Nieuwste berichten
Onderwerp: Melkveehouder
Verslag 153ste bijeenkomst van de NVWV: fosfaat met beleid
2 mei 2011
Verslag 153ste bijeenkomst van de NVWV: Fosfaat met Beleid Lees verder
Nieuwsbrief Melk & Mineralen-2
2 mei 2011
De Nieuwsbrief van het Overlegplatform Duinboeren en het Louis Bolk Instituut gaat in op de Demodag Bodem en Gewas 2005. In het vierjarig project Duinboeren en Daden wordt de fosfaatkringloop op melkveebedrijven in het gebied rond de Loonse en Dunense Duinen geoptimaliseerd in het licht van de nieuwe mestwetgeving. Lees verder
Strooien voor droge koeien : Jan Hollander: “Deze kunstmest is eigenlijk meer een medicijn dan een meststof” : special Gras
2 mei 2011
De kation-anionbalans in droogstandsrantsoenen heeft invloed op de intensiteit, waarop melkziekte voorkomt. Agrifirm en Hendrix UTD ontwikkelden in het kader hiervan een meststof om de kab-waarde van gras te verlagen. Maar is dit niet een te extreme manier van bemesting? Lees verder
Eerste ervaringen met het Gebruiksnormenstelsel : studie in het kader van de Evaluatie Meststoffenwet 2007 (hoofdrapport)
2 mei 2011
In het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2007 is in dit onderzoek gekeken naar de eerste ervaringen van het in 2006 geïntroduceerde Gebruiksnormenstelsel. Landbouwers hebben de leerervaringen van het Minas-stelsel ‘meegenomen’ naar het Gebruiksnormenstelsel. Een derde van de melkveehouders onderschrijdt de totale stikstofgebruiksnorm (mest plus kunstmest) met 100 kg per hectare of meer. Er is geen sprake van normopvulling. Melkveehouders met een laag N-gebruik realiseren een vergelijkbaar saldo dan melkveehouders met een hoog N-gebruik maar de eersten realiseren wel een aanzienlijk lager bodemoverschot. Lees verder
Mest- en mineralenkennis voor de praktijk : rantsoenen in de melkveehouderij: dekking van de stikstofbehoefte
2 mei 2011
Met de handreiking voor de melkveehouderij wordt een bedrijfsspecifieke afrekening mogelijk van de N-excretie van een melkkoe. Dit betekent dat de gekozen bedrijfsstrategie en in het bijzonder de voerstrategie tot uiting komt in de hoeveelheid mest die geproduceerd wordt en in de hoeveelheid mest die de melkveehouder moet afvoeren. Om de N-opname, -benutting en -excretie te beïnvloeden is het noodzakelijk om de grenzen te kennen waarbinnen het melkvee optimaal blijft produceren Lees verder
6 maanden mestopslag niet altijd voldoende [: thema]: Schaalvergroting
1 mei 2011
Extra mestopslagruimte boven de verplichte 6 maanden kan nuttig zijn. Daarom is voor 2 voorbeeldbedrijven de minimale grootte aan mestopslag berekend voor respectievelijk 6, 7 en 8 maanden. Ook zijn de kosten vergeleken voor 1.000 m3 mestopslag in respectievelijk een mestsilo (van hout, beton, staal), een mestsilo (van folie in staalframe), een foliebassin, en een mestzak Lees verder
Robotjes jagen mestschuif de stal uit
1 mei 2011
Introductie van een compacte uitmestrobot, de Discovery van Lely. De eigenschappen hiervan worden vergeleken met de eerder uitgebrachte JOZtech van het Westwoudse bedrijf JOZ Lees verder
Sober systeem : visie lagekostenbedrijf tweede fase
1 mei 2011
Een globale evaluatie van de resultaten van het lagekostenbedrijf vanaf eind 1997 Lees verder
Waar blijft de klaver? : klaver op veebedrijven motor achter stikstofvoorziening akkerbouw
1 mei 2011
De biologische melkveehouderij speelt een sleutelrol in het leveren van biologische mest voor biologische akker- en tuinbouwbedrijven, maar het gemiddelde melkveebedrijf heeft weinig mestoverschot. Verhoging van het klaveraandeel in het grasland zal de motor moeten zijn om de eigen mestbehoefte op het melkveebedrijf te verminderen en ruimte te creëren voor meer mestafzet. Praktijkervaringen met gras/klaver op biologische bedrijven, knelpunten en mogelijkheden Lees verder
Ontwikkeling P-AL getal op het lagekostenbedrijf (1997-2005) = Development P-AL number on low-cost farm (1997-2005)
1 mei 2011
In 1997 is het Lagekostenbedrijf (LKB) van start gegaan. De hoofddoelstelling van dit bedrijf is het produceren van melk tegen een kostprijs van maximaal € 34,- per 100 kg melk. Alle bedrijfsonderdelen dragen aan deze doelstelling bij. Voor grasland betekent dit onder andere het zo scherp mogelijk afstemmen van de bemesting op de behoefte. Bovendien is de eerste jaren, vooruitlopend op het toekomstig mestbeleid, een beperking gesteld aan de kunstmestfosfaatgift. De eerste jaren was de fosfaatbemesting gericht op het “op de norm bemesten” (overeenkomstig het bemestingsadvies). Vanaf 2003 is besloten om niet meer aanvullend te bemesten met kunstmest fosfaat. Alle fosfaat komt vanaf dat moment uit dierlijke mest. Daarbij bepaalt de stikstofbehoefte de plaatsing van deze dierlijke mest op het bedrijf. De fosfaatbemesting is dus een resultante. Door deze aangepaste strategie daalt de P-toestand van grasland (P-AL getal) waarschijnlijk en zal in de toekomst mogelijk ook de opbrengst (negatief) beïnvloeden. Het doel van deze studie is het analyseren van de ontwikkeling van de fosfaattoestand in de bodem, waarbij effecten van de fosfaatgift, graslandgebruik (maaien) en graslandvernieuwing op deze ontwikkeling worden getoetst Lees verder