Onderwerp: Publicaties

Verantwoorde en communiceerbare argumenten bij biologische producten: milieueffecten

5 mei 2011

Het project ‘Verantwoorde en communiceerbare argumenten bij biologische producten’ bestaat uit vijf deelprojecten/aandachtsgebieden: veiligheid, gezondheid en smaak; dierenwelzijn; milieu; biodiversiteit, natuur en landschap; klimaat, broeikasgassen en waterberging. In dit rapport worden de onderdelen milieu, eindige grondstoffen, broeikasgassen en watergebruik behandeld Lees verder

Uitspoelingsgevoelige gronden op de kaart : werkwijze en resultaten

5 mei 2011

Voor de uitvoering van het mestbeleid in Nederland is het van belang om de uitspoelingsgevoeligheid voor nitraat van de bodems in Nederland zo goed mogelijk te kennen. Deze uitspoelingsgevoeligheid hangt o.a. af van de grondsoort en de grondwaterstand om hiervan een inschatting te maken dienen basisbestanden van de bodem en de grondwaterstanden voldoende nauwkeurig en actueel dienen te zijn. Uit een quick scan bleek dat 47% van de oppervlakte veengronden in Oost-Nederland is gedeformeerd naar een ander bodemtype, met name zandgronden. Voor de zand- en lössgronden van Nederland is met een geostatistische methode de grondwaterdynamiek geactualiseerd en er is een methodiek ontwikkeld om op basis hiervan de landbouwpercelen op zand- en lössgronden te classificeren naar uitspoelingsgevoeligheid. Deze berekeningen zijn uitgevoerd voor verschillende scenario’s waarin is gevarieerd met de GHG grens, de areaal fractie per perceel en een kanscriterium. In het gewijzigd beleid is ervoor gekozen om niet op perceelsniveau uitspoelingsgevoelige gronden aan te wijzen. Daarom is het areaal uitspoelingsgevoelige grond ook voor pixels van 25×25 meter berekend. Voor de zandgronden bedraagt het areaal uitspoelingsgevoelige gronden met een GHG ? 70 cm en een GLG ? 120, ongeveer 335000 ha, 36% van het landbouw areaal op zandgronden Lees verder

Managing phosphorus cycling in agriculture : biochars from digested fattening pig slurry

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Advies wijziging besluit gebruik meststoffen

5 mei 2011

Het 4e AP (actieprogramma nitraat) is een verplichting die voortvloeit uit de EU-Nitraatrichtlijn. Lidstaten moeten via actieprogramma’s aangeven met welke maatregelen zij de doelen uit de Nitraatrichtlijn gaan halen. Het gaat daarbij om het halen van de EU-nitraatnorm van 50 mg per liter in het bovenste grondwater, en het voorkomen van eutrofiëring van oppervlaktewater door middel van het terugdringen van emissies uit agrarische bronnen. Het 4e AP loopt van 2010-2013. Om de afgesproken maatregelen te implementeren is een aantal wetswijzigingen nodig. Uw adviesaanvraag heeft betrekking op de maatregelen die via het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) kunnen worden geïmplementeerd. Het Bgm heeft betrekking op gebruiksvoorschriften. Lees verder

uitspoeling van het stikstofoverschot naar grond- en oppervlaktewater op landbouwbedrijven

5 mei 2011

In deze studie is per grondsoort berekend in welke mate een stikstofoverschot bij bouwland en grasland uitspoelt naar het grond- en oppervlaktewater. Bij bouwland op droge zandgrond spoelt negentig procent van het stikstofoverschot uit. Bij grasland op veengrond is dat slechts vijf procent. Deze informatie zal door de Werkgroep Onderbouwing Gebruiksnormen worden gebruikt bij de afleiding van milieuverantwoorde gebruiksnormen voor het totale stikstofgebruik en het stikstofgebruik met dierlijke mest. Lees verder

Bodemverbeterende eigenschappen van sloot- en oevermaaisel op landbouwgronden, Onderzoeksrapport

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Gebiedsonderzoek mestbewerking : eindrapportage

5 mei 2011

ZLTO heeft mede namens provincie Noord-Brabant en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel aan Royal Haskoning opdracht gegeven om op gebiedsniveau een onderzoek uit te voeren naar de milieukundige effecten van mestverwerking op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. In dit rapport worden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd aan de hand van 3 hoofdscenario’s: – scenario A, de huidige wijze van bemesting met onbewerkte dierlijke mest zonder mestverwerking; – scenario B, waarbij alle mest wordt gescheiden en de dunne fractie verder kan worden verwerkt tot nutriëntrijke concentraten en een direct of indirect via een RWZI loosbaar effluent; – scenario C, waarbij alleen de mestoverschotten worden verwerkt op vergelijkbare wijze als in scenario B Lees verder

Nitraatproblemen op zandgronden verder gekwantificeerd [thema drinkwater]

5 mei 2011

Met het hydrochemische modelinstrument RESPOND hebben Kiwa Water Research en Vitens een pilotstudie in Overijssel verricht naar de te verwachten gevolgen van de nitraatbelasting voor de drinkwaterkwaliteit. De uitkomsten wijzen erop dat het mestbeleid zijn vruchten begint af te werpen Lees verder

Management and nitrogen utilisation of grassland on intensive dairy farms

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Lot van het fosfaatoverschot

5 mei 2011

Teneinde inzicht te verschaffen in het lot van het fosfaatoverschot en de factoren die de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater beïnvloeden, is een analyse uitgevoerd op de uitkomsten van modelberekeningen met het STONE-instrumentarium. Dit instrumentarium wordt voor beleidsevaluaties ingezet om op landelijke schaal berekeningen uit te voeren van het effect van het mestbeleid op de landbouwemissies naar het grond- en oppervlaktewater. De in deze studie uitgevoerde analyse heeft betrekking op de rekenperiode 1986-2000. Ruwweg 95% van het fosfaatoverschot hoopt zich in de bovengrond van landbouwgronden op, waarvan 85% in minerale vorm en 15% in organische vorm. De netto fosfaataanvoer via kwel bedraagt ca. 3%. Totaal spoelt ongeveer 8% van het netto fosfaatoverschot uit naar het oppervlaktewater. Dit komt gemiddeld overeen met 4% van de totale fosfaatgift. Deze waarden zijn gemiddelden voor het landbouwareaal in Nederland. De variatie tussen specifieke combinaties van grondsoort en gewas is echter groot. De organische fosfaatuitspoeling voor verschillende bodem-gewascombinaties wordt sterk bepaald door het weerjaar en de lokale hydrologische omstandigheden met het bijbehorende ontwateringspatroon. Voor de minerale fosfaatuitspoeling blijkt ook de mate van fosfaatverzadiging van de bovengrond nog een belangrijke factor te zijn. De bijdrage van de minerale fosfaatuitspoeling aan de totale fosfaatbelasting van het oppervlaktewater varieert tussen de 35 en 85% Lees verder