Nieuwste berichten
Onderwerp: Melkveehouder
Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid : LMM-jaarrapport 2003
5 mei 2011
Het RIVM en het LEI hebben gegevens gebundeld over de bedrijfsvoering en de grondwaterkwaliteit van bedrijven die in 2003 voor het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) zijn bemonsterd. Uit de gegevens over de bedrijfsvoering blijkt dat de bemesting en nutriëntenoverschotten op melkveebedrijven sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw eerst fors zijn gedaald en sinds 2000 zijn gestabiliseerd. Op akkerbouwbedrijven is een minder duidelijke trend zichtbaar Lees verder
Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid : LMM-jaarrapport 2005
5 mei 2011
Het LMM is opgezet om de kwaliteit van het water op landbouwbedrijven te beschrijven en te verklaren in relatie tot beleidsmaatregelen en bedrijfsvoering. De waterkwaliteit wordt bepaald door de hoeveelheid nutriënten (waaronder nitraat) te meten in het water dat uitspoelt uit de ‘wortelzone’ (bovenste meter van het grondwater, bodemvocht of drainwater) en in het slootwater. Metingen op dit punt geven weer welk deel van het nutriëntenoverschot naar het grond- en oppervlaktewater is uitgespoeld. De metingen zijn verricht op de typen landbouwbedrijven die in Nederland het meeste voorkomen (akkerbouw, melkvee en hokdieren) in drie hoofdgrondsoortregio’s (zand/löss, klei en veen). Het LEI volgt de bedrijfsvoering op landbouwbedrijven; het RIVM monitort op deze bedrijven de waterkwaliteit die door de bedrijfvoering wordt beïnvloed. Uit de monitoringgegevens blijkt dat de bemesting en nutriëntenoverschotten op melkveebedrijven sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw eerst fors zijn gedaald en sinds 2000 zijn gestabiliseerd. Op akkerbouwbedrijven is een minder duidelijke trend zichtbaar. Lees verder
Verkenning van bedrijfsvarianten en milieukundige gevolgen bij piekwaterberging op landbouwgrond in Salland
5 mei 2011
De mogelijkheden voor waterberging op een melkveebedrijf zijn verkend voor: bedrijfsvoering, bedrijfsresultaat en nutriëntenbelasting. Het betreft een perceel grasland van 4 ha. Dit rapport bouwt voort op een eerder project “Pilot boeren met water in Salland” Lees verder
Agricultural practice and water quality on farms registered for derogation : results for 2008 in the derogation monitoring network
5 mei 2011
RIVM en LEI hebben in 2006 voor Nederland een monitoringnetwerk opgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet past binnen het meetnet effecten mestbeleid (LMM) en meet de gevolgen voor de landbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van de Europese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het meetnet omvat driehonderd graslandbedrijven. Van 284 graslandbedrijven is zowel de bedrijfsvoering als de waterkwaliteit gemonitord. Lees verder
Management and nitrogen utilisation of grassland on intensive dairy farms
5 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Aanpak agrarische lozingen: een wijzende vinger is vaak genoeg
5 mei 2011
Laksheid en onwetendheid met de regels is in de meeste gevallen de oorzaak van agrarische lozingen op het oppervlaktewater. Dat stelt handhaver Jack Voeten van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het schap controleert ieder jaar vele honderden agrarische bedrijven in Noord-Holland. „Omdat in tachtig procent van de gevallen de mensen welwillend zijn, is een wijzende vinger vaak genoeg.” Lees verder
Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie : resultaten meetjaar 2008 in het derogatiemeetnet
5 mei 2011
Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk in 2008 en de waterkwaliteit in 2008 en 2009 op graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). De gegevens uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de gevolgen voor de waterkwaliteit te bepalen. De waterkwaliteit gemeten in 2008 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2007, het tweede jaar dat de derogatie in de praktijk werd toegepast. De waterkwaliteit gemeten in 2009 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2008. De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten het gebruik van dierlijke mest te beperken tot een bepaald maximum. Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaarden van deze beperking af te wijken. Nederland heeft in december 2005 toestemming gekregen om van 2006 tot en met 2013 af te mogen wijken van de gestelde norm. Een van de voorwaarden is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk inricht en aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan. Het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) hebben in 2006 voor Nederland een monitoringnetwerk opgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet meet de gevolgen voor de landbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van de Europese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het meetnet omvat driehonderd graslandbedrijven. Het derogatiemeetnet is een onderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Van 284 graslandbedrijven is zowel de bedrijfsvoering als de waterkwaliteit gemonitord. Van iets minder dan driehonderd bedrijven is gerapporteerd doordat sommige achteraf geen derogatie toepasten of kregen en door bedrijfswisselingen in het meetnet. Lees verder
Animal production and feeding
4 mei 2011
Organic livestock farmers will try to accommodate the natural needs and behaviour of their animals as much as possible. They pay extra attention to animal health and welfare, but also set high standards for housing, outside access and feed. Dutch researchers are looking for practical solutions to the problems that currently limit the sustainability and growth of organic animal production. The ultimate objective of current research is to ensure that Dutch organic dairy farms use organic rations made up of locally or regionally produced raw materials, and that they supply manure for the production of these raw materials. Lees verder
Hergebruik van mineralen uit drijfmest
4 mei 2011
In dierlijke mest (en in digestaat) zitten bestanddelen, die essentieel zijn voor de bodemvruchtbaarheid en de groei van planten. Daarom wordt mest van oudsher toegepast op landbouwgrond. Maar omdat de Nederlandse veehouderij te veel fosfaat en stikstof produceert voor het beschikbare grondoppervlak, zijn export en verwerking van mest noodzakelijk. Daarnaast is er een toenemende noodzaak tot hergebruik van schaarse grondstoffen en energiebesparing. In dit artikel gaan we in op de mogelijkheden om drijfmest van rundvee en varkens te verwerken tot geconcentreerde organische en anorganische meststoffen. Lees verder