Wageningen UR gaat samen met VIC Zegveld en Dairy Campus in veldproeven op grasland ervaring opdoen met een aantal nieuwe en innovatieve methoden van mest aanwenden. Doel is om de emissie extra te beperken ten opzichte van de standaard sleepvoetenmachine.
In de veldproeven wordt onderzocht of de N-benutting uit de mest toeneemt wanneer de strookjes mest worden afgedekt met cellulose of koolzaadolie. Verder wordt het effect gemeten van verdunde mest en van water sproeien en aangezuurd water sproeien op de strookjes mest. Ook wordt een variant meegenomen waarbij het gewas na aanwenden van de mest wordt schoon gespoeld. De N-benutting wordt bepaald door de opbrengst en het N-gehalte van het gras te meten. De veldproeven worden uitgevoerd in de omgeving van KTC Zegveld en op Dairy Campus. Op de sleepvoetenmachine van KTC Zegveld is apparatuur gebouwd om de verschillende middelen op de strookjes mest aan te brengen.
Emissieonderzoek met verdunde mest
Genoemd veldonderzoek is onderdeel van het onderzoeksproject naar perspectiefvolle emissiearme aanwendingsmethoden op grasland op veen- en kleigrond. Binnen dit project wordt ook emissieonderzoek uitgevoerd naar het effect van verdunnen van mest, aangewend met de sleepvoetenmachine. Uit de eerste resultaten bleek dat een gemiddelde emissiereductie mogelijk is van 40 procent door de mest te verdunnen met water in een verhouding van 1:1.
In 2014 zijn vervolgmetingen ingezet om te beoordelen of met een kleinere verdunning ook voldoende hoge emissiereducties mogelijk zijn. Het onderzoek is mogelijk door een financiƫle bijdrage van het Productschap Zuivel, het ministerie van EZ en de provincies Zuid Holland en Friesland.