Rundveedrijfmest oversproeid met water is een goed alternatief voor het uitrijden van rundveedrijfmest om gewassen te beschermen tegen stuifschade. De werking is gelijk en het kost niet veel meer, blijkt uit PPO-onderzoek. Staatssecretaris Dijksma staat deze methode in 2013 toe in het veenkoloniaal gebied van Drenthe, Groningen en Overijssel. Op Texel mag dit jaar nog drijfmest zonder waterspray worden gebruikt.
Op (veenkoloniale) zandgrond in Noordoost-Nederland en op Texel is winderosie of verstuiving van landbouwgrond een probleem. Zonder bescherming ondervindt het jonge gewas stuifschade of komt het zaad bloot te liggen. Ook onkruidzaden en bodemziekten kunnen zich verspreiden en waait organische stof weg. In de omgeving van onbeschermde gronden ontstaat overlast in de vorm van dichtwaaien van sloten en overlast voor verkeer en burgerbevolking.
Bescherming van deze landbouwgronden is dus wenselijk. Hiervoor werd altijd rundveedrijfmest gebruikt. Maar volgens de huidige Nitraatrichtlijn mag drijfmest niet anders dan emissiearm worden uitgereden. Dit om de ammoniakuitstoot uit de landbouw te beperken.
LTO en het ministerie lieten onderzoek doen naar alternatieven voor het uitrijden van rundveedrijfmest. Als beste scoorde de toepassing van runderdrijfmest met waterspray. Daarbij wordt de drijfmest direct in dezelfde werkgang oversproeid met voldoende water om de ammoniakemissie te beperken.
Staatssecretaris Dijksma heeft besloten om in het veenkoloniaal gebied van Drenthe, Groningen en Overijssel deze methode in 2013 toe te staan. Voor Texel geldt dit jaar nog een uitzondering voor het gebruik van drijfmest zonder gebruik van waterspray.
Bron en foto: PPO, Wageningen UR