De waterschappen willen dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een uitzondering in de mestregels maakt voor schapen die grazen op een dijk. Dat meldt het Friesch Dagblad.
Door aanscherping van het huidige mestbeleid wordt het pachten van dijken minder aantrekkelijk voor schapenhouders. Dat betekent dat de kosten voor het dijkbeheer voor de waterschappen flink stijgen.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft laten weten dat gebruikers van dijken de grond niet meer als regulier grasland mogen meetellen, maar als natuurgebied moeten beschouwen. De mogelijkheden voor de afzet van schapenmest wordt daarmee aanzienlijk minder. Alleen tussen 1 april en 1 november kan er mest op worden afgezet, terwijl schapenhouders gewend waren de dijken het hele jaar door voor beweiding te benutten.
Schapenhouders kunnen wel grasland elders gebruiken voor de mestafzet van hun dieren. Het probleem voor hen is dat de kosten van grond elders veel hoger zijn dan de grond op dijken, omdat ook akkerbouwer en melkveehouders die grond graag benutten. De nieuwe regels die RVO.nl hanteert botsen ook met de pachtopdracht van Wetterskip Fryslân, stellen Friese schapenhouders. Het waterschap stelt als eis aan de pacht van dijken dat er minimaal 15 schapen op een hectare grazen.
De vakgroep schapenhouderij van LTO en de waterschappen willen over de kwestie in gesprek met het ministerie. Op 15 mei moeten veehouders de Gecombineerde Opgave voor 2018 hebben gedaan. De partijen hopen dat er voor die tijd een werkbare oplossing is gevonden. De waterschappen hopen dat er een nieuwe categorie zal worden toegevoegd door het ministerie: ‘grasland met beweiding door schapen’. Deze nieuwe categorie zou vaste omschrijvingen voor de bemesting moeten krijgen. Zo kunnen er op papier alleen schapen worden gehouden op de dijken. (Friesch Dagblad / AgriHolland)