Onderwerp: Publicaties

Nieuwsbrief nummer 2 – juli 2004

5 mei 2011

Beschrijving van de twee proeven die dit jaar in het project Bijzondere Bemesting zijn gedaan: bemesting in suikerbieten bij Frans en Paula Haverbeke en bemestingsniveaus bij GPS-rijpadensysteem versus gangbaar systeem op het bedrijf van Jaap Korteweg. Lees verder

Introductie van het sleepdoek in Friesland 2009 : een project van Wetterskip Fryslân

5 mei 2011

Wetterskip Fryslân heeft in 2009 een proef gedaan met het sleepdoek ‘Wingssprayer’. Deze nieuwe techniek voor gewasbescherming zorgt voor veel minder drift richting het oppervlaktewater. Bovendien zijn er minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Het waterschap wil met deze proef meer bekendheid geven aan het sleepdoek. In verband hiermee was in 2008 al een spuitdemonstratie gehouden op de Proefboerderij Kollumerwaard in Munnekezijl. Er kwamen vijftig agrariërs die konden zien hoe het sleepdoek werkt. Zij hoorden daar ook de ervaringen van gebruikers van het sleepdoeksysteem Lees verder

Mineralen goed geregeld : verslag themadag melkveehouderij 2006

5 mei 2011

Op 19 december 2006 vond op Proefbedrijf ‘De Marke’ de themadag ‘Mineralen goed geregeld’ plaats. Het doel van de themadag was om door bespreking van onderzoeksresultaten een beeld te krijgen van de gevolgen van aangescherpt mestbeleid voor beheer van de mineralen stikstof en fosfor (N en P) op melkveebedrijven op zandgrond. Een verslag van deze dag Lees verder

Naar een andere toetsdiepte voor nitraat in grondwater? : achtergronddocument voor de Evaluatie Meststoffenwet 2004

5 mei 2011

Studie in het kader van de evaluatie van de meststoffenwet 2004; onderzoek in opdracht van het Milieu- en Natuurplanbureau. Doel van de voorliggende studie is om antwoord te geven op de volgende vragen: (i) Zijn gebieden met een voldoende mate van nauwkeurigheid te identificeren waar denitrificatie zonder nadelige gevolgen optreedt? En als dit het geval is: (ii) Op welke diepte zou dan getoetst moeten worden? Hierbij moet dan aangegeven worden wat de voor- en nadelen van het vergroten van de toetsdiepte zijn Lees verder

Ontwikkeling van een indicator om te sturen op nitraat : gegevens en regressie-analyse op basis van twee meetseizoenen (2000-2001 en 2001-2002)

5 mei 2011

In het project STuren OP NITraat wordt gezocht naar verbanden tussen zogenaamde kandidaat-indicatoren voor de nitraatbelasting van het grondwater. Na analyse van de gegevens van twee meetseizoenen (2000/2001 en 2001/2002) komen in ieder geval de indelingen in drie Gt-groepen en vier bodemgroepen naar voren als verklarende factoren voor het niveauverschil in de gemeten nitraatconcentraties. Het nitraatgedeelte van de hoeveelheid Nmin in het najaar, gesommeerd over de drie bodemlagen (i.e. 0-90 cm), komt naar voren als het meest geschikt als indicator voor nitraatuitspoeling. Opschaling naar bedrijfsniveau resulteert in een voorspelling op basis van rekenregels van de bedrijfsgemiddelde nitraatconcentratie in het grondwater met een veel lagere voorspelfout dan wanneer op puntniveau voorspellingen worden gedaan. Dit biedt zicht op een praktisch toepasbare indicator op bedrijfsniveau Lees verder

Vierde Nederlandse Actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (2010-2013)

5 mei 2011

De Nitraatrichtlijn verplicht de lidstaten om vierjarige actieprogramma’s te maken. In dit actieprogramma staan de maatregelen die Nederland vanaf 2010 neemt om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Voor nitraat komt het er op neer dat op circa de helft van de landbouwgronden het gehalte in het bovenste grondwater nog niet aan de norm van de Nitraatrichtlijn voldoet: vooral in de zand- en lössgebieden en in beperkte mate in de kleigebieden, schiet de kwaliteit nog tekort. Op grond van de Nitraatrichtlijn mag op een hectare landbouwgrond per jaar maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt. De afgelopen vier jaar hebben Nederlandse melkveehouders van de Commissie toestemming gekregen 250 kg stikstof te gebruiken. Deze zogenaamde derogatie is belangrijk voor zo’n 25.000 melkveehouders; die zouden anders mest moeten afvoeren en meer kunstmest moeten gebruiken Lees verder

Betuwse kunstmest : winning van stikstof en fosfaat uit urine

5 mei 2011

Een flink deel van de investeringen op rwzi’s is terug te voeren op het verwijderen van stikstof en fosfaat die met de urine in het afvalwater terechtkomen. Er wordt dan ook nadrukkelijk wordt gekeken naar (duurzame) behandelingsalternatieven. Onder meer binnen het project Betuwse Kunstmest, dat is uitgevoerd door Waterschap Rivierenland, afvalstoffenverwerker GMB i.s.m. LeAF, Schering Plough en STOWA. Dit rapport doet verslag van de resultaten. Op de slibverwerkingslocatie van GMB werd tijdens het project onverdunde urine apart behandeld en uit de urine struviet en ammoniumsulfaat gewonnen. Deze stoffen zijn goed te gebuiken als meststoffen in de landbouw. De urine was afkomstig van ‘Moeders voor Moeders’. Schering Plough maakt uit deze ingezamelde urine medicijnen die de vruchtbaarheid bevorderen. Uit het project komt naar voren dat het op praktijkschaal behandelen en recyclen van urine tot bruikbare meststoffen goed mogelijk is, qua kosten haalbaar. Met name als de urine al gescheiden wordt ingezameld, bijvoorbeeld via plaszuilen, op festivals e.d. In dit project is eveneens een eenvoudig rekenmodel ontwikkeld dat gebruikt kan worden om het proces meer inzichtelijk te maken. Het in Excel opgestelde rekenmodel koppelde de theorie van stikstof- en fosfaatverwijdering aan de in de proefinstallatie behaalde resultaten om zo de resultaten te verklaren. Daarnaast is het mogelijk om op basis van de opgedane ervaring het rendement van deze installatie voor behandeling van urine met andere samenstelling te voorspellen. Lees verder

Teelthandleiding zetmeelaardappelen : bemesting

5 mei 2011

Het doel van de bemesting van zetmeelaardappelen is het behalen van een zo hoog mogelijk uitbetalingsgewicht van hoge kwaliteit. Voor het bereiken van een financieel optimaal resultaat moeten de toegediende meststoffen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt. Veel factoren zijn van invloed op het (financieel) slagen van de teelt van zetmeelaardappelen. Vooral het vaststellen van de optimale stikstofbemesting is lastig. Dit komt doordat er op de momenten waarop nutriënten moeten worden toegediend geen of weinig rekening kan worden gehouden met het nog onbekende weersverloop gedurende het groeiseizoen. Het weer bepaalt mede het verloop van processen zoals mineralisatie, denitrificatie, uitspoeling en immobilisatie. Het totaal van deze processen bepaalt – samen met de toegediende bemesting – de voor het gewas beschikbare hoeveelheid stikstof. De mineralisatie is een belangrijke factor die altijd optreedt. De omvang ervan wordt bepaald door het gehalte aan organische stof in de grond, de teelt van groenbemesters, achterblijvende gewasresten (b.v. bietenblad), het (langdurig) gebruik van organische mest en het weersverloop. Toch is het door gewas- en bodemanalyse wel mogelijk tijdens het groeiseizoen enige controle en bijsturing uit te oefenen. Daarnaast helpen eerder opgedane ervaringen bij het bepalen van de gewenste (stikstof)bemesting Lees verder

Toetsing van STONE 2.0 aan enkele stroomgebieden

5 mei 2011

Model STONE wordt gebruikt voor de berekening van de stikstof- en fosforbelasting van het oppervlaktewater. Berekende decadecijfers op plotniveau zijn geconverteerd tot gemiddelde jaar- en seizoencijfers op stroomgebiedsniveau. Bij de ontwikkeling van STONE en in vorige STONE-evaluaties zijn modelresultaten vergeleken met gemeten oppervlaktewaterconcentraties. Het betreft het stroomgebied van de Schuitenbeek (zand), het peilbeheersgebied Bergambacht (laagveen). Voor deze toetsing zijn de twee deelstroomgebieden aangevuld met 2 afwateringseenheden binnen het stroomgebied van de Regge (zand). In de toets zijn voor zover als mogelijk de volgende aspecten beoordeeld: waterbalans, bemesting, N- en P-concentraties oppervlaktewater en vrachten Lees verder

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie : resultaten meetjaar 2007 in het derogatiemeetnet

5 mei 2011

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk en de waterkwaliteit in 2007 op 300 graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). Het geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2006, het eerste jaar dat de derogatie in de landbouwpraktijk werd toegepast. Lees verder