Het kiezen van het juiste moment voor de eerste keer uitrijden van dierlijke mest en kunstmest na de winter is van belang om onnodig verlies van mineralen en milieubelasting te voorkomen. Volgens deskundigen kan dit pas als de bodemtemperatuur langdurig boven de 10o C zal blijven. Als hulpmiddel voor de Achterhoekse landbouw publiceert de stichting Biomassa daarvoor vanaf vandaag de actuele bodemtemperatuur in de graszode op haar site, www.stichtingbiomassa.nl.
Hierbij maakt de stichting gebruik van een systeem met bodemsensoren in een representatief grasperceel op zandgrond aan de Veldweg te Haarlo. De sensoren meten ieder kwartier de bodemtemperatuur op een diepte van 15 cm onder het oppervlak. Aan de hand van het verloop van de bodemtemperatuur en de weersverwachting voor de komende dagen kan iedere agrariër of loonwerker zelf eenvoudig het juiste moment van bemesting bepalen. Het systeem met bodemsensoren is ontwikkeld door de Aaltense Bedrijven Estede Scientific en Dorset Identification b.v. De metingen te Haarlo worden uitgevoerd als onderdeel van het regiodeal project Kunstmestvrije Achterhoek en zijn mogelijk gemaakt dankzij financiële bijdragen van de provincie Gelderland, Achterhoek Ambassadeurs en het ministerie LNV.
Tot nu toe bepaald men het moment van uitrijden van mest nog vooral aan de hand van een optelsom van dagtemperaturen, de zogenaamde Temperatuursom. Deze bereken je door de gemiddelde luchttemperatuur per dag vanaf 1 januari op te tellen, waarbij negatieve gemiddelde temperaturen worden weggelaten. Wanneer een bepaald getal wordt bereikt kan de bemesting plaatsvinden. Niet iedereen hanteert hierbij dezelfde waarde. Velen gaan uit van 300, maar 250 en 200 worden ook veel gehanteerd. De ervaring uit de praktijk is dat er slechts een zwak verband is tussen bodemtemperatuur en Tsom.
Voor een goede werking van de meststoffen is de mineralisatie van dierlijke mest na het uitrijden essentieel. Dit is een langzaam biologisch proces dat werkt bij bodemtemperaturen boven de 10O C. en meerdere weken in beslag neemt. Vanaf deze bodemtemperatuur komt er ook weer leven in het gras zodat het de vrijkomende mineralen uit mest en kunstmest kan opnemen. Voor een optimale benutting van stikstof en de andere mineralen is het daarom beter na de winter het grasland pas te bemesten als de bodemtemperatuur in de zode naar verwachting minimaal een week lang hoog genoeg blijft. Anders is er een kans op verlies van mineralen bijvoorbeeld door uitspoeling bij regen.
De bodemtemperatuur wordt sterk beïnvloed door de luchttemperatuur. Diverse weersites publiceren tegenwoordig redelijk betrouwbare voorspellingen van de gemiddelde dagtemperatuur tot veertien dagen vooruit. Daarmee is het aan de hand van een gemeten waarde van de bodemtemperatuur goed te voorspellen wat de bodemtemperatuur in de tijd zal gaan doen.