Binnen de publiek private samenwerking ‘Ruwvoer en Bodem’ is in 2016 vierjarig onderzoek gestart naar stikstofbenutting door een regelmatige plantverdeling in de vorm van ruitzaai en drijfmestrijenbemesting bij maïs. Deze zaaimethode is vergeleken met de standaard teeltmethode met bouwlandinjectie. De benutting bleek het laagst bij rijenbemesting. Dat meldt AgriHolland.
Het onderzoek heeft bijgedragen aan de discussie en besluitvorming rond drijfmestrijenbemesting als verplichte maatregel op zand- en lössgrond in het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn.
Voor het onderzoek zijn 4 jaar achtereen op dezelfde locatie velden met standaard maïsteelt, maïsteelt met drijfmestrijenbemesting en maïsteelt met ruitzaai aangelegd. Bij standaard zaai en ruitzaai werd 1 tot 3 dagen voor het ploegen de drijfmest toegediend met een bouwlandinjecteur. De drijfmestrijenbemesting werd 1 tot 7 dagen uitgevoerd na het ploegen.
Bij ruitzaai werden de maïszaden in ruitverband gezaaid bij een rijafstand van 37,5 centimeter zodat de afstand tussen de maïsplanten in alle richtingen praktisch gelijk is. Bij standaardzaai en drijfmestrijenbemesting werd de maïs gezaaid met een normale rijafstand van 75 centimeter. Bij alle drie de teeltmethoden werden twee rastypen vergeleken, plantdichtheden van 80.000 en 110.000 planten per hectare en stikstofbemestingsniveaus van 155 en 100 kilo werkzame stikstof per hectare.
Gemiddeld over de 4 jaren was de droge stofopbrengst van de ruitzaai methode bijna 500 kilo per hectare hoger dan die van de standaard methode, terwijl die van de methode met drijfmestrijenbemesting ruim 500 kilo per hectare lager was. De verschillen tussen stikstofopbrengst van de 3 teeltmethoden waren wel significant maar niet groot. Gemiddeld was de stikstofopbrengst van de ruitzaaimethode 3 kilo per hectare hoger dan die van de standaardmethode. De stikstofopbrengst van de methode met drijfmestrijenbemesting was 6 kilo per hectare lager. Naast opbrengst en voederwaardemetingen is ook gekeken naar onder andere wortelontwikkeling en bodemverdichting. (AgriHolland / Wageningen University & Research)