De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) was door minister Schouten van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit niet uitgenodigd voor een overleg over mestfraude. Dit illustreert volgens de NMV dat het probleem niet bij de melkveehouderij wordt gezocht. Toch wordt er nu al gesproken over een mogelijk gevaar voor de derogatieonderhandelingen, wat juist de melkveebedrijven aangaat. Mede om mestfraude te voorkomen en om te voorkomen dat individuele bedrijven het slachtoffer worden van fraude op andere bedrijven, pleit de NMV voor bedrijfsspecifieke derogatie.
Derogatie wordt op dit moment alleen verleend aan bedrijven die uitsluitend graasdierenmest op hun land aanwenden. Bovendien voldoen alle derogatiebedrijven aan de nitraatnorm in het water in het kader van de nitraatrichtlijn. De melkveehouderij is een grondgebonden sector. Veel melkveehouders kunnen de mest geheel of grotendeels op eigen grond plaatsen, dit zorgt ervoor dat de druk op fraude niet groot is omdat het mestoverschot relatief laag is. Fraude binnen de melkveesector zou per direct kunnen leiden tot verlies van derogatie, toeslagrechten en hoge boetes, allerlei zaken waardoor sjoemelen met cijfers voor derogatiebedrijven niet bijster aantrekkelijk is. De NMV is voorstander van het bij de wortel aanpakken van problemen.
Bedrijfsspecifieke derogatie
De NMV pleit voor een bedrijfsspecifieke derogatie. De organisatie heeft zich er de laatste tijd hard voor gemaakt om dit opgenomen te krijgen in het 6e actieprogramma nitraat. Met een bedrijfsspecifieke derogatie is het mogelijk per bedrijf te monitoren wat de prestaties zijn inzake waterkwaliteit en kan direct worden aangetoond hoe de individuele derogatiebedrijven presteren. Bovendien kan zo nader onderzocht worden wat de feitelijke bronnen van watervervuiling in water zijn. Het draagt bij tot beleid op maat en heeft bovendien een direct verband met de beoogde doelstelling.
Ruimte voor ruimere normen
Een bedrijfsspecifieke derogatie betekent dat de bedrijven die goed presteren een verruiming van de bemestingsruimte kan worden geboden, zodat er niet structureel meer nutriƫnten uit de bodem wordt onttrokken dan via mest op het land gebracht mag worden. Onvoldoende bemesting heeft vele negatieve effecten op onder andere diergezondheid. Op bedrijven waar de resultaten onder de maat zijn kan men zich gaan richten op onderzoek naar de oorzaak van de tegenvallende prestaties en eventuele problemen gericht aanpakken. (AgriHolland)