Tips voor bemesting van grasland

Nu de eerste snede voor veel melkveehouders bijna in de kuil zit, loont het de moeite om aandacht te besteden aan de bemesting van de tweede snede. Dat meldt Verantwoorde Veehouderij.

Ook daarvoor is maatbemesting nodig. De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) heeft een paar adviezen op een rij gezet.

Bemest uw grasland binnen een week na maaien. Als vlak na het maaien veel neerslag verwacht wordt, is het verstandig om een week te wachten om stikstofverliezen te voorkomen. Langer uitstellen kost meestal opbrengst, behalve bij zeer droge omstandigheden.

Vergelijk

Kijk terug naar de bemesting van de eerste snede of de opbrengst in overeenstemming was met het stikstofniveau. Heeft u een lichtere snede gemaaid dan waarvoor is bemest, dan is de eerder gegeven stikstof nog niet volledig benut. U kunt de stikstofgift voor de tweede snede dan met ongeveer 5 kg N/ha (= 20 kg KAS/ha) verlagen per ton die u minder heeft gemaaid in de eerste snede. Heeft u juist een zwaardere snede gemaaid dan gepland, geef dan 5 kg N/ha extra per ton die u meer heeft gemaaid. Dit is ongeveer een kwart van de te veel of te weinig gegeven stikstof in de eerste snede.

Afhankelijk van de mestsamenstelling en de giftgrootte mag u een nawerking verwachten van 10-16 kg N/ha van de mestgift van de 1e snede. Let ook op de zwavelvoorziening, vooral op de zandgronden. Heeft u de eerste snede geen zwavel bemest, dan kunt u alsnog 15-20 kg S/ha geven in de tweede snede. Raadpleeg daarvoor uw grondonderzoek en het bemestingsadvies.

Overweegt u dierlijke mest voor de tweede snede, houdt dan de gift beperkt om niet teveel kali te geven. Gebruikt u sleepslangen, voeg dan water toe, liefst 1 deel water op 2-3 delen mest. Geef dierlijke mest liever niet voor een weidesnede, maar voor een maaisnede. Bekijk daarom of mest beter past of verdeeld wordt als u voor de derde snede mest toedient.

Meer over: Nieuws | Uitrijden
Ontvang maandelijks nieuws van mestportaal.nl
E-mail: