Een basisbemesting met dierlijke mest leverde in 2012 13 procent meer opbrengst dan een bemesting met mineralenconcentraten.
Dat blijkt uit een tussenevaluatie van het project Bodemkwaliteit op zandgrond dat uitgevoerd wordt op Vredepeel van Praktijkonderzoek Plant en omgeving.
In de proef worden twee geïntegreerde bedrijfssystemen en een biologisch systeem vergeleken. Eén geïntegreerd systeem wordt met drijfmest bemest, de jaarlijkse aanvoer van effectieve organische stof (EOS) in dit systeem is 1.500 kg per hectare. In het tweede geïntegreerde systeem wordt jaarlijks 800 kg kilo EOS aangevoerd. Binnen elk systeem zijn veldjes aangelegd die in de vorm van compost jaarlijks 1.700 kg EOS extra krijgen. In 2012 zijn in deze plots nog geen metingen naar de effecten gedaan. Bij de systemen wordt niet-kerende grondbewerking vergeleken met ploegen.
In het tweede jaar van het project bleek dat de opbrengsten bij niet-kerende grondbewerking (NKG) gemiddeld gelijk waren aan de opbrengsten bij ploegen. Gemiddeld over de geïntegreerde systemen gaf alleen snijmais bij NKG een 10 procent lagere opbrengst dan bij ploegen. De onderzoekers weten niet wat de oorzaak daarvan is.
De opbrengsten van het bedrijfssysteem waar met drijfmest organische stof wordt aangevoerd was in 2012 gemiddeld 13 procent hoger dan het systeem met mineralenconcentraten (MC). Vooral de opbrengst van conservenerwten bleef bij MC fors achter. De onderzoekers vragen zich af of dat allen komt door de organische stofstrategieën of dat andere effecten een rol spelen. Ook de opbrengst van snijmais was bij MC relatief laag. Bij de andere gewassen is het verschil minder dan 10 procent.
Het project loopt van 2011 tot 2017 en richt zich op organische stofbeheer en grondbewerking.