Onderwerp: Publicaties

‘Elk perceel zijn eigen stikstofnorm’

22 augustus 2011

Vooral telers met bovengemiddelde opbrengsten en telers op marginale grond hebben moeite om hun gewassen van voldoende stikstof te voorzien. Desondanks scherpt minister Verburg van LNV de gebruiksnormen de komende jaren, in meer of mindere mate, verder aan. Wel is ze bereid om te kijken of vanaf 2010 ‘normen op maat’ mogelijk zijn. Lees verder

Teelthandleiding korrelmais en Corn Cob Mix (CCM) – bemesting

22 augustus 2011

De bemesting van korrelmaïs, CCM en MKS komt grotendeels overeen met die van snijmaïs. Voor de bemestingsadviezen wordt dan ook verwezen naar http://www.handboeksnijmais.nl/. Er zijn echter voor de situatie van twee of meer jaren achter elkaar telen van het gewas wel enkele aanpassingen nodig. Dit hangt samen met het feit dat alleen de kolf en hoogstens een klein gedeelte van de vegetatieve delen geoogst worden, waardoor de nutriëntenonttrekking aanzienlijk lager is dan bij snijmaïs. In een tabel zijn deze verschillen zien. Lees verder

Mest : restproduct of grondstof? : actueel thema voor alle sectoren

22 augustus 2011

Mest is een goed voorbeeld van samenwerking tussen de dierlijke en plantaardige sectoren. De één produceert het,de ander heeft het nodig. Tot dusver simpel, maar regelgeving en logistieke uitdagingen maken het tot een complex dossier. Lees verder

Grasklaver blijft lastig : maaien gras + rode klaver beste optie

22 augustus 2011

Strengere mestnormen stimuleren het gebruik van grasklaver. Witte klaver is lastig te beheren. Op gangbare bedrijven is rode klaver goed in te passen. Lees verder

Flexibilisering van gebruiksnormen : verkenning van perspectieven voor de akkerbouw

22 augustus 2011

In dit onderzoek is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om binnen milieurandvoorwaarden te komen tot systemen van flexibele gebruiksnormen, waarbij rekening wordt gehouden met de perceels- en bedrijfskenmerken. Er is gekeken naar zowel de stikstof- als fosfaatgebruiksnormen. Globaal kunnen er drie differentiatiesystemen worden onderscheiden: 1) het van tevoren vaststellen van een gedifferentieerde norm (inspanningsverplichting) of systemen met gedifferentieerde normen met controle achteraf via 2) het N-overschot of via 3) bepaling van de hoeveelheid minerale bodem-N in de herfst (resultaatverplichting). Lees verder

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen

22 augustus 2011

Telers van zetmeelaardappelen worden, door verrekening van het OWG in de prijs, uitbetaald op basis van de hoeveelheid geleverd zetmeel. Aan het eiwitgehalte en aan de eiwitopbrengst wordt door de verwerkende industrie AVEBE een toenemend belang gehecht. Voor de teler zal vooral de keuze van het ras, maar ook het niveau van de stikstofbemesting en wellicht ook deling van de stikstofgift van invloed zijn op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst per hectare. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ieder ras vraagt om een specifieke stikstofbemesting voor het bereiken van de maximale (c.q. optimale) zetmeelopbrengst. Onduidelijk is wat het effect van deling van de stikstofgift is op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst. Agrobiokon heeft hier daarom onderzoek naar gedaan. Belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de teler vooralsnog het bemestingsregime niet hoeft aan te passen voor het bereiken van een maximale eiwitopbrengst. In de meeste gevallen wordt een hoog uitbetalingsgewicht namelijk gecombineerd met een hoge eiwitopbrengst. Nog steeds zal het bemestingsniveau en een bewuste deling van de gift per ras daarom afgestemd moeten worden op het bereiken van een maximale zetmeelopbrengst. Lees verder

Zwavelbemesting van zetmeelaardappelen

22 augustus 2011

Omdat zwavel een belangrijk voedingselement is voor de plant, is er in 2003 en 2004 onderzoek uitgevoerd om na te gaan of een zwavelbemesting van zetmeelaardappelen een positief effect heeft op de opbrengst en de kwaliteit. Uit de resultaten komt naar voren dat de invloed van zwavel in 2004 en 2003 beperkt is geweest. In beide jaren was er op het oog geen zwavelgebrek zichtbaar. Bij de rassen Karnico, Mercator en Seresta is er geen invloed geweest van zwavel op de opbrengst en het onderwatergewicht. Lees verder

Dierlijke mest in Engels raaigras

22 augustus 2011

Het gebruik van dierlijke mest in plaats van kunstmest kan een aanzienlijke kostenreductie geven. Als gevolg van de weersomstandigheden en de daarmee samenhangende berijdbaarheid van het land is het toepassingsmoment van drijfmest in het voorjaar onzeker. De doelstelling van dit onderzoek is vaststellen in hoeverre een voorjaarstoediening van drijfmest in de stikstofbehoefte van de zaadteelt van Engels raaigras (gedifferentieerd naar type) kan voorzien en welke toedieningstechniek het meest geschikt is. Hiermee kunnen de gebruiksmogelijkheden van drijfmest in de zaadteelt van Engels raaigras worden vastgesteld. Uit het onderzoek uitgevoerd in 2002, 2003 en 2005 kan worden geconcludeerd dat het toedienen van mest, met name bij de latere rassen van Engels raaigras, perspectief biedt. Behalve een toepassing met sleepvoeten kan bij een goed ontwikkelde en draagkrachtige zode drijfmest ook zonder veel gewasschade met een zodeinjecteur worden toegepast. Lees verder

Tijdstip van MH-bespuiting in uien en het effect van stikstof en oogsttijdstip op kale uien

19 augustus 2011

In de praktijk zijn er in de bewaring regelmatig problemen met spruitlustige en kale uien. In 2007 heeft PPO-agv in Lelystad twee proeven uitgevoerd: een proef waarin op verschillende tijdstippen MH is gespoten met als doel om na te gaan wat het optimale moment van MH-toediening is; een proef waarin de effecten van stikstofbemesting en oogsttijdstip op het optreden van kale uien zijn onderzocht Lees verder

Factsheet mogelijkheden en waarde van alternatieve meststoffen in de akkerbouw

19 augustus 2011

De laatste jaren komen er in toenemende mate komen producten op de markt die afkomstig zijn uit mestscheidings- en mestbewerkinginstallaties, luchtwassers en industriële productie (bijvoorbeeld uit de voedingsindustrie). Het betreft zowel vloeibare als vaste producten. Deels hebben deze producten een toelating gekregen om ingezet te worden als meststof, deels worden ze ook toegepast zonder toelating. Van belang is vast te stellen wat de landbouwkundige waarde van deze producten is, en of deze producten een goedkoper alternatief kunnen zijn voor de gangbare meststoffen. Lees verder