Onderwerp: Teelt

De mestnormen worden nog steeds naar beneden bijgesteld. Lagere mestnormen vragen om een beter teeltmanagement om toch voldoende opbrengst van gewassen te blijven halen. Dit geldt voor zowel de (melk)veehouderij als de akkerbouw. De mestnormen verschillen per grondsoort: klei en veen en zand en löss, en het maakt uit of er sprake is van gras- of bouwland. Hieronder vindt u het laatste nieuws over mestnormen en teeltmanagement.

Gras in overvloed : ruwvoeroverschotten prima te benutten in de mestvergister : special: Grasland

1 mei 2011

Een extensieve situatie kan bedrijven opzadelen met forse hoeveelheden gras(kuil). Wat te doen met al dat gras? Een bemestingsdeskundige bij het NMI, een adviseur op het gebied van gras en grazen, een eigenaar van een fouragebedrijf, een regiomanager bij Nij Bosma Zathe, en de bedrijfsmanager op Praktijkcentrum Aver Heino dragen ieder hun eigen oplossing aan Lees verder

Extra stikstof voor gras op bouwland

1 mei 2011

Uitleg over het door NMI en ASG ontwikkelde nieuwe bemestingsadvies voor gras ingezaaid op voormalig bouwland. Vergeleken met herinzaai van bestaand grasland is voor deze percelen een extra stikstofgift noodzakelijk van 50 kg per ha in het eerste jaar en 25 kg per ha in het tweede jaar Lees verder

Scenariostudie ‘maatregelen voor de akkerbouw op lössgrond om met inzet van dierlijke mest aan Minas- en nitraatnormen te voldoen’

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Alternatieve meststoffen voor bloedmeel : stikstofvoorziening in biologische vroege ijsslateelt in 2001

1 mei 2011

In de vroege biologische ijsslateelt vormt de stikstofvoorziening uit organisch materiaal vaak een probleem. Aanvulling met snel beschikbare stikstof is een oplossing. Op PPO-locaties Horst-Meterik en Westmaas is de stikstofwerking en het effect op de gewasopbrengst onderzocht van bloedmeel, biologische mestkorrels, varkensdrijfmest, stikstofconcentraat en KAS (kunstmest). Het stikstofconcentraat, dat ontstaat na verwerking van drijfmest met het Manura-systeem, is tevens toegepast als bijbemesting en als rijenbemesting Lees verder

Geïntegreerde en biologische teelt van zomerbloemen : onderzoek 2002 en 2003

1 mei 2011

In 1999 is onderzoek gestart met als doel om een bedrijfseconomisch rendabel bedrijfssysteem voor een geïntegreerde, en op termijn biologische, teelt van zomerbloemen te ontwikkelen. In het onderzoek wordt zowel geïntegreerd als biologisch geteeld. Bij de geïntegreerde teelt wordt getracht om een lage emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te realiseren. De biologische teelt wordt uitgevoerd volgens de SKAL-normen. Dit betekent dat er op het gebied van gewasbescherming en bemesting alleen toegestane biologische middelen en meststoffen worden toegepast. In beide systemen worden twee vrijwel identieke teeltplannen gebruikt met een vruchtwisseling van 1 op 6 of 1 op 7. De teeltplannen zijn gericht op het beheersen van bodemgebonden ziekten en plagen. In de biologische teeltplannen is Tagetes vast opgenomen in verband met doding van het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans. De afgelopen twee jaar is ook in het geïntegreerde blok ingegrepen met Tagetes tegen het wortellesieaaltje. In het rapport worden onderwerpen met betrekking tot het geïntegreerde en biologische teeltsysteem als vruchtwisseling, bodem en bemesting, onkruidbestrijding, gewasbescherming en stimuleren natuurlijke vijanden achtereenvolgens besproken. Voor het proefjaar 2002 en 2003 zijn de teelttechnische resultaten weergegeven. Lees verder

Vliegveld Teuge : landingsbaan ook voor bijen

1 mei 2011

Korte info over de resultaten van het verschralingsbeheer op vliegveld Teuge. Voorheen werd het grasland geïnjecteerd met drijfmest, wat niet alleen veel regenwormen maar ook een vogelinvasie opleverde. Stoppen met de bemesting heeft geleid tot sterke verschraling en een bloemrijke vegetatie waar ook de imkers in de omgeving van profiteren Lees verder

Herziening bemonsteringsdiepte onder grasland = Revised sampling depth under grassland

1 mei 2011

De benutting van nutriënten is een belangrijk item in de melkveehouderij. Een goede benutting kan ongewenste neveneffecten van bemesting, zoals verliezen via uitspoeling, tot een minimum beperken. Een belangrijk nutriënt is fosfaat. Verlaging van fosfaatverliezen door reductie van het fosfaatoverschot is onderdeel van overheidsbeleid (MINAS). Een lager fosfaatoverschot kan bereikt worden door een geringere fosfaatbemesting. Daarbij is een goede schatting van de bijdrage van het bodemfosfaat aan de gewasvoorziening belangrijk. Het bodemfosfaat zou beter geschat kunnen worden door de huidige bemonsteringsdiepte, waarop het bemestingsadvies voor fosfaat gebaseerd is, te herzien. In de loop der jaren zijn namelijk de omstandigheden waarop het fosfaatadvies gebaseerd is, gewijzigd. Het doel van het onderhavige onderzoek was het omvormen van het bemestingsadvies op basis van 0-5 bemonstering naar een bemestingsadvies op basis van 0-10 bemonstering. Omschakeling van 0-5 naar 0-10 bemonstering is een eerste stap naar een meer nauwkeurige fosfaatbemesting Lees verder

Precisiebemesten : GPS-gestuurd kunstmeststrooien op grasland levert geld op

1 mei 2011

Resultaten van een enquête onder 500 veehouders betreffende de wensen om het graslandmanagement te verbeteren. Naar aanleiding hiervan gaat ASG in het groeiseizoen van 2006 een onderzoek beginnen om de grasgroei en graskwaliteit te sturen met een goede bemestingsstrategie Lees verder

Goede vruchtwisseling en klavers, basis voor bemesting

1 mei 2011

Verslag van de gevolgde bemestingsstrategie op OBS Nagele, het biologisch proefbedrijf voor de centrale zeeklei. Er worden goede teelttechnische en milieukundige resultaten behaald. Knelpunten zijn het te hoge kali-overschot, de stikstofbemesting van pootaardappelen en zomertarwe en de uitspoeling bij knolselderij en zaaiuien. Lees verder

Bijmesten van groente noodzakelijk kwaad : stikstofbehoefte meten is weten

1 mei 2011

Uitleg over de toepassing van bijbemestingssystemen in de biologische groenteteelt. Op basis van een grondmonster kan met behulp van gegevens over de stikstofopname van een gewas en de benodigde stikstofbuffer bepaald worden hoeveel stikstof er bijbemest moet worden. Ook met het vrijkomen van stikstof uit mineralisatie van organische stof dient rekening te worden gehouden. In een tabel een overzicht van de chemische samenstelling, stikstofwerking en toedieningswijze van een aantal geschikte mestsoorten: verenmeel, gedroogde kippenmestkorrels, ecofertiel (gedroogde kippenmest met toevoegingen), drijfmest, vinassekali en aminogreen (bladmeststof) Lees verder