De uitstoot van ammoniak en geur in varkensstallen kan leiden tot overlast voor de omgeving. In de proeftuin ‘beperken emissie ammoniak’ is een veldonderzoek uitgevoerd naar de reductie van deze emissies. Bijzonder hieraan is het toepassen van een vernevelingssysteem dat Regeneratieve micro-organismen in de stal brengt. Dat schrijft Mineral Valley Twente.
In een biggenopfok stal in Twente is in een proefopstelling het behandelplan van Bij de Oorsprong toegepast. “Het werkingsprincipe van het systeem is dat Regeneratieve micro-organismen het proces van fermentatie van de mest inzetten en rotting tegengaan. Door het tegengaan van rotting worden oxidatieroutes vermeden, zodat het afbraakproduct ammoniak niet ontstaat”, aldus Jasper ten Berge van Bij de Oorsprong. Daarnaast worden door de koolstof nutriënten gebonden in de mest.
Veldproef met verneveling
In de veldproef zijn in drie identieke afdelingen 6 keer natchemische 24-uurs metingen uitgevoerd. Daarnaast is er een continumeting met sensoren uitgevoerd. De eerste afdeling was uitgerust met alleen een watervernevelingssysteem om uit te sluiten wat het effect is van water, de tweede met een toepassing van het behandelplan van Bij de Oorsprong en tot slot een controleafdeling zonder verneveling. Elke meting in de afdeling bestond uit NH3, fijnstof en CO2 metingen en twee meetpunten voor temperatuur en relatieve vochtigheid.
Reductie in ammoniakemissie
De resultaten van de veldproef zijn door TAUW geanalyseerd waarbij voldaan is aan de voorwaarden van de RVO. Hieruit blijkt het emissie reducerende effect van het behandelplan van Bij de Oorsprong kan worden bepaald op 15% voor ammoniak voor de zes meetperioden. De continuregistraties gedurende 11 maanden geeft een reductie-effect van 30% voor ammoniak in geval van verneveling met de Regeneratieve micro-organismen en het toepassen van koolstof in de mestkelder.
Ten Berge is blij met het resultaat. “We vinden het belangrijk om de oorzaak op te lossen. Meten in de praktijk is daarom belangrijk. We kijken dan niet alleen naar de uitstoot maar ook wat er daarna gebeurt met bijvoorbeeld de kwaliteit van de mest. In een vervolgonderzoek gaan we het behandelplan testen in vier melkveestallen. Vanuit de praktijk weten we dat de behandelde mest een betere waarde heeft voor de bodem en we hierdoor gefaseerd kunstmest kunnen afbouwen. In onze cursus regeneratieve landbouw, die ieder jaar georganiseerd wordt, besteden we hier ruim aandacht aan. Alles met als doel humus opbouwen in de bodem en het herstellen van de bodembiologie, bodemchemie en de bodemfysiologie.”