Graslandvernieuwing brengt milieutechnische en bedrijfseconomische risico’s met zich mee. Door mineralisatie van organische stof uit de ondergeploegde oude zode kan een grote hoeveelheid (stikstof) N vrijkomen. De ophoping van minerale N in de bodem leidt tot een verhoogd risico op nitraatuitspoeling naar het grondwater. In de praktijk wordt bij voorkeur in het najaar gescheurd, omdat dit meestal een goed resultaat geeft en beter past in de graslandplanning. In de resterende groeiperiode voor de winter wordt echter de vrijkomende N slechts voor een klein deel benut, waardoor veel N in de winterperiode verloren kan gaan. Er wordt verwacht dat scheuren in het voorjaar tot lagere N-verliezen leidt, omdat het nieuwe grasland in het groeiseizoen veel van de vrijkomende N kan opnemen. In een driejarig veldexperiment zijn de landbouw- en milieukundige effecten van tijdstip en methode van graslandvernieuwing op klei- en zandgrond gekwantificeerd. De resultaten geven inzicht in de verandering van de netto grasopbrengst en het risico op het verlies van N
Related Links