vanuit een in de bodem ingegraven tank met gietwater wordt de voedingsoplossing via een EC-regelaar, die de benodigde hoeveelheid vloeibare meststof injecteert, naar de plant gebracht. Lees verder
Effect van grassoort en N-bemestingsniveau op productie, beworteling en N-mineraal in de herfst : veldproef op zandgrond met Engels Raaigras, Kropaar en Rietzwenkgras
11 augustus 2011
Een betere benutting van nutriënten door grasland verkleint de kans op milieuverontreiniging door uit- en afspoeling. Wanneer grasland dieper en intensiever wortelt, en daardoor de nutriënten beter benut, produceert het gras meer met minder, en de verliezen naar het milieu zijn kleiner. Het is daarom van belang om praktische maatregelen te onderzoeken waarmee graslandbeheerders de beworteling van hun grasland kunnen beïnvloeden. In een veldproef op zandgrond is in 2010 het effect onderzocht van de factoren grassoort (Engels raaigras, Kropaar en Rietzwenkgras) en N-bemesting (200 versus 400 kg N / ha / jaar) op de grasproductie, de N- en P-opbrengst, de beworteling (wortelmassa en wortellengte in vier lagen tussen 0 en 32 cm diepte), en de minerale N-voorraad (0-90 cm) in de herfst. De algemene bevinding was dat Rietzwenkgras en Kropaar goed produceerden bij een lage N-bemesting. Op grond van de N-voorraad metingen in de herfst leek Rietzwenkgras bovendien in staat efficiënt om te kunnen gaan met een hogere N-gift. Dit werd ondersteund door de metingen aan de beworteling. Lees verder
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouw- en vollegrondsgroentengewassen
9 augustus 2011
Als gevolg van het gebruiksnormenstelsel is een scherpe bemestingsstrategie noodzakelijk. Bemestingsadviezen zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. Vanaf 2006 vormen de bemestingsadviezen zelfs de basis voor de gebruiksnormen. De ‘Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouw- en vollegrondsgroentengewassen’ bevat de meest actuele adviezen. Ze zijn vastgesteld door de Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroententeelt. Het voorzitterschap van deze commissie is in handen van LTO-Nederland, terwijl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) het secretariaat voert. De adviesbasis is bedoeld voor zowel intermediairen (o.a. voorlichting, laboratoria, onderwijs, onderzoek) als telers. Lees verder
Optimalisatie stikstofbemesting Engels raaigras, oogst …
9 augustus 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Trends in de fosfaattoestand van landbouwgronden in Nederland in de periode 1998-2003
8 augustus 2011
Om inzicht te krijgen in hoeverre het mestbeleid effect heeft gehad op het verloop van de fosfaattoestand van landbouwgronden zijn de monsters die in de periode 1998-2003 door BLGG zijn genomen en geanalyseerd op de fosfaattoestand nader bestudeerd. Uit de analyse blijkt dat de fosfaattoestand van bouwlandpercelen enigszins is toegenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de fosfaat¬toestand van kleibouwland is toegenomen. Voor de overige teelten (grasland en maïsland) zijn vooralsnog in deze periode geen duidelijke trends waarneembaar Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : een N balans voor toegediende kunstmest in een uitspoelingsgevoelige zandgrond door middel van 15N labelling
5 augustus 2011
Betrouwbare stikstof (N) balansen voor agroecosystemen zijn van groot belang voor het in kaart brengen van N emissies naar het milieu in de vorm van lachgas, stikstofgas, ammoniak en nitraat. Vanwege de relatief grote hoeveelheid N in de bodem organische stof t.o.v. toediening en emissies, is het echter moeilijk om met conventionele methoden een mogelijke toe- of afname van de hoeveelheid N in de bodem te kwantificeren. Verder is het vaak niet mogelijk om te bepalen in welke mate emissies afkomstig zijn van toegediende mest of van N uit de organische stof in de bodem. Beide problemen kunnen worden verholpen door het toedienen van (kunst)mest die gelabeld is met 15N, een zwaardere isotoop van stikstof. Het lot van de toegediende mest kan hierdoor precies worden gevolgd Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : sturen op nitraat: de boer als milieumanager
5 augustus 2011
In dit infoblad wordt aangegeven op welke wijze gebruik kan worden gemaakt van deze Nmin indicator om het gemiddeld nitraatgehalte van het grondwater op een landbouwbedrijf te bepalen. De basis daarvoor is een set van relaties tussen Nmin (najaar) en het nitraatgehalte van het bovenste grondwater in het voorjaar die door het project Sturen op Nitraat is vastgesteld en getoetst op zowel bedrijfsniveau als regionaal niveau (infoblad85). Deze relaties zijn geldig voor de meeste zand- en lössgronden, drie categorieën grondwatertrap en drie vormen van bodemgebruik: akkerbouw, gras, maïs. De voorkeur voor de Nmin-indicator boven directe meting van het nitraatgehalte berust op kosten overwegingen en op de vertrouwdheid die boeren hebben met de meting van stikstofvoorraden in de bodem en ervaring die bedrijfslaboratoria hebben met het nemen van grondmonsters Lees verder