Minister Adema van LNV heeft een tijdpad voor de implementatie van de verschillende maatregelen voor een plan van aanpak voor de mestmarkt naar de Tweede Kamer gezonden. De routekaart is indicatief, omdat deze afhankelijk is van de doorlooptijd van parlementaire processen, adviseringen en van verplichtingen volgend uit Europese wet- en regelgeving, benadrukt de minister.
Het wetsvoorstel waarmee de mestproductieplafonds voor 2025 in lijn worden gebracht met de derogatiebeschikking en waarmee de afroming bij verhandeling van fosfaatrechten naar 30% wordt verhoogd en afroming van 30% bij verhandeling van dierrechten wordt ingevoerd moet zo snel mogelijk in procedure gebracht te worden om dit wetsvoorstel per 1 januari 2025 te kunnen doen ingaan, stelt Adema.
De eerste stap is een internetconsultatie van het wetsvoorstel. De ze start op zeer korte termijn. Na ontvangst van de reacties en verwerking ervan zal dit wetsvoorstel nog voor het zomerreces aan de Raad van State moeten worden aangeboden ter advisering, om parlementaire behandeling in het najaar en inwerkingtreding per 1 januari 2025 mogelijk te maken.
In het plan van aanpak is het voorstel opgenomen om in 2024 en 2025 het subsidiebedrag van de subsidie behoud grasland te verhogen van 20 euro naar 50 euro per 10 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare terugval in de mestplaatsingsruimte. Voor de ophoging van het subsidiebedrag stelt het kabinet maximaal 80 miljoen euro beschikbaar. De verhoging van de regeling zal worden bekostigd uit de middelen die zijn gereserveerd voor het Transitiefonds.
De subsidieregeling voor 2024 werd al gepubliceerd, uitgaande van een openstelling in juni en een bedrag van 20 euro per 10 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare terugval in de mestplaatsingsruimte. Adema heeft vrijdag 31 mei een wijziging van de regeling gepubliceerd die de openstellingstermijn wijzigt naar juli. Wanneer de Tweede Kamer ermee instemt zal hij een tweede wijziging van de regeling publiceren om het subsidiebedrag te verhogen.