Nieuwste berichten
Onderwerp: Algemeen
Uitspoelingsgevoelige gronden op de kaart : werkwijze en resultaten
5 mei 2011
Voor de uitvoering van het mestbeleid in Nederland is het van belang om de uitspoelingsgevoeligheid voor nitraat van de bodems in Nederland zo goed mogelijk te kennen. Deze uitspoelingsgevoeligheid hangt o.a. af van de grondsoort en de grondwaterstand om hiervan een inschatting te maken dienen basisbestanden van de bodem en de grondwaterstanden voldoende nauwkeurig en actueel dienen te zijn. Uit een quick scan bleek dat 47% van de oppervlakte veengronden in Oost-Nederland is gedeformeerd naar een ander bodemtype, met name zandgronden. Voor de zand- en lössgronden van Nederland is met een geostatistische methode de grondwaterdynamiek geactualiseerd en er is een methodiek ontwikkeld om op basis hiervan de landbouwpercelen op zand- en lössgronden te classificeren naar uitspoelingsgevoeligheid. Deze berekeningen zijn uitgevoerd voor verschillende scenario’s waarin is gevarieerd met de GHG grens, de areaal fractie per perceel en een kanscriterium. In het gewijzigd beleid is ervoor gekozen om niet op perceelsniveau uitspoelingsgevoelige gronden aan te wijzen. Daarom is het areaal uitspoelingsgevoelige grond ook voor pixels van 25×25 meter berekend. Voor de zandgronden bedraagt het areaal uitspoelingsgevoelige gronden met een GHG ? 70 cm en een GLG ? 120, ongeveer 335000 ha, 36% van het landbouw areaal op zandgronden Lees verder
Bindend advies inzake enkele groepen van hardheidsgevallen bij de herstructurering van de varkenshouderij
4 mei 2011
Op 1 september 1998 is de Wet herstructurering varkenshouderij in werking getreden. In het overleg tussen de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en LTO- Nederland bleef over een aantal groepen van gevallen verschil van mening bestaan of deze als hardheidsgeval kunnen worden aangemerkt. Om de discussie daarover te beëindigen zijn de minister en LTO-Nederland overeengekomen een drietal groepen van gevallen voor bindend advies voor te leggen aan een commissie van wijzen. Deze commissie geeft haar zienswijze weer Lees verder
Samenwerking is de basis : loonbedrijf en varkenshouders trekken gezamenlijk op bij de mestverwerking
4 mei 2011
Zonder samenwerking zouden ze nooit zo ver zijn gekomen. Loonbedrijf Kuunders uit Deurne en Demac, een coöperatie van een veertigtal varkenshouders, hebben op het gebied van mestverwerking de handen ineengeslagen en zijn voortvarend op weg. “Samen blijven we verder innoveren.” Lees verder
Sturen mestgedrag voorkomt spoelworminfectie niet
4 mei 2011
Het mestgedrag van biologische vleesvarkens blijkt in een groot hok goed te sturen met de juiste plaatsing van lignest, voerbak, drinkbak en buitenuitloop. Maar ook met het verminderen van het contact met de mest en het schoonspuiten van de uitloop vermindert het aantal spoelworminfecties niet. Lees verder
Varkenstoilet lijkt goed haalbaar
4 mei 2011
Met een varkenstoilet kan de ammoniakemissie bij de bron worden aangepakt. Bovendien biedt het mogelijkheden om mineralen in mest en urine optimaal te herbergen. Voor de ontwikkeling van een goed werkend varkenstoilet zul je inzicht moeten hebben in het poep- en piesgedrag van varkens. Uit een literatuurstudie blijkt dat de sleutel ligt in het rust- en liggedrag van varkens. Lees verder
Fecale belasting van oppervlaktewater door af- en uitspoeling van mest (tweede, herziene versie) : richtgetallen voor fecale contaminatie van zwemwater door uit- en afspoeling van mest uit landbouwpercelen
3 mei 2011
Ten behoeve van de herziening van de Europese zwemwaterrichtlijn is de bijdrage aan de bacteriologische verontreiniging van zwemwater door af- en uitspoeling van mest uit landbouwpercelen gekwantificeerd. Bacteriologische verontreiniging wordt aangeduid met de zgn. indicator-organismen E. coli (EC) en intestinale enterokokken (IE). Middels een eenvoudige rekenregel is de af- en uitspoeling van EC en IE uit landbouwpercelen voor 24 bodem-diertype combinaties bepaald. EC en IE vrachten naar het zwemwater gedurende het zwemseizoen varieerden van nagenoeg nul op de meeste zandgronden tot vrachten ter grootte van ongeveer 1013 kve/ha op klei en veengronden. Voor de meeste mestsoorten op klei- en veengronden tenderen de gemiddelde belastingen naar ongeveer 1010 kve per ha per zwemseizoen. Er zijn in deze studie geen aanwijzingen gevonden voor seizoensinvloeden. Verder bleken de belangrijkste bronnen van variatie, te weten de aangevoerde hoeveelheid bacteriën in de mest, de verblijftijd (transportsnelheid) in de bodem, en de afbraaksnelheid, allen een significante bijdrage te leveren aan de uiteindelijke variaties in de belasting van het zwemwater. Lees verder
NuswaLite : manual version 3.0
3 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Ammonia emissions from organic housing systems with fattening pigs
3 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Advies covergisting
3 mei 2011
De veehouderijsector streeft naar een aanzienlijke toename van de energieopwekking uit covergistingsinstallaties. Hierbij ervaart de sector knelpunten die betrekking hebben op de zogenaamde positieve lijst van covergistingsmaterialen. Deze lijst geeft de producten aan die aan de mest mogen worden toegevoegd opdat het digestaat nog als dierlijke meststof mag worden toegepast. Het aantal covergistingsmaterialen op deze lijst wordt als te gering ervaren, waardoor onvoldoende covergistingsmaterialen beschikbaar zijn en deze duur zijn. Veel aanvragen voor plaatsing van materialen op de positieve lijst worden afgewezen omdat de covergistingsmaterialen niet voldoen aan de gestelde normen voor contaminanten of omdat geen normen beschikbaar zijn. Ook voorziet de lijst niet in de mogelijkheid om individuele partijen covergistingsmateriaal toe te laten. De gestelde adviesvragen behelzen vooral de betekenis voor de bodem van mogelijke versoepelingen in de normen voor toelating van covergistingsmaterialen. Door versoepeling van de normen zouden meer covergistingsmaterialen op de positieve lijst kunnen worden geplaatst Lees verder