Onderwerp: Uitrijden

Dierlijke mest, zuiveringslib en kunstmeststoffen mogen niet het hele jaar worden uitgereden. Het hangt af van de grondsoort, de mestsoort, het type mest en of het om gras- of bouwland gaat. Er zijn veel regels en daarmee gepaard gaande nieuwsberichten. Hieronder vindt u het laatste nieuws over het uitrijden van mest.

invloed van een zwavelbemesting op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten : verslag van onderzoek op zes proefvelden in 2005 en 2006

29 augustus 2011

In 2005 en 2006 heeft het IRS, in overleg en samenwerking met het Blgg te Oosterbeek, in totaal zes proefvelden aangelegd om te onderzoeken of een zwavelbemesting aan suikerbieten invloed heeft op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten. De resultaten staan vermeld in bijgaand IRS rapport 09R01. Lees verder

Geleide bemesting in de open teelten : ontwikkeling van systemen

29 augustus 2011

Een geleid bemestingssysteem is een combinatie van technieken die het mogelijk maken om stikstof meststof toe te dienen zodanig dat het N-aanbod zo goed mogelijk in overeenstemming is met de N-opname en de N-behoefte van het gewas. Het doel van geleide bemestingsystemen is om te komen tot lagere N-giften en N-verliezen bij gelijkblijvende opbrengst (kwantitatief en kwalitatief) ten opzichte van de huidige standaard bemestingssystemen. Uit de proeven bleek bepaalde combinaties van verschillende systemen of aanvullingen op onderdelen van systemen nog tot een duidelijke bespring van N-gift zouden kunnen leiden, zonder negatieve effecten op de opbrengst. Lees verder

Mogelijkheden en waarde van alternatieve meststoffen

26 augustus 2011

Vloeibare meststoffen staan in de akkerbouw sterk in de belangstelling. Er is een breed aanbod aan vloeibare minerale meststoffen beschikbaar. De laatste jaren komen er in toenemende mate ook producten beschikbaar die afkomstig zijn uit mestscheiding en mestverwerking, luchtwassers en industriële reststromen (bijvoorbeeld uit de voedingsindustrie). Het betreft zowel vloeibare (bijvoorbeeld spuiwater) als vaste producten (bijvoorbeeld struviet). Een recente ontwikkeling is het verwerken van dierlijke mest tot mineralenconcentraten. In 2009 is een pilot gestart waarin wordt onderzocht of het mineralenconcentraat kan dienen als kunstmestvervanger. Van belang is vast te stellen welke landbouwkundige waarde deze producten hebben en of deze producten een goedkoop alternatief kunnen zijn voor gangbare meststoffen. De werking van alternatieve meststoffen is gemiddeld niet beter dan die van korrelmeststoffen. De kostprijs van het product en of een besparing op de toedieningskosten bepalen of de inzet ervan aantrekkelijk is op uw bedrijf. Daarnaast vraagt de inzet ervan maatwerk. Lees verder

Effecten van silicium op aardappel

26 augustus 2011

Uit het onderzoek naar de effecten van silicium in de teelt van (poot)aardappel kan samenvattend worden geconcludeerd dat er met betrekking tot droogtetolerantie en weerbaarheid tegen ziekten alsook uit het oogpunt van P-beschikbaarheid er perspectieven lijken te zijn voor het gebruik van Si in (poot)aardappel. Lees verder

Tip – magnesium op orde

26 augustus 2011

Advies over magnesiumbemesting. Lees verder

Wijzer met mineralen

26 augustus 2011

Doelstelling van dit kennisoverdrachtsproject is om akkerbouwers en intermediairs maximaal gebruik te laten maken van de kennis over optimaal en efficiënt gebruik van mineralen. Zowel van de bestaande als de nieuwe kennis die de komende jaren uit onderzoek (mede vanuit het Masterplan Mineralenmanagement) beschikbaar komt. Doelgroepen in dit project zijn alle individuele akkerbouwers, akkerbouwstudiegroepen, adviseurs die zich bezig houden met mineralenmanagement, intermediairs, bestuurders/beleid en het landbouwonderwijs. Lees verder

zachte landing? : over noodzaak en mogelijkheid van paradigmawissel in de landbouwwetenschappen

25 augustus 2011

Na de tweede Wereldoorlog heeft in Europa, in navolging van de USA en Rusland, een versnelde omvorming plaatsgevonden van de landbouw naar vermeend industrieel model. Schaalvergroting, uniformering en mechanisering moesten de toepassing in de landbouw zekerstellen van grootschalige ‘fabrieksmethoden’. Kunstmest speelde hierin een centrale rol omdat hij de ‘high input’ scheen te verzekeren los van de organische stof en dus ook vergaande ontkoppeling leek toe te staan van deze typisch lokale grootheid. Tezamen met introductie van werkzame bestrijdingsmiddelen leek ongelimiteerde kunstmest de doorbreking toe te staan van de lokale organische stof kringlopen waaraan de landbouw vanouds gebonden was geweest. Niet langer bepaald door lokale bronnen en ervaring leek deze nieuwe kunstmestlandbouw zich bij uitstek te lenen voor centraal onderzoek, ontwerp en directie. In de naoorlogse decennia sprak hij in ‘bijzonder tot de verbeelding van die beleidsmakers en economen die haast gebiologeerd waren door de vermeende mogelijkheden van een totale industrialisering van ‘de productie’ (waarvan dan ook). Lees verder

‘Vele regen kostte tien procent opbrengst’

23 augustus 2011

Een bemestingsplan is voor akkerbouwer Arrie van Valburg een waardevol handvat tijdens het groeiseizoen. In augustus bekijkt hij wat hij werkelijk heeft gebruikt en hoeveel ruimte hij nog heeft voor dierlijke mest. „De organische stof moet in balans blijven, anders boer je achteruit.” Lees verder

Derogatie in het Vlaamse mestbeleid

23 augustus 2011

Het mestbeleid blijft de landbouwsector beroeren. Recent is MAP IV goedgekeurd. Het is de zoveelste aanpassing en verstrenging van het Mestdecreet dat 20 jaar geleden ingang vond. MAP IV legt strenge randvoorwaarden op voor het gebruik van mest. Deze bemestingsnormen zijn gebaseerd op de Europese normen van de Nitraatrichtlijn. Enkel via een gemotiveerde aanvraag kan Vlaanderen een afwijking, of de zogenaamde derogatie, bekomen. Een derogatie laat toe rekening te houden met de betere gewasopbrengsten in onze streken om zo meer dierlijke mest per eenheid oppervlakte te kunnen gebruiken. In deze ILVO-publicatie worden de mogelijke effecten van een dergelijke derogatie geanalyseerd. Wat zijn de potentiële effecten als er maximaal gebruik wordt van gemaakt, en wat leren we uit de voorbije periode van derogatie? Landbouwers blijken namelijk niet massaal van deze afwijkingsmogelijkheid gebruik te maken. Wat blijft er nog over van de potentiële meerwinst van derogatie als het werkelijk gedrag van landbouwers meegerekend wordt? Lees verder

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen

22 augustus 2011

Telers van zetmeelaardappelen worden, door verrekening van het OWG in de prijs, uitbetaald op basis van de hoeveelheid geleverd zetmeel. Aan het eiwitgehalte en aan de eiwitopbrengst wordt door de verwerkende industrie AVEBE een toenemend belang gehecht. Voor de teler zal vooral de keuze van het ras, maar ook het niveau van de stikstofbemesting en wellicht ook deling van de stikstofgift van invloed zijn op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst per hectare. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ieder ras vraagt om een specifieke stikstofbemesting voor het bereiken van de maximale (c.q. optimale) zetmeelopbrengst. Onduidelijk is wat het effect van deling van de stikstofgift is op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst. Agrobiokon heeft hier daarom onderzoek naar gedaan. Belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de teler vooralsnog het bemestingsregime niet hoeft aan te passen voor het bereiken van een maximale eiwitopbrengst. In de meeste gevallen wordt een hoog uitbetalingsgewicht namelijk gecombineerd met een hoge eiwitopbrengst. Nog steeds zal het bemestingsniveau en een bewuste deling van de gift per ras daarom afgestemd moeten worden op het bereiken van een maximale zetmeelopbrengst. Lees verder