Nieuwste berichten
Onderwerp: Uitrijden
Kalibemesting van grasklaver op biologische melkveebedrijven
1 mei 2011
Dit rapport draagt bij aan de ontwikkeling van het kalibemestingsadvies voor grasklaver op biologische melkveebedrijven. Uitgangspunt vormt hierbij het huidige kalibemestingsadvies voor gras. Kaliumtekorten concentreren zich op het gewas en niet op het vee. Hoewel het K-gehalte in de bodem een vrij grove maat is, lijkt dit dan toch de meest haalbare indicator die voorspellend voor 2- 4 jaar kan aangeven of moet worden bijbemest. Bij maaipercelen met een K-gehalte van <15 op zandgrond en <12 op andere grondsoorten, moet in ieder geval zeker met een aanvoer van 300-350 kg K2O/ha worden. Lees verder
Onderzoek in de pijplijn: N-bemesting tulp in Noordoostpolder; Hippeastrum als droogbloeier; Aantastingen in Allium
1 mei 2011
Nieuwsflitsen uit het PPO onderzoek, waarbij aandacht voor de nieuwe meststoffenwet die in 2006 wordt ingevoerd. In hoeverre zijn Hippeastrumbollen te gebruiken als droogbloeier en ziekteverschijnselen bij diverse sieruien Lees verder
Suikerbieten worden weer gangbaar op biologische bedrijven : praktische tips voor een geslaagde teelt
1 mei 2011
Aanwijzingen voor een geslaagde biologische bietenteelt, met vooral aandacht voor de bemesting in voor- en najaar, grondbewerking, zaaibedbereiding, de kosten van een vals zaaibed in relatie tot bespaarde uren handwieden, en de mechanische onkruidbestrijding (eggen, schoffelen, vingerwieden of torsiewieden). De belangrijkste succesfactor voor de mechanische onkruidbestrijding is de timing Lees verder
Gras geniet lang van drijfmest
1 mei 2011
Het stikstofgehalte in dierlijke mest wordt lager, maar toch weten veehouders steeds meer werkzame stikstof uit de mest te halen. Een melkveebedrijf in Nederland beschikt over zo’n 30 tot 60 ton drijfmest per ha, afhankelijk van de veebezetting en het graslandgebruik. Gemiddeld bevat runderdrijfmest 4,4 kg stikstof per ton mest, zodat totaal ongeveer 130 tot 260 kg stikstof per ha beschikbaar is uit drijfmest. Een enorme hoeveelheid stikstof, en het is dus zeer de moeite waard om daar goed mee om te gaan. Echter, drijfmest bevat verschillende vormen van stikstof, elk met zijn eigen snelheid van werking. Om optimaal te profiteren van de stikstof uit drijfmest dient het bemestingsplan goed afgestemd te zijn op het tijdstip van vrijkomen Lees verder
Rijenbemesting met dierlijke mest in maïs geeft lager Minas-overschot
1 mei 2011
Resultaten van praktijk- en veldonderzoek van PV en PPO naar toepassing van drijfmest als rijenbemesting in snijmaïs, in vergelijking met volvelds toediening, al dan niet met een startgift van kunstmest. De drijfmest in de rij werd toegediend bij het zaaien. Door de betere mestbenutting leidt rijenbemesting tot hogere opbrengsten; een kunstmestgift kan worden weggelaten. Ook de bedrijfseconomische resultaten geven een positief beeld. Door het lagere Minas-overschot is het systeem vooral geschikt droge, uitspoelingsgevoelige gronden Lees verder
Flinke verschuivingen in de bemestingstechniek
1 mei 2011
Andere systemen dan injectie, zoals sleepvoeten en sleepslangen, en systemen waarbij de mest in één werkgang onder wordt gewerkt, winnen op bouwland steeds meer terrein. Op grasland worden iets meer sleepvoeten en sleepslangen toegepast. Verder veranderen de bemestingstechnieken op grasland in de afgelopen vijf jaar echter weinig Lees verder
KEMA: bemestingsadvies voor glasteelten in grond
1 mei 2011
Beschrijving van het wetenschappelijk onderbouwd adviessysteem KEMA (Kontrole van de Evolutie van de Mineralen en hun Accumulatie). Met dit systeem is het mogelijk de evolutie van de verschillende voedingselementen in de teeltlaag te volgen in de loop van het jaar, met als doel de teeltlaag in optimale voedingsconditie te brengen of te houden Lees verder
NutriNorm online bemesting
1 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Ontwikkeling van een indicator om te sturen op nitraat : toetsing van de regressiemodellen voor nitraat
1 mei 2011
Binnen het project “Sturen op Nitraat” zijn regressiemodellen ontwikkeld. In dit rapport wordt op verschillende manieren getoetst hoe nauwkeurig de nitraatconcentratie uit waarnemingen aan de indicatoren kan worden voorspeld met behulp van de regressiemodellen. Dit wordt gedaan op basis van de metingen van het vierde meetseizoen. Het blijkt dat nieuwe meetpunten veelal binnen de 95-%-betrouwbaarheidsintervallen van de voorspelling vallen, wanneer deze is gebaseerd op de meest eenvoudige modellen en de gemeten Nminnitraat. Dit eenvoudige model, met bodem-Gt-gewas-combinatie (cluster) en Nminnitraat is bovendien het meest stabiele en praktisch toepasbare model Lees verder
PPO de Noord pioniert met het AutoMaatje
1 mei 2011
Ontwikkeling van zelfrijdende robot voor veldwerk in de bollenteelt (koppen van tulpen, bespuitingen, bemesting, mechanische onkruidbestrijding, meten van stikstofbehoefte, emissieloos spuiten, infrarood detectie) Lees verder