Nieuwste berichten
Onderwerp: Publicaties
CO2 dosering in de biologische glastuinbouw : onderzoek naar alternatieve bronnen : toepassingen in gangbare tuinbouw
1 augustus 2011
In dit onderzoek is uitgewerkt wat de behoefte aan CO2 is op glastuinbouw bedrijven en hoe deze behoefte op biologische bedrijven ingevuld wordt. Factoren die de CO2 behoefte beïnvloeden zijn de gewasopname, de aangehouden concentratie in de kas en de ventilatie. Als CO2 bron zorgt de ingebrachte organische stof aan het begin van de teelt er voor dat de eerste twee maanden van de teelt er voldoende CO2 beschikbaar is. Daarnaast is CO2 uit de ketel en WKK de belangrijkste CO2 bron om dit in te vullen. OCAP, RoCa3 en vloeibare CO2 zijn vooral in de zomer belangrijke aanvullende CO2 bronnen om het CO2 gehalte op het gewenste peil te kunnen houden. Het gebruik van duurzame energie en het nieuwe telen zorgen voor een tekort in de invulling van de CO2 behoefte, waarvoor externe bronnen gezocht moeten worden. In alle provincies wordt voldoende CO2 geproduceerd door niet tuinbouwbedrijven. Potentiële leveranciers zijn elektriciteitscentrales, chemische industrie, stadsverwarming, composteerbedrijven en vergisters. Knelpunten om deze op tuinbouwbedrijven te kunnen gebruiken zijn de transportafstand, concentratie en zuiverheid en het niet op elkaar aansluiten van productie en behoefte. Koppelen van glastuinbouw aan naburige CO2 producenten is een te overwegen optie. Een aantal, nog uit te werken, voorbeelden laat zien dat er in de omgeving van tuinbouwbedrijven kansen zijn aansluiting te zoeken met lokale producenten van CO2. Daarnaast biedt het verspreid over het jaar inbrengen van organische stof met een hoog C/N gehalte kansen om de CO2 en N behoefte aan te vullen. Dit moet wel ingepast kunnen worden in de bedrijfsvoering. Loskoppeling van de CO2 aanvoer van de warmteproductie op het bedrijf, geeft meer mogelijkheden de CO2 optimaal in te zetten. Lees verder
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen : kalk
1 augustus 2011
In dit artikel worden adviezen gegeven voor bemesting van akkerbouwgewassen met kalk. De kalktoestand wordt uitgedrukt met de pH-KCl. Waardering van de pH-KCl en advies-pH’s voor verschillende bodemtypen en bouwplannen zijn in tabellen weergegeven. Lees verder
Verkennend onderzoek naar de ecologische duurzaamheid van de opfokstal van de Lankerenhof : [stalklimaat, mestkwaliteit en ammoniakemissie van een biologische opfokstal met mestdroging door een verwarmingsinstallatie]
1 augustus 2011
Verkennend onderzoek op de Lankerenhof naar het stalklimaat, de luchtkwaliteit, de ammoniakemissie en de mestkwaliteit gedurende de eerste vijf weken van de opfokperiode in een biologische opfokstal met verwarming door over strooisel geblazen warme lucht. Het beoogde stalklimaat werd goed gehandhaafd. De luchtkwaliteit in de stal was goed. De ammoniakemissie was laag, maar dit had een beperkte invloed op de totale ammoniakemissie van de gehele opfokronde. Het strooisel was erg droog. Lees verder
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen
1 augustus 2011
De Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen bevat de meest actuele bemestingsadviezen. Deze adviezen zijn vastgesteld door de Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroenteteelt, die bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijfsleven, onderzoek en voorlichting. De adviezen hebben een landbouwkundige grondslag, dat wil zeggen gebruik van het advies leidt tot een economisch optimaal resultaat. De vermelde adviezen gelden voor een gemiddelde situatie. Op basis van eigen ervaringen en kennis kunnen ze aan de eigen specifieke situatie worden aangepast. De Adviesbasis geeft hiervoor handvaten in de vorm van voetnoten en aanvullende opmerkingen. Lees verder
Developments in monitoring the effectiveness of the EU Nitrates Directive Action Programmes : results of the second MonNO3 workshop, 10-11 June 2009
1 augustus 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Protocol voor monitoring landelijke mestmarkt onder een stelsel van gebruiksnormen
1 augustus 2011
Dit document beschrijft het protocol voor de monitoring van de landelijke mestmarkt onder het stelsel van gebruiksnormen. De doelen van het protocol zijn (i) het ontwikkelen van een gezamenlijke taal over de mestmarkt en (ii) het ontwikkelen van een gezamenlijke analyse van de mestmarkt. Omdat de mestdistributie in de mestmarkt een sleutelrol vervult, ligt de nadruk op de monitoring van de mestdistributie. De mestdistributie wordt via een analyse van de ‘Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen’ (VDM’s) in kaart gebracht en vergeleken met resultaten van modelberekeningen. De VDM’s geven een beeld van de totale hoeveelheid mest die per jaar wordt geredistribueerd tussen bedrijven en tussen regio’s. Het model berekent de totale mestproductie, de hoeveelheid mest die op het bedrijf waar de mest is geproduceerd, kan worden geplaatst (bedrijfseigen mest) en de totale hoeveelheid mest die moet worden afgevoerd (bedrijfsvreemde mest). Lees verder
Verhoging efficiëntie fosfaatbemesting
1 augustus 2011
In deze samenvatting worden de resultaten van een literatuurstudie naar verhoging van de efficiëntie van fosfaatbemesting kort weergegeven. Lees verder
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen : mineralengehalten in geoogst product
1 augustus 2011
Tabel met mineralengehalten (N, P2O5 en K2O) in geoogst product voor diverse akkerbouwgewassen t.b.v bemestingsadvies. Lees verder
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen : analysevoorschriften
1 augustus 2011
Voorschriften voor de grondanalyse op pH, stikstof, kalium, fosfaat, magnesium, koper, borium en mangaan. Lees verder
Verlaging van de emissie van broeikasgas en ammoniak in de melkveehouderij
1 augustus 2011
Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of het gescheiden houden van feces en urine bij kan dragen aan vermindering van emissie van schadelijke stoffen en aan verbeteren van de effectiviteit van deze producten als meststof. Daarvoor worden drie systemen vergeleken: het in de praktijk veel toegepaste drijfmestsysteem, waarbij feces en urine in de kelder onder de stal tot drijfmest worden samengevoegd, een variatie hierop, waarbij deze drijfmest anaeroob vergist wordt en het primaire scheiden en gescheiden houden van feces en urine. Lees verder