Nieuwste berichten
Onderwerp: Publicaties
Advies wijziging besluit gebruik meststoffen
5 mei 2011
Het 4e AP (actieprogramma nitraat) is een verplichting die voortvloeit uit de EU-Nitraatrichtlijn. Lidstaten moeten via actieprogramma’s aangeven met welke maatregelen zij de doelen uit de Nitraatrichtlijn gaan halen. Het gaat daarbij om het halen van de EU-nitraatnorm van 50 mg per liter in het bovenste grondwater, en het voorkomen van eutrofiëring van oppervlaktewater door middel van het terugdringen van emissies uit agrarische bronnen. Het 4e AP loopt van 2010-2013. Om de afgesproken maatregelen te implementeren is een aantal wetswijzigingen nodig. Uw adviesaanvraag heeft betrekking op de maatregelen die via het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) kunnen worden geïmplementeerd. Het Bgm heeft betrekking op gebruiksvoorschriften. Lees verder
uitspoeling van het stikstofoverschot naar grond- en oppervlaktewater op landbouwbedrijven
5 mei 2011
In deze studie is per grondsoort berekend in welke mate een stikstofoverschot bij bouwland en grasland uitspoelt naar het grond- en oppervlaktewater. Bij bouwland op droge zandgrond spoelt negentig procent van het stikstofoverschot uit. Bij grasland op veengrond is dat slechts vijf procent. Deze informatie zal door de Werkgroep Onderbouwing Gebruiksnormen worden gebruikt bij de afleiding van milieuverantwoorde gebruiksnormen voor het totale stikstofgebruik en het stikstofgebruik met dierlijke mest. Lees verder
Bodemverbeterende eigenschappen van sloot- en oevermaaisel op landbouwgronden, Onderzoeksrapport
5 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Gebiedsonderzoek mestbewerking : eindrapportage
5 mei 2011
ZLTO heeft mede namens provincie Noord-Brabant en de waterschappen Aa en Maas en De Dommel aan Royal Haskoning opdracht gegeven om op gebiedsniveau een onderzoek uit te voeren naar de milieukundige effecten van mestverwerking op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. In dit rapport worden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd aan de hand van 3 hoofdscenario’s: – scenario A, de huidige wijze van bemesting met onbewerkte dierlijke mest zonder mestverwerking; – scenario B, waarbij alle mest wordt gescheiden en de dunne fractie verder kan worden verwerkt tot nutriëntrijke concentraten en een direct of indirect via een RWZI loosbaar effluent; – scenario C, waarbij alleen de mestoverschotten worden verwerkt op vergelijkbare wijze als in scenario B Lees verder
Nitraatproblemen op zandgronden verder gekwantificeerd [thema drinkwater]
5 mei 2011
Met het hydrochemische modelinstrument RESPOND hebben Kiwa Water Research en Vitens een pilotstudie in Overijssel verricht naar de te verwachten gevolgen van de nitraatbelasting voor de drinkwaterkwaliteit. De uitkomsten wijzen erop dat het mestbeleid zijn vruchten begint af te werpen Lees verder
Management and nitrogen utilisation of grassland on intensive dairy farms
5 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Lot van het fosfaatoverschot
5 mei 2011
Teneinde inzicht te verschaffen in het lot van het fosfaatoverschot en de factoren die de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater beïnvloeden, is een analyse uitgevoerd op de uitkomsten van modelberekeningen met het STONE-instrumentarium. Dit instrumentarium wordt voor beleidsevaluaties ingezet om op landelijke schaal berekeningen uit te voeren van het effect van het mestbeleid op de landbouwemissies naar het grond- en oppervlaktewater. De in deze studie uitgevoerde analyse heeft betrekking op de rekenperiode 1986-2000. Ruwweg 95% van het fosfaatoverschot hoopt zich in de bovengrond van landbouwgronden op, waarvan 85% in minerale vorm en 15% in organische vorm. De netto fosfaataanvoer via kwel bedraagt ca. 3%. Totaal spoelt ongeveer 8% van het netto fosfaatoverschot uit naar het oppervlaktewater. Dit komt gemiddeld overeen met 4% van de totale fosfaatgift. Deze waarden zijn gemiddelden voor het landbouwareaal in Nederland. De variatie tussen specifieke combinaties van grondsoort en gewas is echter groot. De organische fosfaatuitspoeling voor verschillende bodem-gewascombinaties wordt sterk bepaald door het weerjaar en de lokale hydrologische omstandigheden met het bijbehorende ontwateringspatroon. Voor de minerale fosfaatuitspoeling blijkt ook de mate van fosfaatverzadiging van de bovengrond nog een belangrijke factor te zijn. De bijdrage van de minerale fosfaatuitspoeling aan de totale fosfaatbelasting van het oppervlaktewater varieert tussen de 35 en 85% Lees verder
Verslag miniseminar ‘Fosforterugwinning: feit en fictie’
5 mei 2011
Donderdag 10 juni 2010 vond het mini-seminar ‘Fosforterugwinning: feit en fictie’ plaats in De IJsselhoeve te Doesburg. Het seminar ging in op de fosfaatproblematiek in de landbouw en op afvalwaterbehandeling. Met name zegslieden van het Canadese bedrijf Ostara – ontwikkelaar van de Pearl-technologie, een technologie van Ostara, waarbij fosfor uit afvalwater wordt gehaald – gingen in op de technologie voor de productie van struviet uit fosfaathoudende waterige stromen voor hergebruik in de landbouw als kunstmest. Tevens kwam de inpassing op rioolwaterzuiveringsinstallaties aan de orde en de aanpak van ongewenste struvietvorming in leidingwerk en ontwateringsapparatuur van de sliblijn. Lees verder
Systeemanalyse voor het stroomgebied van de Schuitenbeek fase 3 : monitoring stroomgebieden
5 mei 2011
Voor het project ‘Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders’ wordt, als vervolg op een eerder afgeronde systeemverkenning, een systeemanalyse uitgevoerd voor het stroomgebied van de Schuitenbeek. In Fase 3 zijn regionale (gebiedspecifieke) data toegepast, die stapsgewijs in de modellen zijn geïntroduceerd. Dit heeft geleid tot een beter inzicht in de diverse componenten van het land- en watersysteem en tot een beter (meer gebiedspecifiek) modelsysteem. Lees verder
Nutriëntenbelasting van het landsysteem op het oppervlaktewater in relatie tot de oppervlaktewaterkwaliteit in vier stroomgebieden : bijdrage aan de Evaluatie Meststoffenwet 2007 ex-post milieukwaliteit
5 mei 2011
In het project “Monitoring Stroomgebieden” worden de effecten van het mestbeleid op stroomgebiedniveau onderzocht. Eén van de doelen van dit project is het leveren van een bijdrage aan de evaluatie van het mestbeleid door het kwantificeren van het aandeel van de landbouw als gevolg van (mest)beleid in een aantal representatieve stroomgebieden. Het project wordt uitgevoerd in vier qua eigenschappen verschillende (pilot)gebieden, een met nutriënten hoogbelast zandgebied (Schuitenbeek), een laagbelast zandgebied (Drentse Aa), een veengebied (Krimpenerwaard) en een kleigebied (Quarles van Ufford). Lees verder