Grasland in Nederland wordt in de praktijk vaak gescheurd en opnieuw ingezaaid met gras of een ander gewas, zoals maïs, aardappelen of bloembollen. In totaal wordt in Nederland ca. 13% van het graslandareaal jaarlijks omgezet. Door het onderploegen van de graszode wordt een grote hoeveelheid makkelijk afbreekbaar organisch materiaal aan de bodem toegevoegd. Dit leidt tot een toename van het risico op stikstof- en fosfaatverliezen naar het milieu. Het onderzoek in het project "Effecten van scheuren van grasland op stikstof- en fosfaatverliezen" van programma 398-II, is gericht op het ontwikkelen van adviezen en richtlijnen voor de praktijk, zodat de nutriëntenverliezen beperkt kunnen worden. Bestaande kennis wordt gesynthetiseerd en omgezet in een beslismodel. In het project wordt ook 'nieuwe' kennis gegenereerd (proeven in Nederland en België), die voor toetsing van het model gebruikt wordt
Related Links