LTO, Wetterskip Fryslân, Provincie Fryslân en de actiegroep muizenschade roepen de landbouwers in het zuidwesten van Fryslân op om zorgvuldig om te gaan met het uitrijden van mest op gras- en bouwland. Door de muizenplaag in dit gebied zijn de akkers zodanig vernield dat er een verhoogd risico bestaat van uit- en afspoeling van meststoffen (nutriënten) naar het oppervlaktewater. De muizengangen en -holen en het ontbreken van de grasmat zorgen ervoor dat het land de mest slecht kan vasthouden.
Volgens het Wetterskip is samenwerking nodig om nog meer schade in het gebied te voorkomen. Uitspoeling van meststoffen kan het water in de watergangen en meren ernstig vervuilen.
In de oproep wordt landbouwers vriendelijk verzocht zo lang mogelijk te wachten met het uitrijden van mest op beschadigde percelen. Wachten met bemesten op de percelen die opnieuw ingezaaid worden en waar graslandvernieuwing plaatsvindt heeft de voorkeur. Ook vragen de partijen de landbouwers om alternatieven te zoeken als er onvoldoende opslagcapaciteit voor de mest is. De samenwerkende partijen zijn in gesprek met het Ministerie van Economische Zaken om maatwerk mogelijk te maken in bemesting, derogatie en gewaskeuze. Eén daarvan is later starten met het uitrijseizoen en ook later te stoppen. Op basis van de taxaties gaat het Ministerie in overleg met de Europese Commissies. Daarnaast worden de uitvoeringsdiensten van de overheid (RVO en NVWA) gevraagd pragmatisch om te gaan met het beoordelen van de mestaanwending.