De rechtbank veroordeelde een voormalig wethouder van Aalten en zijn melkveehouderij voor het in werking hebben van een mestbassin zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunning. De man zelf kreeg een voorwaardelijke geldboete van 1.500 euro en zijn melkveehouderij kreeg een onvoorwaardelijke geldboete van 3.000 euro. Dat meldt AgriHolland.
De man ging af op mededelingen van een ambtenaar bij de gemeente Aalten, maar deze ambtenaar was door hem niet volledig geïnformeerd. Bovendien mocht de wethouder ook niet afgaan op de mededelingen van deze ambtenaar, omdat deze niet de bevoegdheid had om te beslissen op een aanvraag van een omgevingsvergunning.
Tijdens de aanleg van het mestbassin was de man wethouder bij de gemeente Aalten. Hij had onder meer handhaving, milieu en omgevingsvergunningen in zijn portefeuille. De man had dus een voorbeeldfunctie. Bovendien was hij als bestuurder van een melkveehouderij verplicht zich op de hoogte te stellen van toepasselijke milieuwetgeving en de geldende vergunningsvoorschriften. Dit heeft hij onvoldoende gedaan.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf aan de ene kant rekening met zijn voorbeeldfunctie, maar aan de andere kant met het feit dat de gevolgen voor hem – zowel persoonlijk als in politiek opzicht – groot zijn geweest. Zo heeft hij, mede naar aanleiding van een gestart integriteitsonderzoek, zijn functie als wethouder neergelegd. De rechtbank ziet in dit alles aanleiding de door de officier van justitie geëiste geldboete van 1.500 euro geheel voorwaardelijk op te leggen.
De melkveehouderij kreeg een onvoorwaardelijke geldboete van 3.000 euro opgelegd, zoals ook geëist werd door de officier van justitie. Het is niet duidelijk geworden of de nadelige gevolgen die het feit voor de man persoonlijk hebben gehad, ook van invloed zijn geweest op de melkveehouderij. Integendeel, van de aanleg van het mestbassin heeft de melkveehouderij voordeel gehad. (AgriHolland)