De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft op verzoek van minister Schouten van LNV een advies uitgebracht over hoe structureel omgegaan kan worden met droogte in het mestbeleid om effecten van droogte op de waterkwaliteit te voorkomen. Door droogte nemen de nitraat-, stikstof- en fosforconcentraties in het water dat uit de wortelzone spoelt toe.
De CDM maakt in het advies onderscheid in ‘aanhoudende’ droogte en ‘structurele’ droogte. Aanhoudende droogte wordt gedefinieerd als een oplopend neerslagtekort tijdens het groeiseizoen. Structurele droogte is gedefinieerd als een opeenvolging van relatief droge jaren.
Drie factoren
De commissie identificeert drie factoren die bepalend zijn voor de ernst van de droogte, namelijk de grootte van het neerslagtekort, het vochtleverend vermogen van de bodem en het gewastype. De maatregelen die de CDM voorstelt gaan ook verder dan het mestbeleid. Het gaat ook om hydrologische maatregelen in het waterbeheer, verbeteren van efficiƫnt watergebruik en het telen van meer droogtebestendige gewassen.
De geadviseerde mogelijke incidentele en structurele maatregelen ten aanzien van bemesting, bijvoorbeeld uitbreiden van de mestopslag en het meenemen van de stikstofvoorraad in de bodem bij bemesting, vragen een verdere uitwerking in het kader van het zevende en achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn, stelt Schouten. Ze wil verkennen hoe aanhoudende en structurele droogte en de hierbij bepalende factoren meegenomen kunnen worden in de bestaande monitoring als mogelijke basis voor het mestbeleid. (AgriHolland)