Onderwerp: Publicaties

Minder en anders bemesten : resultaten van een vierjarig project over innovatieve bemesting

8 juni 2011

In dit rapport worden samenvattingen gegeven van diverse onderzoeken gedurende drie jaar op vier verschillende bedrijven. Daarbij komt vooral de opbrengst aan de orde en in mindere mate mineralenbalansen en productkwaliteit. Het project richtte zich op minder en anders bemesten in diverse bedrijfstypen met gelijke of hogere opbrengsten, verbetering van de productkwaliteit en handhaven of verbeteren van de duurzame bodemvruchtbaarheid. Het rapport eindigt met een lijst met conclusies die laat zien dat er vele middelen mogelijk en nodig zijn om een flinke slag te kunnen maken in de efficiëntie waarmee (aangevoerde) nutriënten benut kunnen worden. Lees verder

Bestrijding van Alternaria in aardappelen

8 juni 2011

De laatste jaren wordt steeds minder gebruik gemaakt van mangaanhoudende fungiciden bij de bestrijding van Phytophthora. Deze strategie heeft mede bijgedragen aan de toename van Alternaria-aantastingen in aardappelen. HLB heeft in opdracht van het Productschap Akkerbouw in 2008 een veldonderzoek uitgevoerd om te bepalen of met behulp van de bladmeststof Bittersalz Microtop de gevoeligheid voor Alternaria afneemt. Bespuitingen met Bittersalz Microtop (met of zonder Urean) hadden echter niet het beoogde effect, in de zin van een vitaler gewas en/of verminderde Alternaria aantasting. Toediening van Bittersalz Microtop bij de Amistar bespuiting gaf ook geen extra bescherming tegen Alternaria. Lees verder

Tip – Inzaai rietzwenk als groenbemester

8 juni 2011

Op de DLV-nfo-avonden “Bouwvoor in beeld” is aandacht besteed aan de aanvoer van organische stof met o.a. rietzwenk als groenbemester. Kennis over deze werkwijze is tot op heden nog beperkt. Voor- en nadelen worden gegeven. Lees verder

Onderzoek en interpretatie : het hoe en wat over grasveldonderzoek in de US of A

7 juni 2011

Tijdens de Penn State-velddagen in Pennsylvania presenteren de professoren hun vorderingen in grasveldonderzoek. “Geen machines kijken, zoals tijdens de Demo-Dagen op Papendal, en hoe je gras moet maaien,” schrijft Niels Dokkuma in dit artikel, “maar meer de uitwerking evalueren van verschillende producten, doseringen en de timing. Tijdens de Penn State-velddagen gaat het om de groei van het gras!” Lees verder

Energiekompas voor de Veenkoloniën : voorlopige resultaten onderzoek 2007

7 juni 2011

In het voorliggende rapport worden de resultaten weergegeven van de proeven die in 2007 in het kader van het project “Energiekompas voor de veenkoloniën” zijn uitgevoerd. Het betrof proeven met maïs, soedangras en sorghum waarbij de effecten zijn onderzocht van: rassen, zaaidichtheid, zaaitijdstip, oogsttijdstip, bemesting, beregening en groenbemesters. In de diverse proeven zijn de verschillen in verse opbrengst, drogestof opbrengst en biogasopbrengst bepaald. Lees verder

Ontwikkeling van geleide bemestingssystemen bij de teelt van zetmeelaardappelen

7 juni 2011

In het kader van LNV-onderzoeksprogramma Mest- en Mineralen verrichten PPO en PRI onderzoek aan systemen van geleide bemesting. Geleide bemesting heeft tot doel om het aanbod van nutriënten beter af stemmen op de gewasvraag, zodat bij optimale productie en kwaliteit de mestgift zo klein mogelijk is en de verliezen naar het milieu worden beperkt. De stikstofbemesting in de zetmeelaardappelteelt is gericht op het behalen van een optimaal financieel rendement, waarbij de stikstofgift niet te laag en niet te hoog mag zijn. De stikstofgift wordt afgestemd op het ras en vaak in één keer vóór poten toegediend. Echter, de wisselende en moeilijk te voorspellen mineralisatie van stikstof maakt het lastig om de optimale gift goed te kunnen bepalen. Om hier beter op in te kunnen spelen, zijn bijmestsystemen ontwikkeld, waarbij met een lagere stikstofgift wordt gestart en in de zomer wordt bijbemest. De hoogte van de bijmestgift wordt bepaald na meting van de stikstofvoorraad in de bodem of de stikstoftoestand van het gewas Lees verder

Naar andere aanwending van mest op kleigrond

6 juni 2011

In seizoen 2005/2006 wordt het uitrijden van drijfmest op kleigrond in de maanden december en januari verboden. Bovendien wordt de najaarstoepassing ontmoedigd door het hanteren van een forfaitaire werkingscoëfficiënt voor stikstof in drijfmest van 30% . Deze werkingscoëfficiënt wordt de volgende jaren verhoogd tot die van voorjaarstoepassing. De verbodsperiode wordt bovendien de komende jaren uitgebreid tot een verbodsperiode van 15 september tot 1 februari. De nieuwe wetgeving heeft grote gevolgen voor de mesttoepassing op kleigrond. Nu wordt bijna alle dierlijke mest op kleigrond immers juist in het najaar uitgereden. Het is nog onduidelijk hoe in de nieuwe mestwetgeving wordt omgegaan met toepassing van vaste mestsoorten en met de vaste, rulle fractie van gescheiden mest. In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de akkerbouwer op kleigrond heeft om ook in de toekomst dierlijke mest te gebruiken. Voorjaarstoepassing van mest en toepassing van de vaste, rulle fractie van gescheiden drijfmest in het najaar bieden het meeste perspectief. Lees verder

Tip – MH bespuiting in uien

6 juni 2011

Om een optimale spruitrust in de bewaring te bereiken is het nodig om op het juiste tijdstip een bespuiting met MH (Maleine Hydrazine) uit te voeren. Voor een goede opname van MH is het nodig dat gespoten wordt op een gezond en vitaal gewas. Lees verder

Nieuwe bijmestsystemen en -strategieën in aardappelen

6 juni 2011

Beschrijving van het project ‘nieuwe bijmestsystemen en -strategieën in aardappelen’ van het Masterplan Mineralenmanagement (MMM). De stikstofbenutting van het gewas aardappel is vrij slecht. Na de teelt blijft hierdoor veel reststikstof in de bodem achter. In de winter spoelt dit vooral op zand- en lössgronden gemakkelijk uit. Door bemesting beter op de stikstofbehoefte van het gewas af te stemmen kan de stikstofefficiëntie worden verbeterd. Met nieuwe sensortechnieken dienen zich mogelijkheden aan, om het bijmesten adequaat en praktisch inpasbaar te maken. Lees verder

Teelthandleiding groenbemesters : bladrammenas (Raphanus sativus)

6 juni 2011

Bladrammenas is een weinig knolvormende vorm van rammenas en is geschikt voor alle grondsoorten. Het gewas heeft een snelle beginontwikkeling en vormt in korte tijd een massaal gewas dat gemakkelijk onkruid onderdrukt. De begingroei is wel iets minder vlot dan van gele mosterd. Bladrammenas is, vergeleken met gele mosterd, minder gevoelig voor nachtvorst. Daardoor kan het nog vrij lang doorgroeien en ook bij late zaai nog voldoende gewas vormen om het land ’s winters te beschermen. Wanneer echter de vorst intreedt vriest ook bladrammenas dood. De planten hebben penwortels, maar door de beperkte hoeveelheid zijwortels is de doorworteling van de grond en de wortelopbrengst veel minder dan bij grasgroenbemesters. De stengels en bladeren van het gewas zijn behaard. Bij vroege zaai komt bladrammenas snel in bloei, maar er zijn grote rasverschillen. Bladrammenas wordt geteeld vanwege de toevoer van organische stof, als N-vanggewas, als bietencysteaaltjesbestrijder en als bescherming van de grond tegen verstuiven Lees verder