Nieuwe landbouwhuisdieren als insecten en wormen gaan mogelijk onder de Meststoffenwet vallen. Dat schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (PNV) in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer. Dat meldt AgriHolland.
Insecten en wormen zijn diersoorten die kunnen worden gevoed met reststromen die voor gangbare landbouwhuisdieren niet te gebruiken zijn. Daarnaast kunnen deze diersoorten efficiënter zijn dan de gangbare landbouwhuisdieren in de omzetting van plantaardige naar dierlijke eiwitten. Hiermee kunnen deze dieren een belangrijke rol spelen in de transitie naar een kringlooplandbouw.
Maar ook insecten en wormen scheiden fecaliën uit en dragen zo bij aan de mestproblematiek. De huidige omvang van het houden van wormen en insecten is nog zeer gering. Echter de teelt vindt vaak plaats zonder eigen grond om de mest op af te zetten. Om voor deze diersoorten tot forfaitaire excretiegetallen te komen die in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet kunnen worden opgenomen heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) op verzoek van het ministerie van LNV het advies ‘Nieuwe landbouwhuisdieren’ opgesteld.
De relevante beleidsmatige aspecten die in het advies benoemd zijn over de kleinschalige bedrijfsmatige insectenteelt en de beperkte totale productie, evenals de wenselijkheid om aanvullende gegevens te hebben voordat kengetallen worden vastgesteld, betrekt Schouten in haar afweging om tot een eventuele wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet per 1 januari 2019 over te gaan. De minister zal voor de zomer 2018 een keuze maken.