Het Nutriënten Management Instituut (NMI) werkt samen met Wageningen Universiteit aan een nieuw bemestingsadvies voor kali op mais. NMI-onderzoeker Wim Bussink verwacht het advies in 2018 voor te kunnen leggen aan de Commissie Bemestingsadvies. Dat meldt Veeteelt.
Het kaligehalte in drijfmest neemt langzaam maar zeker af, vooral op bedrijven met een groot aandeel snijmais in het rantsoen. Een aanvulling via kunstmest is daarom steeds vaker wenselijk.
“Op zandgrond is een kunstmestgift met kali tegenwoordig bijna standaard, ook op grasland”, vertelt bodemdeskundige Gerard Abbink. “Tien ton droge stof gras onttrekt al meer kali dan dat er gemiddeld met dierlijke drijfmest gegeven wordt. Bij een bemesting van 230 kg stikstof uit dierlijke mest is er 60 kg K2O extra nodig. Dat is 100 kg kali 60.”
Een mestanalyse is bijna onontbeerlijk, want de variatie in kaligehalten is groot. Het maakt nogal een verschil of er 6 of 4,5 kilo kali in een ton drijfmest zit. Gewaslaboratorium Eurofins geeft in de bemestingsadviezen voor snijmais voortaan ook een advies voor borium. Dit spoorelement is essentieel voor een goede kolfzetting.