Melkveehouders hoeven nog niet op 1 januari 2018 aan het aantal toebedeelde fosfaatrechten hoeven te voldoen. De fosfaatrechten werken op basis van de gemiddelde fosfaatproductie per jaar. Bedrijven hebben dus tot 1 januari 2019 om te voldoen aan het aantal fosfaatrechten. Dat meldt AgriHolland.
De eerste controle op de gemiddelde fosfaatproductie per jaar is in 2019. Dat blijkt uit de antwoorden van staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer over de invoering van een stelsel van fosfaatrechten.
Melkveehouders pas op 1 januari 2018 te horen krijgen hoeveel fosfaatrechten ze definitief krijgen. De generieke korting zit hierin verwerkt. Eerder fosfaatrechten toekennen mag niet, vanwege de voorwaarden voor staatssteun. Melkveehouders kunnen voor die tijd al wel zelf een berekening maken. De fosfaatreferentie kan worden berekend op basis van de veestapel van 2 juli 2015 die al aan de melkveehouders is gecommuniceerd, en de forfaitaire excretienormen. Op 1 juli 2017 zal Van Dam de generieke korting bekendmaken. In de tussentijd zijn er geen wettelijke begrenzingen aan het aantal koeien op het bedrijf.
Verhandelbaar
Het niet verhandelbaar maken van fosfaatrechten om hiermee niet tegen het punt van ongeoorloofde staatssteun aan te lopen, is volgens Van Dam geen optie. Hij noemt het speculatief om te zeggen dat deze mogelijkheid het probleem van staatssteun ondervangt. Van Dam zegt dat het niet verhandelbaar maken van fosfaatrechten de melkveehouderij feitelijk bevriest op de situatie zoals deze op 2 juli 2015 was.
De staatssecretaris wil de knelgevallenregeling niet uitbreiden. Startende bedrijven maken geen onderdeel uit van de knelgevallenregeling. Uitbreiding van de knelgevallenregeling maakt de regeling volgens Van Dam juridisch kwetsbaarder, en maakt het risico op misbruik van de regeling groter. Dit zou tot gevolg hebben dat de fosfaatproductie nog verder stijgt. (AgriHolland)