Nieuwste berichten
Onderwerp: akkerbouw
Duurzame groenteteelt vraagt om rustgewas in de rotatie : thema bemesting
16 juni 2011
Granen of veevoedergewassen worden steeds meer uit de rotatie geweerd. Deze rustgewassen kunnen op deze bedrijven een landbouwkundige en dus indirect een economische meerwaarde opleveren. In de biologische bedrijfsvoering laten ze toe om zonder kunstmest de bemesting op het bedrijf rond te krijgen Lees verder
Kansen voor kippenmest : met – verbeterde – pluimveemest zijn kringlopen beter te sluiten
14 juni 2011
Pluimveehouders kunnen hun mest niet kwijt, terwijl biologische akkerbouwbedrijven juist kampen met een mesttekort. In het project Kippenmest en Kringloop is daarom gekeken hoe de pluimveemest is in te passan op zowel biologische akkerbouw- als melkveebedrijven Lees verder
Toetsing van meststoffen en bemestingssystemen in de aardappelteelt
14 juni 2011
Er wordt in de praktijk veel informatie verspreid over de positieve aspecten van bepaalde ‘nieuwe’ meststoffen en bemestingssystemen. In opdracht van o.a. het Productschap Akkerbouw hebben NMI en PPO-agv daarom de gebruikswaarde (o.a. effect op opbrengst en kwaliteit) van een aantal van die meststoffen en bemestingssystemen voor de teelt van poot-, zetmeel- en consumptieaardappelen vastgesteld. In aanvulling daarop is in de veldproeven met zetmeel- en consumptieaardappelen op zandgrond ook het effect op de efficiëntie van de toegediende stikstof onderzocht. Lees verder
Kansen voor pluimveemest : in de gehele biologische productieketen
14 juni 2011
Deze brochure schetst de mogelijkheden voor verbetering van de afzet van pluimveemest in de biologische productieketen. Basis hiervoor vormt het project Kippenmest en Kringloop dat in de periode 2007 – 2011 door het Louis Bolk Instituut is uitgevoerd. Pluimveehouders in Nederland zijn vaak weinig grondgebonden. Daarom moet de mest worden afgevoerd. Afzet is echter niet altijd eenvoudig. Dit komt omdat de samenstelling van pluimveemest niet optimaal is. Vooral de relatief lage N/P- verhouding speelt een goede afzet naar de akker- en tuinbouw parten. Kansen voor Pluimveemest toont dat er goede mogelijkheden zijn om tot een gunstiger N/P-verhouding te komen via de voersamenstelling. Ook via andere wegen kan de afzet van pluimveemest worden verbeterd. Dat kan bijvoorbeeld door middel van (zo snel mogelijk) drogen, pelletteren en opmengen met andere mestsoorten. Lees verder
Tip – Inzaai rietzwenk als groenbemester
8 juni 2011
Op de DLV-nfo-avonden “Bouwvoor in beeld” is aandacht besteed aan de aanvoer van organische stof met o.a. rietzwenk als groenbemester. Kennis over deze werkwijze is tot op heden nog beperkt. Voor- en nadelen worden gegeven. Lees verder
Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaat akkerbouw op klei : maaimeststoffen bij aardappel, Van Strien 2010
8 juni 2011
Op een zavelgrond is een bemestingsexperiment aangelegd in een aardappelgewas in vier herhalingen. Naast de controle is gebruik gemaakt van luzerne vers gesneden, luzerne kuil eerder toegediend, luzerne kuil later toegediend, kippenmest en een mengsel van rundvee dunne mest met vinasse. De stikstofmineralisatie was in het vroege voorjaar (begin april) bij luzerne kuil voldoende snel om binnen drie weken circa 35 kg meer N te leveren dan de controle. De stikstofefficiëntie bij gebruik van luzerne is vergelijkbaar met die van de dunne mest / vinasse. De organische stof balans valt zeker niet ongunstiger en misschien gunstiger uit. Geconcludeerd wordt dat de luzerne een volwaardig alternatief is voor dierlijke mest, en dat luzerne kuil enkele voordelen biedt ten opzichte van verse luzerne maar wel extra handelingen en kosten met zich meebrengt. Lees verder
Minder en anders bemesten : resultaten van een vierjarig project over innovatieve bemesting
8 juni 2011
In dit rapport worden samenvattingen gegeven van diverse onderzoeken gedurende drie jaar op vier verschillende bedrijven. Daarbij komt vooral de opbrengst aan de orde en in mindere mate mineralenbalansen en productkwaliteit. Het project richtte zich op minder en anders bemesten in diverse bedrijfstypen met gelijke of hogere opbrengsten, verbetering van de productkwaliteit en handhaven of verbeteren van de duurzame bodemvruchtbaarheid. Het rapport eindigt met een lijst met conclusies die laat zien dat er vele middelen mogelijk en nodig zijn om een flinke slag te kunnen maken in de efficiëntie waarmee (aangevoerde) nutriënten benut kunnen worden. Lees verder
Bestrijding van Alternaria in aardappelen
8 juni 2011
De laatste jaren wordt steeds minder gebruik gemaakt van mangaanhoudende fungiciden bij de bestrijding van Phytophthora. Deze strategie heeft mede bijgedragen aan de toename van Alternaria-aantastingen in aardappelen. HLB heeft in opdracht van het Productschap Akkerbouw in 2008 een veldonderzoek uitgevoerd om te bepalen of met behulp van de bladmeststof Bittersalz Microtop de gevoeligheid voor Alternaria afneemt. Bespuitingen met Bittersalz Microtop (met of zonder Urean) hadden echter niet het beoogde effect, in de zin van een vitaler gewas en/of verminderde Alternaria aantasting. Toediening van Bittersalz Microtop bij de Amistar bespuiting gaf ook geen extra bescherming tegen Alternaria. Lees verder
Ontwikkeling van geleide bemestingssystemen bij de teelt van zetmeelaardappelen
7 juni 2011
In het kader van LNV-onderzoeksprogramma Mest- en Mineralen verrichten PPO en PRI onderzoek aan systemen van geleide bemesting. Geleide bemesting heeft tot doel om het aanbod van nutriënten beter af stemmen op de gewasvraag, zodat bij optimale productie en kwaliteit de mestgift zo klein mogelijk is en de verliezen naar het milieu worden beperkt. De stikstofbemesting in de zetmeelaardappelteelt is gericht op het behalen van een optimaal financieel rendement, waarbij de stikstofgift niet te laag en niet te hoog mag zijn. De stikstofgift wordt afgestemd op het ras en vaak in één keer vóór poten toegediend. Echter, de wisselende en moeilijk te voorspellen mineralisatie van stikstof maakt het lastig om de optimale gift goed te kunnen bepalen. Om hier beter op in te kunnen spelen, zijn bijmestsystemen ontwikkeld, waarbij met een lagere stikstofgift wordt gestart en in de zomer wordt bijbemest. De hoogte van de bijmestgift wordt bepaald na meting van de stikstofvoorraad in de bodem of de stikstoftoestand van het gewas Lees verder
Naar andere aanwending van mest op kleigrond
6 juni 2011
In seizoen 2005/2006 wordt het uitrijden van drijfmest op kleigrond in de maanden december en januari verboden. Bovendien wordt de najaarstoepassing ontmoedigd door het hanteren van een forfaitaire werkingscoëfficiënt voor stikstof in drijfmest van 30% . Deze werkingscoëfficiënt wordt de volgende jaren verhoogd tot die van voorjaarstoepassing. De verbodsperiode wordt bovendien de komende jaren uitgebreid tot een verbodsperiode van 15 september tot 1 februari. De nieuwe wetgeving heeft grote gevolgen voor de mesttoepassing op kleigrond. Nu wordt bijna alle dierlijke mest op kleigrond immers juist in het najaar uitgereden. Het is nog onduidelijk hoe in de nieuwe mestwetgeving wordt omgegaan met toepassing van vaste mestsoorten en met de vaste, rulle fractie van gescheiden mest. In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de akkerbouwer op kleigrond heeft om ook in de toekomst dierlijke mest te gebruiken. Voorjaarstoepassing van mest en toepassing van de vaste, rulle fractie van gescheiden drijfmest in het najaar bieden het meeste perspectief. Lees verder