Nieuwste berichten
Onderwerp: Algemeen
Gebruiksnormen en mestverbranding grote invloed op de mestprijs
2 mei 2011
In opdracht van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) berekent het LEI jaarlijks de meststromen op de mestmarkt. Deze monitoring levert de meest betrouwbare schatting van de meststromen op de mestmarkt. Het laatste onderdeel van de monitoring, de verificatie, wordt na afloop uitgevoerd, wanneer alle gegevens bekend zijn. Dit artikel geeft de resultaten van de verificatie van de jaren 2006, 2007 en 2008. De berekeningen zijn uitgevoerd met het MAMBO model van het LEI, waarvoor de mestafzetregistraties van LNV DR de input is. In het Informatienet van het LEI worden de kosten van mestafzet vastgelegd. In dit artikel worden beide informatiebronnen met elkaar en met de mestafzet van het laatste MINAS jaar (2005) vergeleken Lees verder
Werking van fosfaat van stalmest en compost is variabel
2 mei 2011
Bij het opstellen van fosfaatbemestingsadviezen wordt aangenomen dat P uit organische meststoffen even goed beschikbaar is voor het gewas als P uit kunstmest. Deze aanname is gebaseerd op beperkt onderzoek. Dit leidt tot onzekerheid over de beschikbaarheid, zeker nu de gebruiksnorm voor fosfaat in fasen wordt verlaagd tot evenwichtsbemesting. Daarom is onderzocht wat de werking van P uit deze meststoffen werkelijk is, vergeleken met kunstmestfosfaat Lees verder
Regels voor het gebruik van compost
2 mei 2011
Wat is compost en welke gebruiksnormen en uitrijregels gelden Lees verder
Wat kan ik verdienen aan de aanvoer van dierlijke mest?
2 mei 2011
De aanvoer van dierlijke mest kan voor een boomkweker een kostenpost in de jaarrekening zijn. Het uitrijden van dierlijke mest – drijfmest of vaste mest – kost geld. Bij de huidige mestmarkt kan de aanvoer van dierlijke mest echter in veel gevallen ook geld opleveren. Veehouders moeten van hun mest af en zijn bereid daarvoor te betalen. Hoeveel geld er op verdient kan worden hangt af van: 1). de bemestingstoestand van de bodem, 2). de bemestingsbehoefte van het gewas, 3). het aanbod van dierlijke mest, 4).de prijs-opbrengstverhouding per kubieke meter mest Lees verder
Effect DMPP op reductie van stikstofuitspoeling na herfsttoediening van dierlijke mest
2 mei 2011
Doel van het onderzoek was vast te stellen hoeveel stikstof er door toediening van DMPP aan drijfmest bij najaarstoepassing extra beschikbaar komt voor het volggewas. Het Nmin-gehalte in de grond in het voorjaar werd hiervoor als criterium gebruikt Lees verder
Gewasbescherming
2 mei 2011
Het is een bekend fenomeen: elk onkruidbestrijdingsmiddel of elke combinatie van middelen heeft zijn beperkingen. In maïs lijkt nu de haagwinde het grote probleem. Doordat de moderne middelen vroeg worden gespoten, ontsnapt dit wortelonkruid. Een tweede bespuiting is daardoor onvermijdelijk. Extra werk en dus ook kans op extra omzet. Lees verder
vernieuwde cluster BO-05 Mest en Mineralen: plannen voor de toekomst
2 mei 2011
Ook de komende jaren getracht worden om vanuit het beleidsondersteunende onderzoek van het cluster Mest- en Mineralen zowel richting de rijksoverheid als naar de praktijk een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een duurzame landbouw binnen de milieu en economische randvoorwaarden. Wij hopen dat met het uitgeven van deze nieuwe serie aan informatiebladen een bijdrage wordt geleverd aan de informatiebehoefte van velen die geïnteresseerd zijn naar de uitkomsten van het Mest- en Mineralenonderzoek. . Lees verder
Methodiek voor berekening van ammoniakemissie uit de landbouw in Nederland
2 mei 2011
De landbouw is de belangrijkste bron van ammoniak (NH3) in Nederland. De ministeries van LNV en VROM hebben de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) gevraagd om de huidige methodiek voor de monitoring van opgetreden NH3-emissies uit de landbouw in Nederland te reviewen en zonodig te reviseren. Met de rekenmethodiek worden de NH3-emissies uit stallen en mestopslagen, bij beweiding en bij toediening van mest en kunstmest aan de bodem op nationaal niveau berekend. Een werkgroep van de CDM heeft de rekenmethodiek gereviewd en de methodiek aangepast. Er zijn twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de huidige rekenmethodiek doorgevoerd, namelijk i) de emissiefactoren voor stallen, beweiding, kunstmest en mesttoediening zijn geactualiseerd en ii) alle emissiefactoren worden nu gebaseerd op het gehalte aan totaal ammoniakaal stikstof (TAN) in plaats van op het gehalte aan totaal stikstof (N). De met de nieuwe methodiek berekende NH3-emissie uit de landbouw in 2005 bedraagt 121,3 miljoen kg NH3 en is daarmee 1,3 miljoen kg NH3 hoger dan de emissie berekend met de huidige methodiek. Er zijn echter wel grote verschillen tussen beide methodieken in de berekende emissies van de afzonderlijke NH3-bronnen. De emissies uit mest- en kunstmesttoediening zijn hoger en die uit stallen, mestopslagen en beweiding zijn lager bij de nieuwe methodiek dan bij de huidige methodiek. Berekeningen laten zien dat de berekende NH3-emissie op nationaal niveau met name gevoelig is voor het TAN-aandeel in de N-excretie en voor de NH3-emissiefactor voor mesttoediening. Op basis van de studie worden verschillende aanbevelingen gedaan over toepassing en onderhoud van de rekenmethodiek en over nader onderzoek. Deze publicatie is tot stand gekomen dankzij samenwerking tussen: CBS, LEI, Alterra, Plant en Dier wetenschappen, Planbureau voor de Leefomgeving Lees verder
gezonde bodem vraagt om geschikte voeding
2 mei 2011
Een goede gewasproductie is gebaat bij een vruchtbare bodem die een goede structuur heeft. Een gezond bodemleven kan veel bijdragen aan goede teeltcondities, dan moet het bodemleven wel gestimuleerd door geschikte voeding. De vraag is hoe doe je dat? Lees verder
Toedieningswijze en formulering cruciaal voor effectiviteit van GNO’s
2 mei 2011
Succesvolle introductie van GNO’s in de praktijk is in hoge mate afhankelijk van een juiste toedieningswijze en daarmee samenhangende formulering. Verbetering van de effectiviteit verlaagt de benodigde hoeveelheid GNO’s, waardoor de kans op introductie wordt verhoogd. Onderzoek naar toediening en formulering is daarom een integraal onderdeel van de ontwikkeling van GNO-produkten voor de praktijk Lees verder