Onderwerp: Publicaties

Mineralisatie van mest en organische stof in de bodem : een indicator op basis van (bio) chemische parameters

8 augustus 2011

Van zes verschillende bemestingsregimes bij grasland is onderzocht wat het effect is op de bodemsamenstelling in de mineralisatie. Verder is voor uiteenlopende bodems van vijf verschillende bodemparameters de geschiktheid als mineralisatie indicator onderzocht. Na drie jaar was er geen verschil in het totaal C of totaal N gehalte tussen niet en wel bemeste veldjes Lees verder

Van mesthoop tot composthoop : mest van eigen vee goed benutten

8 augustus 2011

Een onvermijdelijke consequentie van het houden van vee is mest. Vooral dierenhouders die over een stukje land beschikken kunnen de mest uitstekend benutten om hun grond te verbeteren. In plaats van mest af te voeren en vervolgens weer (kunst-)meststoffen aan te voeren om het grasland of de moestuin te bemesten, kan de organische mest van het eigen vee benut worden. Lees verder

Trends in de fosfaattoestand van landbouwgronden in Nederland in de periode 1998-2003

8 augustus 2011

Om inzicht te krijgen in hoeverre het mestbeleid effect heeft gehad op het verloop van de fosfaattoestand van landbouwgronden zijn de monsters die in de periode 1998-2003 door BLGG zijn genomen en geanalyseerd op de fosfaattoestand nader bestudeerd. Uit de analyse blijkt dat de fosfaattoestand van bouwlandpercelen enigszins is toegenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de fosfaat¬toestand van kleibouwland is toegenomen. Voor de overige teelten (grasland en maïsland) zijn vooralsnog in deze periode geen duidelijke trends waarneembaar Lees verder

effect van de Kaderrichtlijn Water en het Europese mestbeleid op de bodemkwaliteit in Nederland

8 augustus 2011

Deze studie biedt een overzicht van de effecten van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Europese mestbeleid op de bodemkwaliteit in Nederland in de periode 2005-2030. De overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende Europese richtlijnen op het gebied van water en mest zijn geanalyseerd voor wat betreft de effecten voor bodemkwaliteit, ook in relatie met de Europese Bodemstrategie. Alle richtlijnen dragen bij aan het voorkomen of verminderen van bodemverontreiniging. De effecten van de richtlijnen voor de koolstofvoorraad van de bodem kunnen uiteenlopen. Beperking van het gebruik van nutriënten en verschraling van natuurterreinen kan leiden tot afname van de aanvoer van koolstof, terwijl vernattingsmaatregelen kunnen leiden tot toename. Kwantitatieve gegevens ontbreken echter. Bodemverdichting heeft geen aandacht in het huidige Europese water- en mestbeleid. Omdat verdichte lagen water- en stofstromen beïnvloeden is bodemverdichting relevant voor het water- en mestbeleid. Het verdient aanbeveling hiermee rekening te houden bij het formuleren van beleid ter preventie en bestrijding van bodemverdichting in het kader van een Europese bodemstrategie of een eventuele Europese Kaderrichtlijn Bodem Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : nitraatconcentraties naast en onder een bufferstrook

5 augustus 2011

De belasting van het oppervlaktewater met nutriënten is in veel gebieden in Nederland te hoog. De afgelopen decennia zijn verschillende brongerichte maatregelen genomen om de stikstof (N) en fosfor (P) verontreiniging te verminderen, bijvoorbeeld door aanscherping van het mestbeleid. Wat betreft de efficiëntie van verschillende maatregelen is (nog) weinig literatuur voorhanden die van toepassing is op de Nederlandse situatie. In het bijzonder kwantitatieve informatie over de effectiviteit van bufferstroken (bemestingsvrije perceelsranden) in het verminderen van N- en P-uitspoeling voor Nederlandse omstandigheden ontbreekt. Daarnaast zijn enkele modelberekeningen voor bufferstrooksituaties uitgevoerd. Om een juiste indruk te krijgen van de effectiviteit van een bufferstrook zou de vrachtbelasting van het oppervlaktewater (slootwater) gemeten moeten worden in een situatie met en een situatie zonder aanwezigheid van een bufferstrook. Dit type onderzoek is echter vrij kostbaar (zie ook ‘Ten slotte’). In het kader van programma 398-II is onderzoek verricht om inzicht te krijgen in de veranderingen in N- en P-concentraties in het bovenste grondwater als functie van de tijd en afstand tot de sloot in een akkerbouwperceel (zand, vlak, ongedraineerd) met een onbemeste grasbufferstrook langs de sloot. Dergelijke veranderingen zijn het gevolg van consumerende, zoals denitrificatie en gewasopname, of eventueel producerende processen Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : sturen op nitraat: de boer als milieumanager

5 augustus 2011

In dit infoblad wordt aangegeven op welke wijze gebruik kan worden gemaakt van deze Nmin indicator om het gemiddeld nitraatgehalte van het grondwater op een landbouwbedrijf te bepalen. De basis daarvoor is een set van relaties tussen Nmin (najaar) en het nitraatgehalte van het bovenste grondwater in het voorjaar die door het project Sturen op Nitraat is vastgesteld en getoetst op zowel bedrijfsniveau als regionaal niveau (infoblad85). Deze relaties zijn geldig voor de meeste zand- en lössgronden, drie categorieën grondwatertrap en drie vormen van bodemgebruik: akkerbouw, gras, maïs. De voorkeur voor de Nmin-indicator boven directe meting van het nitraatgehalte berust op kosten overwegingen en op de vertrouwdheid die boeren hebben met de meting van stikstofvoorraden in de bodem en ervaring die bedrijfslaboratoria hebben met het nemen van grondmonsters Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : lot van N-overschot

5 augustus 2011

Het Nederlandse mestbeleid is erop gericht om de belasting met stikstof en fosfaat van grond- en oppervlaktewater terug te dringen. STONE is een belangrijk rekeninstrument voor de evaluatie van dat beleid. In MINAS en MILIEU, het rapport van de evaluatie van de Meststoffenwet in 2002 (EMW 2002), zijn STONE berekeningen gebruikt om het effect van verschillende beleidsscenario’s op de stikstof en fosfaatbelasting van het water te bepalen. Een verlaging van de stikstofbelasting van de bodem met, bijvoorbeeld 25%, leek gepaard te gaan met een veel kleinere verlaging van de stikstofbelasting van het oppervlaktewater. Met andere woorden: het systeem leek erg inelastisch te zijn. Een goede aanleiding om de STONE resultaten eens aan een nadere beschouwing te onderwerpen. De resultaten van de evaluatie van de STONE uitkomsten zijn weergegeven in een rapport (De Willigen e.a. 2003) en ze worden hier in het kort besproken Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : sturen op nitraat: regionale nitraat monitoring

5 augustus 2011

Voor regionale monitoring van de nitraatconcentratie van het bovenste grondwater is door het project Sturen op Nitraat voor zand- en lössgronden een monitoringconcept ontwikkeld dat gebruik maakt van een indicator voor de schatting van de nitraatconcentratie. Gebruik van een indicator boven directe meting is ingegeven door gebruikersgemak en kostenbesef. In dit informatieblad worden de mogelijkheden van dit regionale monitoringsconcept nader belicht Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : op zoek naar een indicator voor mobiel N in de bodem

5 augustus 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : bodemvruchtbaarheid op De Marke: ontwikkelingen bij aangepast mineralenbeheer en gevolgen voor productiviteit

5 augustus 2011

Op het Proefbedrijf voor Melkveehouderij en Milieu ‘De Marke’ wordt sinds 1993 een aangepast bodem- en gewasbeheer in praktijk gebracht om op droge zandgrond aan de milieunormen te voldoen bij een gemiddelde productie-intensiteit van melk. De aanvoer van stikstof naar de bodem is de helft lager dan wat gangbaar is in de melkveehouderij. De fosfaataanvoer is ingesteld op het niveau van evenwichtsbemesting. In een recente studie is ingegaan op de vraag of de bodemvruchtbaarheid op een voldoende hoog niveau gehandhaafd kan blijven bij deze sterk verminderde aanvoer van nutriënten. De ontwikkeling van de bodemvruchtbaarheid (de fosfaattoestand, het organische stofgehalte en de N-voorraad) werd afgeleid van bodemmonsters die verzameld zijn sinds 1989. Daarnaast is ook gekeken naar de invloed van de bodemvruchtbaarheid op de gewasopbrengst Lees verder