Vrijwel alle Nederlandse derogatiebedrijven voldeden in 2013 aan de nitraatrichtlijn. Dat blijkt uit het rapport dat LEI Wageningen en het RIVM jaarlijks opstellen. In het rapport wordt de situatie in 2013 beschreven en is de trend tussen 2006 en 2014 opgenomen.
Uit het rapport blijkt dat de nitraatconcentratie in het grondwater tussen 2006 en 2014, afhankelijk van de regio, is gedaald of gelijk is gebleven. Het stikstofgebruik uit dierlijke mest was op de derogatiebedrijven in 2013 gemiddeld circa 4 kilogram per hectare lager dan de maximaal toegestane 250 kilogram stikstof per hectare. De hoeveelheid stikstof die als nitraat kan uitspoelen naar het grondwater wordt onder andere bepaald door het stikstofbodemoverschot. Dit is het verschil tussen de aanvoer van stikstof en de afvoer ervan. Het gemiddelde Nederlandse stikstofbodemoverschot is gedurende de onderzochte periode niet significant veranderd.
In 2013 lag de nitraatconcentratie in het grondwater in de Zandregio met gemiddeld 37 milligram per liter onder de nitraatnorm van 50 milligarm per liter. Bedrijven in de Kleiregio en de Veenregio hadden gemiddeld een nitraatconcentratie van respectievelijk 11 en 6 milligram per liter. Alleen de derogatiebedrijven in de Lössregio lagen met gemiddeld 56 milligram per liter boven de nitraatnorm. Het verschil tussen de regio’s wordt vooral veroorzaakt door een hoger percentage uitspoelingsgevoelige gronden in de Zand- en Lössregio; dit zijn gronden waar nitraat in mindere mate in de bodem wordt afgebroken en daardoor meer kan uitspoelen naar het grondwater.