Uit de Meststoffenwet die wordt doorgevoerd en het concept van het uitvoeringsbesluit rond mestverwerking blijkt dat het schot tussen de pluimveehouderij en de overige diersoorten alleen geldt bij afspraken tussen veehouders, maar niet bij de verwerkers. Een verwerker mag kiezen om andere mestsoorten te exporteren of te behandelen dan waarvoor hij een vereenkomst heeft afgesloten.
In de praktijk kan een exporteur van mest kalvergier voor verwerking contracteren, maar dikke fractie van varkensmest exporteren. Het lijkt ook mogelijk dat de exporteur varkensmest contracteert, maar pluimveemest exporteert. Het gaat er in de wet om dat de hoeveelheid fosfaat wordt geëxporteerd, daarbij maakt het niet uit van welke diersoort dit fosfaat precies afkomstig is.
In het debat in de Tweede Kamer is door verscheidene Kamerleden gevraagd hoe de wet werkt bij mestverwerkingsketens die langer zijn dan drie schakels. Over de keten van producten van champignonsubstraat en de export van champost is in de toelichting van de wet al beschreven dat hiervoor een uitzondering zal gelden. In het debat werd ook de Stichting Mestverwerking Gelderland, die de kalvergierzuivering op de Veluwe beheert, aan de orde gesteld. Daarnaast zijn er bij een aantal productieketens van mineralenconcentraat meer dan drie schakels betrokken. Staatssecretaris Dijksma liet weten dat deze ketens ook onder de uitzondering gaan vallen die gemaakt is voor de champignonsubstraatketen.
