In een onlangs verschenen rapport van de RIVM waar de gevolgen van derogatiebedrijven op waterkwaliteit en bemestingspraktijk zijn onderzocht, blijkt dat de concentraties niet relevant zijn gewijzigd.
De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten het gebruik van dierlijke mest tebeperken tot een bepaald maximum (de gebruiksnorm dierlijke mest van 170 kgN/ha). Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaardenvan deze beperking af te wijken. Nederland heeft in december 2005 derogatiegekregen om van 2006 tot en met 2009 af te mogen wijken van de gesteldenorm. Deze derogatie is op 5 februari 2010 verlengd tot en met 2013. Een vande voorwaarden is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk inrichten aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het LEI, onderdeelvan Wageningen UR, hebben in 2006 voor Nederland een monitoringnetwerkopgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet meet de gevolgen voor delandbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van deEuropese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het derogatiemeetnet is eenonderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Van 275graslandbedrijven is de bedrijfsvoering gemonitord en van 285 bedrijven dewaterkwaliteit.
Bekijk het hele rapport ‘Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie’. Resultaten meetjaar 2009, RIVM.