Het lukt Stichting Mestverwerking Gelderland (SMG) dit jaar niet om de hetzelfde aantal kuubs vleeskalvermest te verwerken als in 2016. Reden is de sterke stijging van het droge stofgehalte in de aangeleverde mest. De verwerkte hoeveelheid zal in 2017 overigens nog wel boven de 700.000 kuub liggen. Dat betekent dat er nog wel meer mest wordt verwerkt dan in de jaren 2012 tot en met 2015. Dat meldt De Kalverhouder.
Mest die op dit moment wordt aangeleverd heeft een droge stofpercentage van meer dan 4,5 procent. Dat is bijna 1 procentpunt meer dan in het eerste helft van 2016. Door de toename van het droge stofgehalte loopt de capaciteit van de 4 installaties van SMG gemeten in kuubs enigszins terug. Een van de redenen van de toename van het droge stofgehalte is het hoger aandeel krachtvoer en vast voer in het rantsoen van de kalveren.
“Een oplossing om de capaciteit onze installaties te verhogen is wanneer kalverhouders het dikke deel van de mest naar elders afvoeren. Ik vermoed echter dat onze verwerkingskosten zeer concurrerend zijn”, zegt voorzitter Henk Van Dronkelaar van SMG. “Het is niet eenvoudig om een partij te vinden die de dikke mest voor minder geld afneemt.” Wel waarschuwt hij kalverhouders dat de afzetkosten per individueel bedrijf oplopen wanneer er mest wordt geleverd met meer droge stof.