In 2015 is er alleen op de Veluwe en Oost-Utrecht een verwerkingsplicht van ruim 2,2 miljoen kilogram fosfaat nodig. Dat meldt De Kalverhouder op haar website.
Omdat er op de Veluwe momenteel nog bijna geen projecten van start zijn gegaan om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht organiseerde het Regionaal Centrum voor Technologie (RCT) de Vallei op 27 februari 2014 samen met de GreenTech Alliances (GTA), gebiedscoöperatie O-GEN en Wageningen UR een bijeenkomst over mestverwerking bij Kalverhouderij Beekzicht in Barneveld.
Volgens CBS-cijfers (2012) is er op de Veluwe en Oost-Utrecht een mestproductie van vleeskalveren van 989.000 ton waarvan 792.000 ton (80%) wordt afgevoerd. Samen met de andere veehouderijsectoren moet er in 2014 alleen al op de Veluwe 1.126 ton en mogelijk in 2015 zelfs het dubbele, 2.253 ton, fosfaat verplicht verwerkt worden.
Jaap Uenk eigenaar van Dofco Beheer, en tevens voorzitter meststoffendistributie bij Cumela, benadrukte dat de vijftien procent fosfaatoverschot die dit jaar al verwerkt moet worden nog uitgeruild kan worden met pluimveemest omdat deze sector al ruimschoots voldoet aan de mestverwerkingseisen. “Voor 2015 is er echter een dubbele verwerkingsplicht van 2.253 ton fosfaat. Met alleen mestscheiding gaat de regio het niet redden. De twee makkelijkste opties zijn volgens Uenk het meedoen aan de Kringloopwijzer, waarbij de mineralenstroom in beeld wordt gebracht, en het voerspoor om het bedrijfsoverschot qua fosfaat te beperken.
“Naast export van fosfaat voldoet verbranding en vergassing van de mest tot een eindproduct met maximaal 10% organische stof aan de wettelijke eisen van mestverwerking.” Regionale mestafzet binnen een straal van 20 kilometer zoals dat door een meerderheid van de Tweede Kamer is gewenst, is geen optie voor de kalverhouderij omdat kalverhouders in de meeste gevallen een overschot hebben die groter is dan 25% van de mestproductie.
