Onderwerp: Algemeen

Lot van het stikstofoverschot : analyse van STONE-berekeningen die zijn uitgevoerd in het kader van Evaluatie Meststoffenwet 2002

11 augustus 2011

Op nationale schaal wordt de belasting van het oppervlaktewater met stikstof uit de bodem berekend met het model STONE (nutrientenemissiemodel ontwikkeld door DLO, RIVM en RIZA). Met de uitkomsten van het model is het Nederlandse Mestbeleid 2002 geëvalueerd. Een groot deel van de belasting van het oppervlaktewater wordt veroorzaakt door de landbouw. De uiteindelijke uitspoeling naar het oppervlaktewater hangt af van de hoogte van het stikstofoverschot, denitrificatie en andere bodemeigenschappen. Dit rapport geeft antwoord op de vraag: ‘Wat is het lot van het N-overschot’, waarvoor de uitkomsten van de Evaluatie van de Mestwetgeving 2002 zijn gebruikt. Lees verder

Antibiotica in de bodem : een pilotstudie

9 augustus 2011

In het kader van een overeenkomst tussen Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem (SKB) en een breed consortium en klankbordgroep is een pilotstudie uitgevoerd naar veterinaire antibiotica in de bodem en het grondwater. Lees verder

Nieuw mestbeleid: quick scan van effecten op de emissies van methaan en lachgas

9 augustus 2011

Als gevolg van de MINAS – wetgeving zijn de mestgiften in Nederland gedaald en hierdoor is ook de emissie van de overige broeikasgassen sterk verminderd in de periode 1995 – 2005. Gedwongen door de EU zal Nederland het mest- en mineralenbeleid en mestwetgeving aanpassen en daarbij gebruik maken van de onlangs onder voorwaarden toegekende derogatie. Deze quick – scan geeft inzicht in de mogelijke en waarschijnlijke effecten van dat nieuwe mestbeleid op de emissies van methaan en lachgas bij toepassing van de gehonoreerde derogatie. Het nieuwe mestbeleid en de derogatie leidt tot een kortdurende toename van de emissie van lachgas doordat er ruimte ontstaat voor meer gebruik van stikstofkunstmest bij aanvang van het mestbeleid (2006). Verscherpte normering richting 2009 en aanpassingen in de landbouwsector kunnen tezijnertijd weer zorgen voor een daling van de emissie van methaan en lachgas. Het uiteindelijke effect van invoering van het nieuwe mestbeleid in 2006 is een daling van de emissie met 0 tot 0.3 Mton CO2-equivalenten ten opzichte van de situatie in 2003. Deze daling is aanmerkelijk minder sterk dan de daling die tot nu toe werd voorzien. Lees verder

effect van de Kaderrichtlijn Water en het Europese mestbeleid op de bodemkwaliteit in Nederland

8 augustus 2011

Deze studie biedt een overzicht van de effecten van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Europese mestbeleid op de bodemkwaliteit in Nederland in de periode 2005-2030. De overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende Europese richtlijnen op het gebied van water en mest zijn geanalyseerd voor wat betreft de effecten voor bodemkwaliteit, ook in relatie met de Europese Bodemstrategie. Alle richtlijnen dragen bij aan het voorkomen of verminderen van bodemverontreiniging. De effecten van de richtlijnen voor de koolstofvoorraad van de bodem kunnen uiteenlopen. Beperking van het gebruik van nutriënten en verschraling van natuurterreinen kan leiden tot afname van de aanvoer van koolstof, terwijl vernattingsmaatregelen kunnen leiden tot toename. Kwantitatieve gegevens ontbreken echter. Bodemverdichting heeft geen aandacht in het huidige Europese water- en mestbeleid. Omdat verdichte lagen water- en stofstromen beïnvloeden is bodemverdichting relevant voor het water- en mestbeleid. Het verdient aanbeveling hiermee rekening te houden bij het formuleren van beleid ter preventie en bestrijding van bodemverdichting in het kader van een Europese bodemstrategie of een eventuele Europese Kaderrichtlijn Bodem Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : sturen op nitraat: ontwikkeling en toetsing van nitraatindicatoren

5 augustus 2011

Nederland moet aan de doelstelling van EU-Nitraat Richtlijn voldoen en ondermeer een grondwaterkwaliteit realiseren die overeenkomt met een nitraatgehalte < 50 mg/l. Er is een traject ingezet om N-verliezen te beperken, maar desondanks zouden vanaf 2003 voor de droge zandgronden mogelijk aanvullende maatregelen nodig zijn. Maatwerk werd voorzien, en daarom werd een systematiek bepleit om effecten van maatregelen af te meten aan verandering van het nitraatgehalte van het grondwater. Daarvan werd een verbeterde grondslag verwacht voorverder N-beleid, zouden individuele boeren op bedrijfsniveau locatiespecifieke maatregelen kunnen ontwikkelen, zouden drinkwaterbedrijven en regionale overheden op basis van metingen afspraken met boeren kunnen maken over maatregelen en zou informatie worden verkregen voor evaluatie van gebiedsgericht mestbeleid, als aanvulling op het landelijk meetnet mestbeleid. Het project Sturen op Nitraat werd gestart in 2000 om de mogelijkheden en bruikbaarheid te onderzoeken van methoden voor het bepalen van het nitraatgehalte. In dit Infoblad wordt ingegaan op de ontwikkeling van indicatoren en hun bruikbaarheid Lees verder

Opmerkingen en aanvullingen op de folder ‘Varroa bestrijden’

5 augustus 2011

Correcties op een folder van PPO-Bijen waarin instructies worden gegeven voor effectieve en veilige methoden van bestrijding van de varroamijt (Varroa destructor) d.m.v. de organische zuren mierenzuur en oxaalzuur, thymovar, en apistan of andere chemische, in was accumulerende en resistentie veroorzakende stoffen. De correcties zijn vooral gebaseerd op buitenlands onderzoek en ervaringen van de auteur Lees verder

Systeemanalyse voor het bemalingsgebied Quarles van Ufford, Fase 3

4 augustus 2011

Voor het project ‘Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders’ is een systeemanalyse uitgevoerd voor het bemalingsgebied Quarles van Ufford. Deze systeemanalyse wordt gefaseerd uitgevoerd. Dit rapport geeft de resultaten weer van Fase 3. In het modelsysteem Fase 3 zijn alle relevante bronnen op stroomgebiedniveau meegenomen Lees verder

Effecten van fosfaatoverschotten op gras- en bouwland op langere termijn : stand van zaken 2007

4 augustus 2011

Het gebruik van fosfaat op gras- en bouwland staat volop in de belangstelling nu het stelsel van gebruiksnormen in 2006 van kracht geworden is. Het voornemen om per 2015 evenwichtsbemesting in te voeren, heeft geleid tot maatschappelijke onrust. In dit rapport worden observaties besproken die gebaseerd zijn op uitvoerige meetprogramma’s voor fosfaat op veeljarige veldproeven op grasland en bouwland. Bij de proeven worden de mogelijke gevolgen van evenwichtsbemesting op de lange termijn voor opbrengst, kwaliteit, verdeling van fosfaatfracties in de bodem en fosfaatuitspoeling vastgesteld. Dit rapport geeft de stand van zaken van de periode 2002-2007 op basis van beschikbare gegevens Lees verder

Ex-ante evaluatie landbouw en KRW : effect van voorgenomen en potentieel aanvullende maatregelen op de oppervlaktewaterkwaliteit voor nutriënten

4 augustus 2011

Onderzocht is in hoeverre de implementatie van de KRW via het mestbeleid en via het regionale KRW-maatregelenpakket bijdraagt aan de realisatie van de beoogde concentraties nutriënten in het oppervlaktewater. Daarnaast is verkend of aanvullende maatregelen tot een bijdrage aan de realisatie van deze normen kunnen bijdragen. Daartoe zijn de milieueffecten van de maatregelen en zijn de directe en de directe kosten van maatregelen en maatregelpakketten berekend. Daarmee wordt een stap gezet in het kwantificeren van nutriëntenstromen om kosteneffectieve maatregelen te identificeren en selecteren voor Stroomgebiedbeheerplannen. Deze studie moet het inzicht in de relatie landgebruik, maatregelen en waterkwaliteit vergroten. Dit rapport en de achterliggende regionale resultaten moeten nu met de regionale waterbeheerders besproken worden om te identificeren waar de grootste verbeteringen mogelijk zijn en hoe deze verbeteringen gerealiseerd kunnen worden, want deze studie was gericht op hoofdlijnen Lees verder

Protocol voor monitoring landelijke mestmarkt onder een stelsel van gebruiksnormen

1 augustus 2011

Dit document beschrijft het protocol voor de monitoring van de landelijke mestmarkt onder het stelsel van gebruiksnormen. De doelen van het protocol zijn (i) het ontwikkelen van een gezamenlijke taal over de mestmarkt en (ii) het ontwikkelen van een gezamenlijke analyse van de mestmarkt. Omdat de mestdistributie in de mestmarkt een sleutelrol vervult, ligt de nadruk op de monitoring van de mestdistributie. De mestdistributie wordt via een analyse van de ‘Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen’ (VDM’s) in kaart gebracht en vergeleken met resultaten van modelberekeningen. De VDM’s geven een beeld van de totale hoeveelheid mest die per jaar wordt geredistribueerd tussen bedrijven en tussen regio’s. Het model berekent de totale mestproductie, de hoeveelheid mest die op het bedrijf waar de mest is geproduceerd, kan worden geplaatst (bedrijfseigen mest) en de totale hoeveelheid mest die moet worden afgevoerd (bedrijfsvreemde mest). Lees verder