Het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal om vergunningen te verlenen voor het bouwen en in werking hebben van een biomineralenfabriek blijft in stand. Dat meldt AgriHolland.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalde dat op woensdag 30 mei. Bewoners, milieuverenigingen en bedrijven stelden beroep in tegen het besluit van de gemeente. Zij vrezen onder meer geuroverlast en zijn bang dat de luchtkwaliteit gevolgen heeft voor de gezondheid.
Het college mag een aangevraagde vergunning alleen weigeren in het belang van het milieu. De eisende partijen stelden dat de omgevingsvergunning niet verleend zou kunnen worden vanwege de bescherming van het milieu. Volgens de rechtbank is niet aangetoond dat er onaanvaardbare milieugevolgen te verwachten zijn. Dit leidt zij onder meer af uit de aanwezige rapporten en adviezen over geluid, geur en luchtkwaliteit. De eisende partijen hebben niet aangetoond dat deze rapporten onjuist zijn en hebben geen onderzoek aangeleverd dat het tegendeel bewijst. Volgens de rechtbank moet het college de vergunning voor de biomineralenfabriek daarom verlenen.
In Nederland is geen fabriek aanwezig waarin op vergelijkbare wijze mest wordt verwarmd en tot korrels wordt verwerkt. Om die reden is er in de rapporten veelal van theoretische berekeningen uitgegaan die aan de gestelde milieunormen voldoen. De eisende partijen willen zekerheid dat dat in de praktijk ook zo is. De rechtbank gaat ervan uit dat ook in de praktijk aan de normen wordt voldaan. Hiertoe zijn in de vergunning duidelijke en handhaafbare voorwaarden opgenomen. (AgriHolland)