Onderwerp: Publicaties

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : invloed van de waterhuishouding op stikstof en fosfaatverliezen in open teelten

5 augustus 2011

De emissies van nutriënten uit de Nederlandse landbouw leiden tot een overmatige nutriëntenbelasting van grond- en oppervlaktewater en tot broeikasgasemissies naar de atmosfeer. De waterhuishouding, met name de stroming van water, bepaalt in grote mate de uitspoeling van stikstof en fosfaat uit de bodem. Vernatting heeft naar verwachting invloed op: • mobiliteit van fosfaat • omzettingen van stikstof in de bodem • emissies van stikstof en fosfaat naar grond- en oppervlakte-water • N-verliezen via denitrificatie • emissie van broeikasgasssen (N2O en CH4) Er is in 2002 een korte voorstudie verricht om het beleid en de huidige kennis in kaart te brengen. Uit de voorstudie volgen de plannen voor de verdere invulling van dit nieuwe project in het Mest-en Mineralenprogramma in 2003-2005 Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : INITIATOR2: instrument voor een integrale milieuanalyse van de gevolgen van aanpassingen in de landbouw op regionaal niveau

5 augustus 2011

Binnen de LNV-onderzoeksclusters Mest en Mineralen, EHS en Vitaal landelijk gebied is een beslissingsondersteunend instrument ontwikkeld ten behoeve van integrale analyses van de mest- en ammoniakproblematiek op regionaal niveau. Dit instrument (INITIATOR2; Integrated Nutient Impact Assessment Tool on a Regional Scale) is een uitbreiding van het model INITIATOR. Met INITIATOR2 kunnen verschillende maatregelpakketten geëvalueerd worden. In dit informatieblad wordt een korte beschrijving gegeven van INITIATOR2, aangevuld met voorbeelden van geschatte emissies en uitspoeling in 2000 (het gebruikte basisjaar) voor geheel Nederland Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : monitoring nutriënten in stroomgebieden

5 augustus 2011

Het project ‘Monitoring nutriënten in stroomgebieden’ moet leiden tot: • Inzicht in de effecten van mestbeleid ten behoeve van de Evaluatie Mestwetgeving • Efficiënte operationele monitoringssystemen voor mestbeleid in vier proefgebieden • Een blauwdruk om deze werkwijze in andere gebieden te kunnen realiseren Het project wordt uitgevoerd in vier qua eigenschappen verschillende (pilot)gebieden een hoogbelast zandgebied (Schuitenbeek), een laagbelast zandgebied (Drentse Aa), een veengebied (Krimpenerwaard) en een kleigebied (Quarles van Ufford) Lees verder

Opmerkingen en aanvullingen op de folder ‘Varroa bestrijden’

5 augustus 2011

Correcties op een folder van PPO-Bijen waarin instructies worden gegeven voor effectieve en veilige methoden van bestrijding van de varroamijt (Varroa destructor) d.m.v. de organische zuren mierenzuur en oxaalzuur, thymovar, en apistan of andere chemische, in was accumulerende en resistentie veroorzakende stoffen. De correcties zijn vooral gebaseerd op buitenlands onderzoek en ervaringen van de auteur Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : verkenning van gevolgen van het nieuwe mestbeleid voor de nutriëntenbelasting van bodem en water met STONE2.2

5 augustus 2011

Het stelsel van verliesnormen (MINAS) wordt vervangen door een nieuw stelsel van gebruiksnormen dat per 1 januari 2006 in werking treedt. Uitkomsten van STONE 2.2 zijn gebruikt om een globale verkenning uit te voeren van de verwachte gevolgen van het nieuwe mestbeleid. Het komende mestbeleid bevat verder nog een aantal aanvullende maatregelen. Hiervan zijn in deze studie betrokken het vanggewas na maïs op zandgrond (met ingang van 2006 verplicht) en het uitrijverbod bij akkerbouw op klei (periode in najaar wordt met ingang van 2006 ingesteld op 2,5 maand en verlengd naar 4,5 maand in 2009) Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : sturen op nitraat: ontwikkeling en toetsing van nitraatindicatoren

5 augustus 2011

Nederland moet aan de doelstelling van EU-Nitraat Richtlijn voldoen en ondermeer een grondwaterkwaliteit realiseren die overeenkomt met een nitraatgehalte < 50 mg/l. Er is een traject ingezet om N-verliezen te beperken, maar desondanks zouden vanaf 2003 voor de droge zandgronden mogelijk aanvullende maatregelen nodig zijn. Maatwerk werd voorzien, en daarom werd een systematiek bepleit om effecten van maatregelen af te meten aan verandering van het nitraatgehalte van het grondwater. Daarvan werd een verbeterde grondslag verwacht voorverder N-beleid, zouden individuele boeren op bedrijfsniveau locatiespecifieke maatregelen kunnen ontwikkelen, zouden drinkwaterbedrijven en regionale overheden op basis van metingen afspraken met boeren kunnen maken over maatregelen en zou informatie worden verkregen voor evaluatie van gebiedsgericht mestbeleid, als aanvulling op het landelijk meetnet mestbeleid. Het project Sturen op Nitraat werd gestart in 2000 om de mogelijkheden en bruikbaarheid te onderzoeken van methoden voor het bepalen van het nitraatgehalte. In dit Infoblad wordt ingegaan op de ontwikkeling van indicatoren en hun bruikbaarheid Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : regionale analyse van milieueffecten van maatregelen in de landbouw

5 augustus 2011

In dit informatieblad worden enkele voorbeelden van berekeningen van uitspoeling van zware metalen en emissies van fijn stof en broeikasgassen in Oostelijk Brabant beschreven. De uitgangspunten en de overige resultaten, inclusief die van de drie andere gebieden, staan beschreven in het rapport van Velthof et al. (2005) Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : uitmijnen biedt perspectief om het risico van fosfaatuitspoeling uit zwaar bemeste landbouwgronden te verminderen!

5 augustus 2011

Landbouwgronden die in het verleden zwaar zijn bemest, zijn rijk aan fosfaat. In kalkloze zandgronden is de bindingscapaciteit van de bodem voor fosfaat niet groot, waardoor er een risico ontstaat voor uitspoeling. Dit gebeurt vooral in vlakke gebieden met een ondiepe grondwaterstand en een intensief afwateringsstelsel. In het oppervlaktewater leidt te veel fosfaat tot ongewenste effecten (eutrofiëring). In Nederland heeft momenteel ongeveer eenderde deel van de kalkloze zandgronden een (te) hoog fosfaatgehalte. Uitmijnen is een mogelijke maatregel om het risico van fosfaatuitspoeling uit kalkloze zandgronden met een te hoog fosfaatgehalte te verminderen. Onder uitmijnen wordt verstaan: het onttrekken van fosfaat aan de grond door middel van het oogsten en afvoeren van een gewas zonder fosfaatbemesting. In dit infoblad worden de belangrijkste resultaten weergegeven van een experiment, waarin het proces van uitmijnen versneld is nagebootst in een potproef. De afname in de hoeveelheid fosfaat in de grond en de veranderingen in de fosfaatspeciatie zijn onderzocht. Op basis van deze resultaten kunnen richtlijnen worden ontwikkeld voor het beheer van de zogenaamde fosfaatlekkende landbouwgronden in de buurt van oppervlaktewater, zodat in de toekomst voldaan kan worden aan de kwaliteitseisen van de Kaderrichtlijn Water Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : een N balans voor toegediende kunstmest in een uitspoelingsgevoelige zandgrond door middel van 15N labelling

5 augustus 2011

Betrouwbare stikstof (N) balansen voor agroecosystemen zijn van groot belang voor het in kaart brengen van N emissies naar het milieu in de vorm van lachgas, stikstofgas, ammoniak en nitraat. Vanwege de relatief grote hoeveelheid N in de bodem organische stof t.o.v. toediening en emissies, is het echter moeilijk om met conventionele methoden een mogelijke toe- of afname van de hoeveelheid N in de bodem te kwantificeren. Verder is het vaak niet mogelijk om te bepalen in welke mate emissies afkomstig zijn van toegediende mest of van N uit de organische stof in de bodem. Beide problemen kunnen worden verholpen door het toedienen van (kunst)mest die gelabeld is met 15N, een zwaardere isotoop van stikstof. Het lot van de toegediende mest kan hierdoor precies worden gevolgd Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : fosfaatverzadiging van landbouwgronden in Nederland

5 augustus 2011

Door het overmatig gebruik van meststoffen in de landbouw worden niet alle meststoffen door het gewas opgenomen, waardoor de kans bestaat dat negatieve effecten in het milieu worden waargenomen. Fosfaat is een van de belangrijkste meststoffen die nodig zijn om een goede gewasproductie en gewaskwaliteit te realiseren. Echter een te grote toename van de fosfaatvoorraad in de bodem leidt ertoe dat de bodem met fosfaat verzadigd raakt waardoor extra fosfaat kan uitspoelen naar het oppervlaktewater en aldaar tot een verstoring van het ecologische evenwicht leidt (kroosvorming, algengroei, afgifte van giftige stoffen, zuurstofloosheid, vissterfte). Het beleid van de rijksoverheid is er dan ook de afgelopen decennia op gericht geweest om de mate waarin de bodem met fosfaat wordt opgeladen terug te dringen zodat het areaal fosfaatverzadigde gronden niet sterk meer toeneemt en verslechtering van de waterkwaliteit wordt afgeremd Lees verder